Oude wonden
Heey hallo daar lieve lezers, hier is weer een nieuw hoofdstuk,
reacties en tips zijn altijd welkom
veel lees plezier
reacties en tips zijn altijd welkom
veel lees plezier
H9: Oude wonden
‘En hier komt u te slapen vrouwe Nienor,’ Angel wees naar de grote houten deur en maakte met een gebaar van haar hand de deur open. ‘Ik heb mijn dochter in de zelfde kamer ingedeeld zodat u niet een kamer met deze lieve heren hoeft te delen.’Angel glimlachte naar de elven om aan te geven dat ze het niet kwaad bedoelde, maar haar glimlach werd half beantwoord.
‘Ik dank u vrouwe Angel,’ langzaam betrad Nienor de slaapkamer en ging op het bed zitten. ‘Vind u het erg als ik even wat ga rusten, op een één of andere manier voel ik me wat slap en misselijk.’ En met een hand op haar borst en een bleek gezicht keek Nienor Angel aan.
‘Natuurlijk,’ Angel deed de deur zachtjes dicht. ‘Ik haal je wel als we gaan eten.’
‘Dank u.’
En de deur sloot zachtjes in de klink.
Nienor keek hoe de deur dicht langzaam in de klink viel en legde zich lang uit op het bed neer, sloot haar ogen en liet de geur van Lelies de kamer vullen, op de gang stierf het geluid van pratende elfen weg. Túrin riep nog iets, maar Nienor hoorde het al niet meer, haar ogen vielen langzaam dicht en ze viel weg in een zwart gat.
‘Gegroet Nienor,dochter of Húrin, hier zien we elkaar weer voor dat we eindigen.’
De stem van Glaurung de draak echode door haar hoofd en Nienor bevond zich weer in Brethil, het land waar ze samen met haar broer woonde. Haar broer met wie ze getrouwd was en van wie ze in verwachting was, maar dat kwam allemaal door dat Glaurung haar had betoverd bij de ruïnes van Nargothrond.
‘Ik schenk je de vreugde dat je eindelijk je broer hebt terug gevonden. Leer hem kennen zoals hij werkelijk is: iemand die in het donker steekt, die voor zijn vijanden verraderlijk is en een voor zijn vrienden trouweloos is, en die een vloek is voor zijn familie: Túrin, zoon van Húrin! Maar de ergste van al zijn wandaden voel jij zelf binnen in je!’
En toen de draak stief voelde Nienor hoe al haar herinneringen terug kwamen en hoe haar lichaam schokte. Glaurung had in zijn kwade plannen er voor gezorgd dat zij bij haar lang verloren broer terecht kwam en door zijn sluier die over haar heen hing, trouwde ze met hem en verwekte een kind. Het ongeboren kind dat nog steeds in haar buik zat.
Tranen gleden over Nienor’s wangen toen ze terug dacht aan die dag. En waar ze toen in de wateren van de teiglin in was gesprongen.
‘Waarom,’ snikkend in haar droom zakte Nienor in elkaar. ‘Waarom moet ik me dit weer herinneren. Ik dacht dat alles nu afgelopen was. Volgt Morgoths vloek ons nog steeds?’
Een wind blies op en als antwoord kwam er een stem die op die van Morgoth leek:
‘Gedenk mij woorden! De schaduw van mijn gedachten zal op hun drukken, waarheen ze ook gaan, en mijn haat zal ze achtervolgen tot aan de uiteinden van de wereld.’
Deze woorden drongen tot in haar oren en bleven nog even na galmen. We zullen nooit onder zijn vloek vandaan komen,’ jammerde Nienor terwijl ze met haar hoofd op haar handen ging liggen. ‘We zullen altijd vervloekt blijven zolang we buiten de hallen van Mandos verblijven.’
‘Vrouwe Nienor?’
Zachtjes werd er op de deur geklopt maar Nienor hoorde het niet, ze lag nog steeds huilend op het bed met haar hoofd op het kussen.
‘Vrouwe Nienor?’klonk het weer, en dit keer ging de deur langzaam open. Maar weer geen reactie van Nienor.
Nu was de deur helemaal open en de jonge Angel liep naar binnen, haar voeten waren nauwelijks te horen terwijl ze zich naar het bed bewoog, ‘Vrouwe Nienor? Komt u, mama zegt dat we gaan eten.’ Angel schudde Nienor zachtjes door elkaar. ‘Vrouwe Nienor, word wakker, we gaan eten.’
Na wat vijf minuten duurde, voor Angel leek het een eeuwigheid, werd Nienor toch wakker, haar gezicht was nat van de tranen en haar ogen waren rood.
‘Wat… wat is er?’ verbaast keek Nienor op en ze keek verwild de kamer rond alsof ze dacht dat Morgoth naast haar stond. Zo diep lag haar angst dat ze dacht dat haar droom werkelijkheid was.
‘Vrouwe Nienor?’ met een klein stemmetje keek Angel naar haar gast. ‘Is alles goed, heeft iemand u pijn gedaan?’
Het duurde even voordat Nienor door had dat ze niet in Brethil was maar in een slaapkamer van een huis.
‘Waar ben ik?’ Maar voor dat die woorden haar mond uit waren, wist Nienor het weer. Ze was door de Valar gekozen om samen met haar broer en een groep elven bij een vrouw in te wonen om te worden beoordeelt of ze ooit nog onder de levenden mochten komen. Langzaam kwam Nienor omhoog, armen wijd en geeuwend. Die droom was angstaanjagend echt, nog half slapend wendde ze zicht tot Angel. ‘Sorry ik slaap nog half, wat zei je net?’ en met een glimlach op haar gezicht probeerde ze haar problemen weg te lachen.
Maar Angel had het niet in de gaten wat er allemaal in Nienors hoofd afspeelde.
‘Mama zegt dat we kunnen eten en we zitten op u te wachten, vrouwe.’
‘Ik kom er aan.’ En zo snel als ze kon stond Nienor op, balanceerde even van het ene been naar het andere been en liep toen het kleine meisje achter na. Ze heeft wel iets van Lalaith, schoot het door Nienors hoofd terwijl haar ogen de bewegingen van Angel volgde, die leek te zweven terwijl ze dansend door de gangen huppelde. Angel had donker haar, haar broer Aragorn had precies het zelfde, want door hun aderen en die van hun broertjes, stroomde het bloed van Númenor en de hoge elfen van de onsterfelijke landen.
‘Um, Angel is het toch?’
Angel stopte met haar dansje een keek met opgetrokken wenkbrauw achterom, maar haar mondhoeken hingen nog wel sierlijk omhoog.
‘Vertel eens, is je moeder echt een erfgenaam van Morgoth?’ Nienor wist dat het een brutale vraag was en dat ze het eigenlijk niet aan Angel’s dochter zou moeten vragen, maar haar angst en nieuwsgierigheid waren toch de drijfgang van haar vraag, maar Angel haalde haar schouders op.
‘Geen idee, dat zou u aan mama moeten vragen.’
Angel stopte even, leek nog wat te willen zeggen, maar schudde haar hoofd.
‘Kom we moeten gaan, mama heeft heerlijk gekookt. Nauw ja papa heeft mee geholpen natuurlijk, maar mama heeft leren koken van de beste. Van een hobbit Samwise Gamgee en…’
Angel bleef door praten maar dat hoorde Nienor al niet meer, want opeens kwam een geur die Nienor al jaren niet meer had geroken. De geur van eten, warme aardappelen en groenten, Nienors mond begon al te wateren als ze er aandacht.
Maar een luide grom maakte daar een einde aan.
‘Was dat uw maag, vrouwe?’ de kleine Angel keek even naar Nienor en opende de deur naar de eetzaal.
‘Ja, een beetje wel.’ Nienor lachtte en liep de deur door. En gelijk botste ze tegen een muur van geuren op. Nienor ademde even in en liet alles tot zich komen zo rook ze wortels en gebraden vlees en even leek het alsof ze weer thuis was. Want de eetzaal leek op die van de elfen in Doriath.
Want de eetzaal was groot met in het midden een ronde tafel die magisch was vergroot waar zeker dertig man aan kon zitten.
‘Het is prachtig.’ Was het enige dat Nienor uit kon brengen. Haar stem echode door de keuken en een groepje dat al aan tafel zat, Nienor had hen niet eens gezien, keken om.
‘Nienor hier heen.’
Met een luid geschraap schoof Túrin zijn stoel naar achter en trok een stoel links van hem naar achter. En Nienor liep glimlachend op haar broer af. Haar droom zou ze voor nu vergeten.
Reageer (2)
Weeew, dat is snel na de ander (gezien de tussentijd van de andere hoofdstukken)! Hou dit vol en je maakt mijn leven een stuk vrolijker :')
1 decennium geledenarme Nienor
1 decennium geledenik kreeg hier honger van! (ook al heb ik juist twee bollen zelfgemaakt ijs met chocoladesaus en slagroom achter de kiezen)