104.
Ik staarde vooruit, de zon brandde in mijn gezicht. Heerlijk weer was het vandaag weer, kon dit niet voor altijd blijven? Tom keek mij aan. 'Het lijkt wel of we op vakantie zijn!' Ik knikte even maar hij miste toch wat, zijn broer. Het duurde lang voor dat hij terug zou komen, dat wisten wij beide, inclusief Bill zelf. De tijd tikte door, gelukkig was ik wel. Er lag een pakje sigaretten naast mij en ik wilde een sigaret op steken.
De aansteker werd uit mijn handen gehaald en die sigaret werd overgenomen. 'Jij mag niet roken.' Gemeen keek hij mij aan. Het bleef maar in mijn hoofd zitten, ik samen met hem onder de Eiffeltoren in Parijs. Zou dat niet perfect zijn? ‘Ik wil naar Parijs, Tom.’ Verbaasd keek hij mij aan. Hij knikte wel, dat zou een goed teken kunnen zijn. ‘Als jij dat wilt dan doen we dat.’
Mijn geluk kon niet op, meende hij dit serieus? Hij zal wel grappig willen zijn. Ik pakte mijn laptop en keek online voor de kosten en de mogelijkheden. 'Oh, laat maar.' Hij keek mij verbaasd aan. 'Tom, we gaan dus even niet naar Parijs.' Niets wetende keek hij mij aan. 'Wat bedoel je? Net wilde je er zo graag heen en nu?' Ik knikte even. 'De prijzen, veel te duur.' Hij pakte mijn laptop en klikte op boeken.
Reageer (1)
Haha... en dan gaan ze toch!
1 decennium geleden- Volgens mij heb jij iets met konijntjes-
Ga je snel weer verder?