Dag. 37. 1/2. GEVAAR!!!!
s' Ochtends werd ik wakker door het geruis in de bomen. Ik gaapte en deed mijn ogen open. Ik rekte me uit en liep naar een plasje water en dronk er water uit.
'En, lekker geslapen?' van schrik maakte ik een sprongetje in de lucht. Ik draaide me om en keek recht in de wolven ogen van mij broertje.
'Ja prima. Jij?'
'Mhwa... Ik had een nare droom, 'zei hij zacht.
'Wil je vertellen waar over hij ging,' vroeg ik vriendelijk.
'Nee, liever niet.' hij wipte zenuwachtig op zijn poten. Aan zijn houding kon ik al zien dat het over mij ging... Als dat zo zou zijn dan moest hij het wel vertellen anders kon het goed mis lopen. Toen kwam Thomas aanlopen.
'Hai Thomas!'
'Hallo,' Zei hij nog half slapend.
Ik grijnsde en zei: 'Niet goed uitgerust? Daar weet ik wel wat op.'
'Nou?' Zei hij gapend. Ik gooide een hele plens water op zijn kop. Hij schudde zijn kop uit en keek mij een beetje boos aan. 'Moest dat?'
'Ja dat moest,' Zei ik grijnzend en gooide nog een plens water op zijn kop. Hij gromde speels en ik rende zo hard als ik kon weg. Ik krijg je nog wel! Maar niet vandaag!Maar al snel had hij mij in gehaald en sprong boven op mij.
'Ik heb je!'
'Maar niet voor lang!' Ik sprong op en rende weg.
'Kom hier!' Ik negeerde hem. Dacht hij nou echt dat hij mij te pakken kreeg? Maar het geluid van een helikopter bracht me terug bij de problemen die we werkelijk hadden.
'Oh nee......'. Ik legde mijn oren plat en gromde. Hoe dom was ik geweest? Al die tijd denken dat ik vrij zou zijn! Natuurlijk zouden ze mij proberen op te sporen! Plotseling sprong iemand op mij...
Ik staarde vanaf een rots naar de lucht. Hoe lang zou het nog duren voordat ze me weer vonden?. Pascal kwam naast me zitten.
'Ze gaan je weer vinden hè?' Ik hoorde de verdriet in zijn stem. Ik knikte en slikte moeizaam.
Hij sloeg zijn poten om mijn hals en zei: 'Als je gaat, dan ga ik mee.'
'Nee, dat is te gevaarlijk.'
'Maar ik wil je niet weer kwijt raken...'
'Dat zal ook niet gebeuren. Dat beloof ik.'
'Maar, je zei net nog dat ze je weer zouden vinden.'
'Dat weet ik, maar dit keer zal ik me nog erger verzetten.'
Thomas kwam ook naast me zitten en zei: 'Als we moeten vechten dan zullen alle panters die nog vrij zijn je helpen Elsa.' Ik keek achter me en zag dat daar alle getransformeerde panters zaten. Mijn ogen waren helemaal vochtig. Zouden ze dat echt voor mij doen? Ik keek weer naar boven. Er vlogen steeds meer helikopters over. Ze wisten al dat ik daar was.
'Mag ik heel even alleen zijn?' Ik sprong van de rots af en vloog dieper het bos in. Ik veranderde in een mens en begon daarna nog verder te rennen. Waarheen? Geen idee. Als het maar weg was, ver weg van hier. Ik wilde weg van de helikopters, weg van mijn broertje die ik alleen maar in gevaar bracht. Plotseling viel ik. Iets had mijn been vast gepakt en ervoor gezorgd dat ik vast zat. Ik deed mijn broekspijp omhoog en zag een diepe snee in mijn been zitten. Toen ik er even naar had gestaard viel ik flauw.
De witte leegte. Waarom volgde het me steeds? Ik zuchtte en probeerde op te staan. De snee in mijn been hield me tegen. Er kwam nog steeds erg veel bloed uit gestroomd. Al snel kwam Lusie aan gerend met een groot blad een twee bundeltjes kruiden.
'Hoe komt dit?'
'Ik heb geen idee... Ik struikelde,' Antwoordde ik. Ze keek naar de snee.
'Dit is niet zomaar een snee…' Mompelde ze. Ze veegde voorzichtig het bloed weg en haalde een pin uit mijn been. Ik snakte naar adem. Hoe kan dat nou? Ik had daar niks van gevoeld. Als ik zelf die snee had moeten verzorgen dan had ik die pin over het hoofd gezien.
'Les nummer 1, kijk altijd eerst goed in de wonden van jou of van anderen voordat je het verbind,' Zei Lusie zacht. Ik knikte om te laten zien dat ik het snapte. Ze kauwde het blad fijn en deed het in -ja, in- de wond. Het prikte verschrikkelijk. Toen ze er ook nog de kruiden erbij deed begonnen mijn ogen te prikken.
'Het is goed hoor,' Ze lachtte. 'Over tien minuten moet het er weer uit en dan komt er een verbandje om heen. Het eruit moeten halen, dat was niet de leukste vooruitzicht.’ Nadat ik tien minuten had gewacht haalde ze het er weer uit. Dat zoals ik al dacht nog meer pijn deed. Het goedje wat eerst in mijn snee zat gooide ze weg. Ze pakte nog een ander blad en deed die om de snee.
'Zo nu moet je voorzichtig doen.'
'Lusie, ik denk dat dat nogal lastig gaat aan gezien...' Ik slikte. 'Op aarde word achterna gezeten. Ze zitten me op de hielen.'
'Laat je dan pakken.'
'En dan nog een keer een maand vast zitten? Dacht het niet!' Lusie keek naar me als of ik gek was.
'Hebben ze je ontdekt?'
'Ja, de hele roedel.... Ik weet het, ik ben een slechte leider....' Lusie schudde haar hoofd en ik was weer weg uit de witte ruimte.
'Elsa, kom op! Opschieten! Word wakker!' Er werd een plens water in mijn gezicht gegooid en ik was in een keer klaarwakker. Ik stond op en veranderde meteen in een wolf.
'Waar moeten we heen?' Vroeg ik aan Pascal.
'We moeten terug naar pantsers territorium, Thomas wil een soort van toespraak houden. En hij zei dat hij niet zou beginnen zonder jou.' Ik rende snel terug naar hun terrein en ging voor de rots zitten.
'Zo, daar zijn jullie. Laten we beginnen.' Hij zuchtte 'Zoals jullie weten is het zo dat Elsa de leider van de wolven gezocht word en nu dus hier is.' Er werd een beetje boos gemopperd, waardoor ik me erg schuldig voelde.
'Maar ik heb besloten om haar samen met haar broertje hier op te vangen. Dat moeten jullie maar accepteren. Bovendien zijn wij hun wat schuldig. Pascal werd een paar weken terug gepest door panters uit deze groep.' Nu klonk er wel instemmend gemompeld. ' Als ze worden gevonden dan zullen wij hun met zijn allen beschermen. Gesnopen? Mooi zo! Nu is dat ook weer achter de rug.' Hij sprong van de rots af en liep naar mij toe.
'En wat kunnen we nu het beste doen?' Fluisterde hij zacht.
'Weet ik niet.' ik liep een stukje het bos in samen met de anderen. Niet heel veel later rook ik mensen. Maar het was al te laat. We werden omsingeld.
Reageer (1)
Ohhhhh neeeeee
1 decennium geledenSnel verder het is zo spannend