3
"Hee Bo, opstaan we moeten zo het geld ophalen!" mijn moeder zit aan de zijkant van mijn bed. Wow, het is al zaterdag "ik kom mam". In mijn pyjama loop ik naar de keuken en smeer snel mijn boterhammen. Als ik me heb omgkleed stappen we samen op de fiets. "Bo, wil je morgen mee naar de boerderij om te kijken of het wat is?'" "euhm, nou ik wil ook graag met Nina en Jip afspreken" zeg ik "alsjeblieft Bo, wil je één keer een dagje afzeggen?" "oké dan" met een zucht kijk ik naar de weg, dat wordt weer een saai dagje.
"Kom zet je fiets hier maar neer" mijn moeder wijst naar nog een leeg plekje in het fietsrek en snel zet ik mijn fiets daar neer. Met spanning in mijn buik loop ik achter mijn moeder aan het grote gebouw in. "Goedemiddag, ik ben Jan Kraamberg bent u hier voor de jackpot?" een lange man in een keurig pak ontvangt ons "ja dat klopt, ik ben Charlotte Verhoef" mijn moeder geeft de man een hand en ik doe hetzelfde waarbij ik onduidelijk zeg "Bo". "Oke, wilt u zo vriendelijk zijn om mij te volgen?" We volgen de keurige man door het enorme gebouw en komen uiteindelijk aan bij een kamertje waar een andere man zit te wachten. "goedemiddag, ik ben Hans Frubbel. U bent de gelukkige winnaar?" vraagt hij aan mijn moeder. Ik schiet in de lach om zijn achternaam maar mijn moeder kijkt me boos aan "Bo! Wat is er aan de hand? Doe eens netjes!" ik zucht en stop met lachen.
Hans Frubbel keek me ook even raar aan maar ging weer verder met zijn verhaal.
Het duurde eeuwen totdat ze eindelijk klaar waren. Het geld was natuurlijk al snel overgemaakt maar ze bleven nog lang kletsen over saaie onderwerpen zoals de boerderij.
Als we samen buiten lopen om de fietsen te pakken geeft mijn moeder me een stevige knuffel "oh Bo! Ik ben zo blij! We zijn rijk!" terwijl ik word plat gedrukt schreeuwt ze van alles in mijn oor wat ik niet versta want ik ben te druk bezig met me los te wurmen, ik schaam me kapot!
Als ik me los heb gekregen loop ik meteen naar mijn fiets "ja ik ben ook super blij! Zullen we naar huis?" vraag ik "tuurlijk, maar zullen we eerst een taartje kopen voor thuis?" ik knik.
Als we in de banketbakker staan kijk ik welke taart ik wil: een chocolade taart of een slagroomtaart dat vind ik het lekkerst. "Welke taart nemen we Bo?" vraagt mijn moeder ongeduldig. "Euhm, een chocoladetaart" "oké" zegt mijn moeder en ze rekent af.
Met de chocoladetaart in mijn fietsenkrat fietsen we naar huis, het is best lekker weer want het zonnetje begint al te schijnen.
"Chocotaart!" roept Sam "ja lekker hé! Was het gezellig bij je vriendje?" vraag ik "ja!" Sam kijkt me al niet meer aan want hij pakt meteen de taart van het aanrecht "Sam, pak de bordjes maar en leg de taart maar eventjes terug!" zegt mijn moeder en ze pakt de vorkjes en de taart en zet ze op tafel. Samen eten we ons stukje taart op met een smoothie die we net zelf hebben gemaakt.
"Tringggg, tringgg, tringgg, tringgg" ik draai me om "tringg" Sam schudt me wakker en roept door onze kamer "tringgg! Tringgg!" ik doe mijn ogen open "Sam kappen!" "kappen doe je in het bos!" en hij gaat vrolijk verder. Ik stap uit bed en ga naar beneden.
Vrolijk staat mijn moeder te zingen in de keuken, en in eens weet ik weer waarom iedereen hier zo vrolijk is: we gaan naar die boerderij kijken, leuk euhm.
"Heb jij er ook zo veel zin in?" vraagt mijn moeder blij "waarin?" zeg ik natuurlijk weer expres want ik heb namelijk nergens zin in. Mijn moeder kijkt me verbaasd aan en zegt "we gaan vanmiddag naar de boerderij kijken! Was je dat vergeten?" "oja, ja dat was ik even vergeten!" en ik pak een boterham "oh, maat heb je er wel zin in?" vraagt ze weer "jahoor best wel" als Sam beneden komt ga ik me snel omkleden.
Om 11 uur zitten we in de auto, Sam wil de hele tijd van die kleutermuziek op dus we luisteren naar Jip&Janneke.
Eindlijk na uren, nou oké anderhalf uur, komen we bij een bos aan. "Hier ergens moet het zijn" zegt mijn moeder en ze kijkt zoekend rond. "Is het een boomhuis ofzo? Hier staan alleen maar bomen hoor! Wonen hier uberhoud wel mensen?" ergerend kijk ik rond met het idee dat ik hier óóit zou moeten fietsen "Tuurlijk wonen hier mensen, ze hebben alleen stukken grond die enorm zijn dus wonen ze niet dichtbij elkaar".
Ik zucht, dit is hopeloos! Als je hier leeft dan word je straks nog een zielige gek!
"Kijk! Dit is de straat die we zoeken!" mijn moeder wijst naar de lange saaie weg. De navigatie geeft aan dat we over 3 minuten bij onze bestemming zijn.
Als we de oprit oprijden zie ik een groot huis met een rieten dak. Het lijkt niet echt op een boerderij met die enorme tuin. Alleen door de weilanden lijkt het op een boerderij maar verder is het heel netjes. Heel eventjes kijk ik mijn ogen uit maar snel pak ik mezelf weer op en kijk met een kritisch gezicht naar de boerderij.
Vrolijk kijkt Sam naar buiten "dat is een mooi huis!" roept hij "ik vind het prachtig! Jij Bo?" vraagt mijn moeder "mwa, best oké" zeg ik mompelend. Buiten staat een man op ons te wachten "wie is dat mama? Is dat een boef?" Sam kijkt met een geschokt gezicht naar de man die naar ons zwaait, mijn moeder lacht "nee joh! Die man gaat ons het huis laten zien! Dat is de makelaar" Sam kijkt nog eens met een gek gezicht naar de man en zwaait dan vrolijk terug.
"Goedemiddag, ik ben Hans! Hoe maken jullie het?" mijn moeder begint meteen een babbeltje en natuurlijk stellen we ons keurig voor. Sjokkend loop ik achter Hans en mama aan, Sam loopt naast me en rent opeens naar een schuurtje "Ezel! Kijk een ezel! Is dat Igor van Winnie de Poo Bo?" ik lach en leg uit dat er ook normale ezels bestaan. "Hey, zijn jullie de nieuwe buren?" zegt een jongensstem achter me, als ik omkijk zie ik een blonde jongen en hij is zoooooo knap! Ik loop rood aan en begin te stotteren "uh, ja euhm, we ik bedoel mijn moeder wil hier wonen. We zijn nu aan het uh kijken" Sam kijkt me vragend aan maar gelukkig vraagt hij niet waarom ik zo bloos. De jongen lacht vriendelijk maar volgens mij lacht hij me gewoon uit "vinden jullie het een beetje leuk hier?" ik kijk hem aan en merk op dat hij niet met zo'n boeraccentje praat maar dat zeg ik gelukkig niet "jahoor, alleen lijkt het me wel een grote stap want we wonen nu in Amsterdam dus.." ik maak me zin niet eens af zo verlegen ben ik. "Ja dat snap ik wel, maar het lijkt me wel leuk hoor nieuwe buren vooral omdat er dan eens eindelijk leeftijdsgenoten in de buurt zijn. O, ik heb me niet eens voorgesteld, ik ben Ewald" Sam moet lachen "Ewald? Oké ik heet Sam en ben 7 jaar! Hoe oud ben jij?" Ewald lacht "ik ben 15 en over 3 weken word ik 16" Sam kijkt hem met grote ogen aan "jij ben oud!" we moeten alle drie lachen. "Nou, ik ben Bo" "Bo, Sam! Waar zijn jullie?" ergerend kijk naar mijn moeder die naar ons toe loopt "hallo jongeman, Charlotte Verhoef" mijn god, ze is echt raar "Ewald, ik woon hiernaast" "wat leuk, dan heeft Bo ook meteen een leeftijdsgenoot" ik zucht, waarom gaat ze niet even weg? "Wat is er Bo? Schaam je je weer? Kom op zeg doe eens even normaal!" mijn moeder kijkt me streng aan "jezus" mompel ik, Ewald kijkt me lachend aan "nou, anders laat ik je de boerderij wel even zien, goed?" meteen neem ik het aanbod, dan hoef ik tenminste niet bij mijn moeder in de buurt te zijn. Samen lopen we over het grote grindpad wat ons naar een stuk bos leidt wat ook bij dat huis hoort. "Kijk, dit is de mooiste plek" Ewald blijft staan en gaat zitten op een wit bankje en ik ga naast hem zitten, hij heeft gelijk hier is wel heel mooi! We zitten op een open plek waar de zon volop schijnt. Overal staan oude bomen en struiken. Het gras is heel hoog en er groeien prachtige bloemen. Het allermooiste is dat er een soort meer in het midden van de open plek ligt.
"Inderdaad, het is hier prachtig!" "Ja hé? Waar komen jullie ook alweer vandaan?" "Amsterdam, ben je daar wel eens geweest?" verbaasd kijkt Ewald me aan "ja tuurlijk, wat dacht jij dan?" "euh, wil je echt weten wat ik had verwacht van het platteland?" vraag ik hem "ja, lijkt me wel leuk" hij lacht "oké, im had verwacht dat de mensen die hier woonde op klompen zouden lopen, in blauwe pakken met een pijp in hun mond en dat de kinderen hier kleren die zouden dragen die vreselijk uit de mode waren en dat ze heel raar praten, maar het valt mee" ik kijk hem aan "oké, maar het valt mee? Vind je mij een boertje?" vraagt hij, ik lach "nee! Je bent geen boer hoor! Iedergeval je lijkt er niet op" We moeten lachen, gelukkig is er tenminste één iemand hier die normaal is. Hoewel, ik heb niemand anders van hier ontmoet maar de mensen hier moeten wel raar zijn anders wonen ze hier toch niet? Natuurlijk heeft Sam ons weer gevonden en meteen hoor ik gekrijs achter me, Sam rent op ons af en roept:"kijk, ik heb een waterpistool gekregen!" Helemaal trots laat hij zijn gele waterpistool zien. "Van wie heb je dat gekregen?" vroeg ik "van een man" zegt Sam "ja Sam, welke man? Die makelaar?" Sam schudt zijn hoofd. Ik laat hem maar, hij heeft dat vast van een boer gekregen ofzo. "Hoe oud ben je eigenlijk?" vraagt Ewald als Sam druk met zijn waterpistool bezig is "14" hij knikt "weet je al naar welke school je gaat hier?" vraagt hij "nee, maar het is ook allemaal nog niet zeker. Zijn die scholen wel dichtbij?" "jahoor, er zijn twee scholen dichtbij, ik zit op de dichtstbijzijnde" ik knik "is het leuk daar? Hoelang fiets je erover?" hij lacht " aan het fietsen wen je we, het is een uurtje fietsen" ik kijk hem verschikt aan "en de school is inderdaad hartstikke leuk. Wat kijk je, is er wat?" ik kan het niet geloven, een uur fietsen!? "Euh, nou ik dacht dat je zei dat je er een uur over doet om naar school te fietsen" ik kijk hem hoopvol aan in de hoop dat hij een foutje had gemaakt en 10 minuten bedoelde "ja, maar het valt best mee een uur. Sommige kinderen doen er langer over hoor" "oh, oké" dat lijkt me echt vreselijk saai: een uur fietsen!
Reageer (2)
Haha bedankt!
1 decennium geledenOe.....een uur fietsen....
1 decennium geledenHans....zo'n grappige naam