001 The boy you fell in love with.
Ik grijp snel mijn Dakine tas, hij staat nog helemaal volgeschreven met lieve boodschappen van vorig jaar. Die laatste schooldag was geweldig. Om de één of andere manier bleven we allemaal zitten op het schoolplein. We hadden toen ook afgesproken dat we dit weer zouden doen als we afstuderen, over twee jaar dus nu. We hadden ook afgesproken dat we over twee jaar de school gaan trashen, zoals we deden toen we overgingen naar het negende jaar.
‘Jayie wayie is back!’ Schreeuwt Michael, ik lach flauw en gooi zijn haar in de war. Hij heelt wild zwart haar, en als je erdoor wrijft blijft het gewoon meteen zo staan. ‘Oh, bedankt, ik wou even mijn liefde aan jou bekennen en dan gooi je mijn haar al meteen in de war. Ik haat je Julie!’ Schreeuwt hij dramatisch, ik hou het niet meer vol en val lachend in de armen van Jake. ‘Jay!’ Lacht hij blij. ‘Jake!’ Ik lach zachtjes, de jongens zijn dit jaar nog gekker geworden. ‘Je valt al meteen voor me, wat lief.’ Ik lach zachtjes en gooi mijn haar voor mijn blozende gezicht.
‘Welkom terug! Ik ben erg blij om sommigen van jullie terug te zien… En anderen wat minder.’ Ik grinnik zachtjes als de directeur zijn blik op ons groepje werpt. Meteen wordt de aandacht van de andere leerlingen op ons gericht. ‘Oi! Wij deden niks!’ Lacht Amy dramatisch. ‘We zijn onschuldig!’ Vul ik haar lachend aan. ‘Owh! Jay, jij bent nooit onschuldig. Jij met je dirty little secrets!’ Ik begin te lachen en sla Jake tegen zijn hoofd. De meeste leerlingen kijken ons geamuseerd aan en anderen gewoon geïrriteerd. ‘Woops, we already made enemies!’ Lacht Michael trots. ‘Wauw, be proud. De lessen zijn nog niet begonnen, record!’ Schreeuwt Hayden. ‘Oh, mijn vriendje is er ook!’ Lacht Amy blij die meteen is Hayden’s armen vliegt. ‘Ugh, niet weer!’ Zucht ik, de directeur hoest opvallend. Dat is zo’n beetje ons teken dat we de aandacht weer naar hem moeten richten. ‘Oh, ik snap het!’ Lacht Jake opvallend. Hij trekt me recht en loopt richting de directeur met mij aan zijn arm. Onderweg verlies ik mijn tas, ik hoor iemand pijnlijk schreeuwen. ‘Sorry,’ lach ik ‘wat doen we hier?’ vraag ik verward. ‘Mensen! Check this out!’ Lacht Jake, iedereen kijkt meteen weer naar de directeur, daarna lopen we onopvallend weg en gaat hij verder met zijn toespraak. Veel aandacht besteden we er niet aan. Amy en Hayden zijn vol van elkaar, hun lippen hangen als magneten aan een koelkast aan elkaar. ‘Waar is mijn tas eigenlijk?’ Zucht ik, Jake lacht. ‘Daar ligt hij.’ Zegt hij terwijl hij naar een groepje wijst. Ik spring recht, ik trek Michael met me mee en loop naar het groepje. ‘Excuseert u mij.’ Jake begint me al meteen uit te lachen. ‘Jake, ik probeer hier een beleefde conversatie te starten.’ Ik kijk hem verstoord aan, hij knikt en snapt waar ik naartoe wil. ‘Mevrouw Julie heeft haar tas hier daarnet verloren, is er een mogelijkheid dat we die kunnen terug krijgen?’ Het groepje kijkt ons angstig aan. ‘Oh, Jakelyn.’ Lach ik met een Engels accent. ‘Neem je tas, en ga weg.’ Sist één iemand uit het groepje, ik kan niet echt uitmaken we het is. Ik grijp mijn tas, terwijl ik hem grijp merk ik dat ik tussen de benen van een jongen zit. Ik begin hevig te blozen en neem de tas zo onopvallend mogelijk.
Ik teken rustig in mijn kladblok, het is de eerste schooldag dus alles is nog één grote warboel. Niemand weet waar ze precies moeten zijn en de leraren hebben nog geen zin in les geven. Ik zit op de achterste rij van het Chemie lokaal. In deze les zit ik met geen van mijn vrienden. Geen Jake, geen Hayden, geen Amy, geen Michael. Dat zijn altijd de ergste lessen, want dan kunnen we geen rotzooi uithalen. Dan nemen ze ons meteen bij de kraag, terwijl als we met twee of meer zijn durven ze niks doen. Vorig jaar hebben Jake en ik de gymleraar per ongeluk een gebroken neus gegeven. Hij had ons hardhandig aangepakt en we waren boos. Dus toen we over de boek moesten springen hebben we allebei onze voet tegen zijn gezicht laten glijden. Jake schopte zijn bril af en raakte zijn neus, maar ik gaf de natrap. Mijn voet landde recht op zijn dikke neus. Ik voelde de botjes gewoon verschuiven. Als ik eindelijk uit mijn gedachten wordt gehaald door het hoesten van enkele kinderen merk ik dat één van de jongens van het groepje naast me zit.
Er zijn nog geen reacties.
