Zachtjes ruisten de bladeren. In de verte brandden lantaren. Onder Zara liep een grote rij mensen. Haar dorpgenoten. Ze mocht niet mee. Vanuit haar plekje in haar boom keek ze naar het ritueel. Zachtjes neuriend liep de groep verder richting de Altaarboom, terwijl de kleinsten met grote bladeren eer betoonden aan het reliek. Dit was voor Zara de eerste keer dat ze niet mee mocht doen met de stoet. De Daimom had bepaald dat ze voor haar stommiteiten van vorig jaar niet mee mocht lopen. Met spijt dacht ze daar aan terug. Toen kreeg ze voor het eerst de eer het reliek te dragen, een kleine plant. Alles was goed verlopen, maar vlak voor de altaarboom, bij de vuurkorven was ze gestruikeld. Bijna had ze toen het reliek in de vlammen laten vallen. Het reliek had het gelukkig gered, maar ze viel zelf echter in de vuurkorf. "Waarom stonden die stomme vuren daar überhaupt? Het was toch niet de verering van Furikale!?".

Ondertussen was de groep uit het zicht verdwenen. Net toen ze uit de boom wilde klimmen hoorde ze iets. Ze spitste haar oren. Iemand, daar in de verte riep haar naam. Het geluid kwam uit de richting van de altaarboom. Was het haar zusje? Haar zusje wist toch dat ze dit jaar niet mee deed? "Mhmmm, vreemd." Mompelde ze. "Het zal de wind wel zijn geweest."

Uren later, toen het ritueel al was afgelopen, lag Zara wakker in haar hangmat. Naast haar, lag haar zusje zachtjes te snurken. De krekels hielpen ook niet echt met in slaap vallen. Normaal sliep ze onder deze omstandigheden nog steeds vast in maar iets was anders... Er was iets in de lucht. Een soort spanning. Alsof de planten zich schrap zetten voor iets. Ze gong rechtop zitten in haar hangmat. Ze besloot om een tijdje in haar boom te gaan zitten. Net toen ze naar haar uitkijkpunt wilde klimmen hoorde ze de stem in de verte weer. "Zara, Kom!", zei de stem melodieus. Zara, nieuwsgierig als ze was, liep in de richting van het geluid.

Het geluid leidde haar door het donkere bos. Toen ze langs de driehoeksrotsen keam had ze door waar de stem haar heen leidde; naar de offerboom. Nu twijfelde ze; alleen de Daimon mocht in de ritueelnacht bij de altaarboom komen, en dat gebeurde eigenlijk ook alleen als er grote problemen waren. Maar ze was te nieuwsgierig. Voorzichtig betrad ze de heide van de ritueelboom.

Het was een grote ronde open plek met in het midden een kolossale boom, waarin duizenden houten kokers hingen, met daarin brieven aan Garitekele, hun beschermgodin. Ze naderde de boom, die er in de nachthemel nog groter uit zag dan overdag. Ze wist niet waarom ze het deed, maar ze legde haar hand op de stam van de boom. Het was een impuls geweest om haar hand op de stam te leggen. Waarom ze het deed wist ze niet, maar vanaf dat moment zou niks meer hetzelfde zijn

Er zijn nog geen reacties.


Meld je gratis aan om ook reacties te kunnen plaatsen