De regen kletterde uit de hemel waardoor de keien op de grond voor mij spiegelglad werden. De weerspiegeling van de plas die zich aan mijn voeten bevond gaf een schokkend beeld weer.
Een meisje.. nee een jonge vrouw met lange bruine krullen keek me aan. Haar gezicht was besmeurt met vuil en haar wangen ingevallen. Haar bruine lokken zaten warrig rond haar engelen gezichtje terwijl haar grijze ogen mij aankeken. Hoewel er een glimlach op haar gezicht verscheen lachten haar ogen niet mee.
De stank van rottend vlees drong mijn neusgaten binnen en met moeite hield ik mijn schrale ontbijtje binnen. Ik kneep mijn ogen dicht terwijl ik langzaam mijn hoofd optilde en hoorde het gestommel van voeten over het houten podium voor mij. Op het moment dat ik mijn ogen langzaam opende zag ik nog hoe een lichaam werd weggesleept door de beul naar de stapel. Tranen vloeiden langzaam over mijn wangen terwijl ik het tafereel voor mij bekeek.
Op het podium voor mij waren drie kruizen van dikke houten balken neergezet. De middelste was op het moment leeg maar aan de buitenste twee hingen twee lichamen te bungelen. Voor deze kruizen stonden maar liefst drie spiesen met de hoofden van de ongelukkigen; bruine bos krullen, fel oranje haar en zwart warrige haar. Een zwarte kraai vloog op terwijl er in zijn bek nog de vorm van een oogbol te zien was.

“Harry, ik zal je helpen zoeken!” De jongen keek me aan met een blik vol vertrouwen. “Jane.” Mijn naam rolde over zijn lippen en ik begreep dat hij alles nu alles in mijn handen legde. “Zoek haar, vind het en vernietig. Je weet wat je moet doen.” Met een ruk draaide Harry James Potter zich om en spurtte er vandoor. Ook ik draaide mij om en zo snel als mijn benen mij konden dragen sprintte ik naar de zijvleugels van het immense kasteel. Ik voelde een steek in mijn zij opkomen maar probeerde deze zo goed als ik kon te negeren.
De vrouw die ik zocht was op dit moment waarschijnlijk aan haar avondwandeling begonnen door het kasteel. Ik rende door verschillende poorten en hallen tot ik uitkwam bij mijn bestemming. Ik liep de binnenplaats op waardoor ik nu ook naar buiten kon kijken en horror vulde mijn ogen. De magische barrière die ons al jaren beschermde brak voor mijn ogen aan diggelen. Stokstijf bleef ik stilstaan, mijn adem inhoudend en van shock kon ik geen reactie meer uitbrengen.
“Jane.” Zijn stem weergalmde in mijn hoofd en bracht mijn gedachten weer terug naar mijn lichaam. “Niet treuzelen Jane, je moet dit doen voor iedereen!” zei ik tegen mijzelf terwijl ik mijn lichaam weer in beweging bracht. Ik stopte deze beweging weer snel toen ik iets aan de rand van mijn zicht zag bewegen.
Daar aan de overkant van het kleine pleintje zweefde ze; De Grijze Dame. Ze keek me aan met haar grijze ogen welke dezelfde kleur hadden als de mijne. Het verschil was alleen dat het vuur in haar ogen gedoofd was.
“Bent u De Grijze Dame? Helena Ravenklauw?” mijn stem klonk wat trillerig aangezien deze vrouw macht en kennis uitstraalde. Het was zeer intimiderend.
“Wie wilt dat weten?” Haar stem was helder en zacht en toch klonk er iets van verveling doorheen.
“Jane Morgan van de afdeling Griffoendor, mevrouw.”
“Wat doe je hier Jane Morgan?” ze zweefde langzaam achteruit terwijl ze deze woorden uitsprak, verder van mij vandaan.
“Ik ben hier om u te zien. Ik heb uw hulp nodig.”


Vanuit mijn ooghoek zag ik mensen aan komen lopen. Gekleed in zwarte mantels, met zilveren maskers op en getrokken toverstaf kwamen ze de richting van het plein op. Langzaam, zonder veel aandacht te trekken tussen de mensenmassa trok ik de kap van mijn mantel over mijn hoofd en liep een zijweggetje in. Ik versnelde mijn pas en ik kalmeerde eindelijk wat toen ik bij The London Eye uitkwam, of wat er dan ook van over was.
Sinds dat heer Voldemoord Harry had vermoord en Zweinstein had overgenomen was de samenleving veranderd. In een tijd van drie weken had Voldemoord alles wat mij dierbaar was afgenomen. Mijn kleine wereld was volledig veranderd; Dreuzels moesten vergunningen hebben om naar hun werk te mogen, de tovenaars en heksen aan de kant van Harry en Perkamentus waren bijna allemaal opgepakt, velen doken onder of verhuisden in het geheim naar het buitenland. Ik was een van hen die hun identiteit had veranderd om zo nog een beetje te kunnen leven, iedereen die dit niet deed en Voldemoord tegenwerkte werd plaatselijk geëxecuteerd. De angst was overal in de straten van Londen te voelen, niemand voelde zich nog veilig.

Mijn hand liet ik op de deurklink van De Lekke Ketel rusten.
“Snel door lopen en doen of er niks is.” Sprak ik zachtjes tegen mijzelf. Ik trok de klink naar beneden en zette mijn voeten op het krakende hout, mijn doorgang naar de Wegisweg.
“Morgan.” De barse stem van de eigenaar van het café drong mijn oren binnen en snel draaide ik mij om, om de man te groeten.
“Goede morgen, heer.” Ik keek de iets wat dikkere vent aan, welke op het moment met een vettige doek een bierglas ‘schoon’ aan het maken was. Hij keek mij sluw aan en een naar gevoel vestigde zich in mij maag.
“Er wordt gepraat over jouw.” Ik kneep mijn ogen tot speetjes toen ik zag dat de man zijn bierglas neerzette en vanachter de toonbank vandaan kwam.
“Ik weet nog hoe je binnen kwam, samen met de die jij je vader noemt. Je zou naar Zweinstein gaan en paps was maar al te trots.” Een gemene grijns gleed over zijn gezicht terwijl er nu nog maar een meter of twee tussen ons verwijderd was.
“Hou je bek,” snauwde ik hem toe, “niemand heeft jou het recht gegeven om over mijn vader te spreken!” Met mijn rechter vuist omklemde ik de toverstok die in mijn rechterjaszak te vinden was; 13 centimeter, Engelse berk, kern van drakenbloed en zeer flexibel.
“Net zoals jij niet het recht had die goede Harry te verraden.” De snauw kwam harder aan dan verwacht en van schok kon ik niks uitbrengen.
“Dus het is waar? Je hebt een van je beste vrienden verraden?!”
“N-nee.. zo was het n-“
“Lieg niet! Door jou zitten we in deze troep! Geef me een reden waarom ik je niet gelijk aan de dooddoeners geef?!”
“I-ik heb niks gedaan.. “
“Te langzaam.” In een snelle beweging werd ik van achteren vastgepakt. Om mij heen zag ik hoe meerder mensen in zwarte mantels op ons af kwamen. Snel wurmde ik mijn rechter hand los en trok mijn toverstok.
“Petrificus Totalus!” Ik richtte mijn toverstok op verschillende gedaantes voor mij en achter mij om zo mijn weg naar buiten te vechten. Eindelijk zag ik een doorgang, rukte de deur open en verdween in het daglicht.

Achter mij hoorde ik het geschreeuw van de dooddoeners die mij nu aan het achtervolgen waren. Ik rende nu door de straten van Londen, de kou sneed door mijn jas heen maar ik kon nu niet opgeven. Ik mocht niet opgeven.

Ik had Helena niet kunnen overtuigen. Ze vertrouwde me niet en had me op een dwaalspoor gezet. Ze had me als kip zonder kop door het kasteel laten rennen voor niets. Eenmaal toen ik me besefte waar ik heen kon voor verloren voorwerpen wat het al te laat. Ik had zijn lach op het plein gehoord, ik had het gehuil van medeleerlingen en van docenten gehoord. Ik had iedereen teleurgesteld. Ik had Harry niet kunnen helpen.

Ik stond weer op het executieplein. Mijn enige uitweg werd geblokkeerd door dooddoeners en in mijn eentje kon ik niet veel beginnen tegen hun. De moed zonk me in de schoenen en ik liet me door mijn knieën zakken, mijn toverstok op de grond naast mij neer laten vallen.
“Eindelijk hebben we je dan toch gevonden.”
De raspende stem van Lucius Malfidus galmde over het plein.
“Wat zal de heer blij zijn als we kunnen vertellen dat we je dan toch hebben kunnen vangen.”
Ik kon niet reageren, mijn gedachtes stonden stil. Wat had ik nou in mijn leven bereikt? Helemaal niks, ik had zelfs die stomme diadeem niet kunnen vinden.
“Ben je bang voor de dood, Morgan?” De minachting was in zijn stem te horen.
Ik reageerde niet op de woorden die in mijn richting werden gekaatst. In plaats daarvan liet ik mijn blik rusten op het houten podium. Mij blik gleed over de verminkte lichamen, gespijkerd aan het hout.
"Het spijt me jongens, ik heb niks kunnen doen. Ik kon jullie niet redden, ik kon mijzelf niet eens redden."
"HOU JE MOND MORGAN!"
"Het spijt m-.."
"AVADA KADAVR
A!"

Reageer (1)

  • niniwa1

    J.K. Rowling zelf had het niet beter gekund. ^.^

    1 decennium geleden

Meld je gratis aan om ook reacties te kunnen plaatsen