Foto bij eerste zwerkbal wedstrijd!

8e hoofdstukjee :)

De hele school begaf zich naar het zwerkbalveld om de eerste wedstrijd te zien tussen Zwadderich en Griffoendor.
De jongeheer Marten was ervan overtuigd iedereen te vereren met zijn aanwezigheid, en zijn trouwe metgezel Noot zat naast hem. Bellatrix was rond deze leeftijd in een opstandige periode en ontkende haar eeuwige toewijding aan de toekomstige Heer van het Duister (spoiler).
Er was rond die tijd nog geen mevrouw Hooch aangenomen, dus professor Smalhart nam de taak op zich om de wedstrijd te leiden. Zijn zelfwaardering was zo groot, dat het hem liet denken alles aan te kunnen.
Hij keerde zich eerst tot de grote opkomst en sprak: ‘Hallo, mijn beste leerlingen! Wat fijn dat jullie hier zijn gekomen om naar mij… ik bedoel de wedstrijd te kijken! Na de wedstrijd zal er de gelegenheid zijn om een handtekening te ontvangen en met mij op de foto te gaan. Tevens zal ik…’
‘Ja ja ja!’ brulde Moss erdoorheen. ‘Gaan we nog beginnen of wat?’
Smalhart was even ondersteboven van deze onderbreking. Iemand die hem afkapte? Wat gebeurde er nou? Zag dat kind niet hoe geweldig hij was?
‘Ik moet haar gelijk geven!’ viel Nathalie Moss bij en de twee dames deelden een goedkeurende blik.
‘Euhm…’ Maar professor Smalhart werd weer onderbroken.
‘Ik moet de stinkende Zwadjes gelijk geven,’ zei Ginny nonchalant, leunend op haar bezem en haar o zo schone nagels bekijkend. ‘We moeten maar eens iets gaan doen. Niemand van ons wordt er jonger op.’
‘Spreek voor jezelf!’ zei Morgan beledigd, die misschien wel in de overtuiging was voor altijd jong te blijven.
‘Hé, zo praat je niet tegen mensen!’ zei Lieke tegen Morgan, in een poging haar vriendin te verdedigen.
‘Nou, ik moet zeggen dat het anders niet zo heel moeilijk was,’ zei Morgan, terwijl ze onzichtbare stofjes van haar shirt plukte.
Moss en Nathalie moesten lachen om deze woordenwisseling.
‘Wat staan jullie nou stom te grinniken?’ snauwde Ginny.
De lach was meteen verdwenen van beide gezichten.
‘Wat zei je nou?’ vroeg Moss en ze liep dreigend naar Ginny toe.
Ginny, totaal niet uit het veld geslagen (maar goed ook, gezien de aankomende zwerkbalwedstrijd), liep Moss tegemoet. ‘Je hoorde me goed. Of ben je doof?’
‘Doof?’ herhaalde Nathalie en ze stond Moss bij.
‘Ja, doof,’ zei Morgan, gewoon om ook iets te zeggen.
‘Doof,’ zei Lieke, gewoon voor de duidelijkheid.
‘Inderdaad, doof,’ zei professor Smalhart.
Iedereen keek hem verwijtend aan en hij begon onschuldig te fluiten en in het rond te kijken.
‘Doof, hè?’ zei Moss.
‘Waarom herhaalt iedereen mij?’ vroeg Ginny.
‘Misschien zijn ze doof,’ merkte Lieke op.
‘Mensen, kunnen we nou eindelijk eens met de wedstrijd beginnen?’ vroeg professor Smalhart.
Van de tribunes was er “boe” geroep te horen van mensen die veel liever een ruzie zagen. Een zekere leerling had zelfs het góre lef om een tomaat te gooien naar Smalharts perfect gekapte haar. Die arme man moest nu weer drie uur voor de spiegel staan om elk plukje op zijn plek te krijgen.
‘Vechten, vechten!’ hoorden de leerlingen plotseling van de tribune komen.
Bellatrix keek naar de tribune en zag dat het Marten was. Er verscheen een dromerige glimlach op haar gezicht. ‘Hij moedigt ons aan,’ zei ze zacht.
‘Wat zei je?’ vroeg Narcissa, die naast haar stond.
‘Niks hoor,’ zei Bellatrix vlug.
Narcissa keek haar achterdochtig aan.
Nathalie kreeg een grijns op haar gezicht toen ze de woorden ‘vechten, vechten’ hoorde. ‘Dat vind ik eigenlijk wel een goed idee,’ zei ze. Ze zocht iets in haar gewaad en haalde de pollepel er uit. Die stak ze dramatisch de lucht in. ‘At last, my arm is complete again!’
De amateurspelers zetten een stap achteruit, bang veranderd te worden in een meatpie.
‘Oh, daar hoef je niet bang voor te zijn hoor,’ zei Ginny luchtig.
Nathalie keek haar met samengeknepen ogen aan. ‘Wát zei je?’
‘Dat ze daar niet bang voor hoeven te zijn,’ herhaalde Ginny. ‘Ben je doof ofzo?’
‘Doof?’ herhaalde Lieke.
‘Begin nou niet weer,’ zei Morgan hoofdschuddend.
Er ontstond een heel gekibbel over het woord doof, totdat professor Anderling arriveerde op het Zwerkbalveld. Dam dam dammmm…
‘Zijn jullie nou nog niet begonnen?’ vroeg ze geërgerd. ‘Schaam je diep,’ sprak ze de Griffoendors toe. ‘Jullie zouden hier’ – ze knikte naar de Zwadderaars – ‘boven moeten staan.’
‘Nou ja zeg,’ mompelde Moss.
‘Hoezo partijdig,’ fluisterde Gabriëlle.
Professor Anderling deed alsof ze niets had gehoord. ‘Goed, iedereen klaar gaan staan!’
De teams gingen ieder in de juiste positie staan en wachtten tot Anderling floot. Het fluitje klonk en iedereen steeg de lucht in. ‘Zo moeilijk was dat toch niet om ze te laten beginnen?’ vroeg professor Anderling aan professor Smalhart, die inmiddels weer teruggekeerd was.
‘Oké, stelletje luchtpiraten!’ sprak Morgan “haar” team toe. ‘We gaan de tegenpartij een poepje laten ruiken!’
‘Iew!’ zei Lieke en ze greep naar haar desinfectiespray en begon verwoed om zich heen te spuiten. ‘Bacillen! Bacteriën! Ongedierte! Moss!’
‘Hé!’ blèrde Moss beledigd. ‘Had je wat, Stinkie?’
‘Zeg!’ zei Ginny. ‘Bemoei je met je eigen teamspelers, ja!’
‘Vertel mij niet wat ik moet doen!’ zei Moss.
‘Ja, vertel haar niet wat ze moet doen!’ viel Nathalie haar bij.
‘Bekken dicht!’ schreeuwde George die ook enige inspraak in de zaak wilde hebben.
‘Ja, meneer,’ zei Nathalie gehoorzaam, waardoor Moss bijna van verbazing van haar bezem viel. Sinds wanneer gaf Nathalie geen grote mond terug? Moss voelde de behoefte haar vriendin te beschermen tegen deze onzin.
‘Hé, brulaap!’ schreeuwde ze naar George. ‘Zo praat je niet tegen haar!’
‘Noem mijn vriendje geen brulaap!’ zei Nathalie.
‘Ik ben je vriendje niet!’ protesteerde George.
‘Je hoeft je niet te schamen, je had het een stuk slechter kunnen treffen!’ beweerde Nathalie, en ze keek naar Lieke, die besloot een Beuker naar Nathalie te sturen, waarmee een ietwat gewelddadige wedstrijd begon.
In plaats van de Slurk waren het scheldwoorden die voornamelijk over het veld vlogen en de vocabulaires waren weer bijgewerkt. Ergens vanuit de tribunes klonken weer de woorden “vechten, vechten!” waar vooral Morgan, Moss en Nathalie gehoor aan wilden geven, maar na de woorden van Anderling “Don’t make me come up there!” besloten ze het “gevecht” via zwerkbal voort te zetten.

De Wachter van Griffoendor was volgens Morgan kwalitatief uitermate teleurstellend en ze sloeg daarom dat arme kind van zijn bezem, waarna ze Lieke tot Wachter doopte.
‘Dit, en dit alleen, is je nieuwe functie,’ zei Morgan.
‘Amen,’ zei Lieke, waarna ze een boze blik kreeg van Morgan, die deze zwerkbalwedstrijd een tikkeltje te serieus nam.
Andromeda, die Jager was, was samen met enkele andere amateurspelers achter de Slurk aangevlogen en probeerde de goedkeuring van Morgan te winnen, door een Jager van Zwadderich van haar bezem af te trappen.
‘André!’ schreeuwde Morgan kwaad. ‘Je functie is Jager, niet trapper! Laat Zwadderich met rust!’
‘Maar… maar…’ sputterde ze.
‘Ja, laat Zwadderich met rust!’ zei Bellatrix, die in al haar glorie (lange zwarte jurk) rondhing in de lucht. ‘Ik en Lucius zullen je inmaken.’
‘Het is Lucius en ik,’ corrigeerde Lucius zijn toekomstige schoonzuster (spoiler).
Bellatrix keek hem vies aan en met gebrek aan betere woorden brulde ze: ‘You filthy little halfblood!’
‘Wat klets je nou, vrouwenmens?’ zei Lucius.
‘Hoe noemde je mij?’ vroeg Bellatrix beledigd.
‘Hé, opletten!’ zei Moss, die zichzelf als teamcaptain zag. ‘We gaan dit hoe dan ook winnen!’
‘Ha, grappenmakers!’ zei Ginny. ‘Wij zullen winnen, want wij hebben de goede instelling; winnen is belangrijker dan meedoen!’ Ze knikte tevreden over haar eigen woorden.

Plots zag Morgan, die een beetje verveeld om zich heen keek, iets gouds voorbij schieten. Het duurde even voordat dat tot haar doordrong, vooral omdat ze tijdens het vervelen met haar ogen leden van het Zwadderichteam wilden laten ontvlammen. Zonder succes…
Toen het besef haar bereikte dat het de gouden Snaai was die haar pas was gepasseerd, schoot ze erachteraan.
Moss, die stiekem Morgan in de gaten had gehouden, reageerde gelijk en zette de achtervolging in. De meiden gingen hoger en hoger de lucht in en vlogen op een gegeven moment zij aan zij.
‘Wat ga jij van het weekend doen?’ vroeg Morgan.
‘Mwa, ik weet het nog niet zeker,’ antwoordde Moss. ‘Misschien naar Zweinsveld, een paar mensen lastigvallen.’
‘Ik had het idee het huiswerk van Ginny te verstoppen, zodat die rare Noot daar de schuld van krijgt,’ vertelde Morgan enthousiast.
‘Oeh, dat klinkt ook leuk!’ zei Moss.
De meiden kwamen dichter bij de gouden Snaai en hielden op met het gezellige gebabbel. Morgan was net iets dichterbij dan Moss en…

Ondertussen op de grond…

George had in zijn verleden als superspion ernstig goede ogen ontwikkeld en zag wat er gaande was tussen Morgan en Moss. Al ontkende George elke band met Nathalie, hij voelde wel iets van affectie voor haar en haar team zou en moest winnen!
Hij haalde voor de verhaallijn een gouden Snaai uit zijn broekzak en gooide die de lucht in. Het kleine balletje ging hoger en hoger en hoger en… jaja, nog hoger!
En toen…
‘Hebbes!’ klonk het van allebei de dames en helemaal te blij vlogen ze naar beneden.
‘Gewonnen!’ klonk het van beide teams, waarna ze elkaar beschuldigend aankeken. ‘Valsspelers!’
‘Iets is hier gaande,’ meende George, die niet op wilde vallen.
‘Een zwerkbalwedstrijd,’ zei professor Smalhart. Voor de verandering haalde hij een kam door zijn haren.
George keek professor Smalhart geërgerd aan.
‘Hé!’ zei Nathalie. ‘Praat niet zo tegen mijn vriendje!’ Ze pakte haar pollepel weer en sloeg er dreigend mee op haar handpalm.
Professor Smalhart was te druk met zijn haar bezig en had dit niet in de gaten.
‘Hij kan ook echt niets,’ zei professor Anderling geërgerd en ze stond op van de tribune. Met haastige voetstappen liep ze naar beneden.
‘Professor, ik weet zeker dat wij gewonnen hebben!’ zei Morgan en ze zette haar grootste puppy ogen op.
Hier had professor Anderling echter geen boodschap aan. ‘Hoe kunnen er in Merlijns naam twee gouden Snaaien in het spel zitten?’
‘Dat is werkelijk een mysterie,’ zei George.
‘Die van Morgan is nep!’ zei Moss beschuldigend.
‘Nee, jij bent nep!’ zei Morgan.
‘Spreek voor jezelf!’ riep Moss.
‘Beledigde jij mij nou net?’ vroeg Morgan.
‘Dat heb je goed gehoord, ja,’ zei Moss tevreden.
‘Ze is dus in ieder geval niet doof,’ mompelde Lieke.
Ginny keek Lieke geërgerd aan. ‘Dat woord kan ik vandaag niet meer horen,’ zei ze.
‘Welk woord? Doof?’ vroeg Lieke onschuldig.
‘AAAH!’ Ginny viel stijl achterover.
‘Ginny!’ zei professor Anderling ongerust. ‘We moeten met haar naar de ziekenzaal!’
‘Hallo, en deze wedstrijd dan?’ vroeg Morgan. ‘Er zit hier een luchtje aan.’ Ze keek naar Nathalie, die snel naar Bellatrix wees.
‘Zij heeft vanmorgen niet gedoucht! Zij was het!’
Bellatrix wilde crucio gebruiken, maar bedacht zich vanwege professor Anderling.
‘Goed, ik breng Ginny naar de ziekenzaal. Professor Smalhart …’ Professor Anderling keek zijn richting uit.
Nog steeds was professor Smalhart druk bezig met zijn haar. Professor Anderling kuchte even. ‘Uhum.’
Iedereen schrok totdat ze beseften dat het professor Anderling was en niet professor Omber. ‘Professor Smalhart zal jullie naar de rechtszaal brengen.’
‘De rechtszaal?’ vroeg Lieke verbaasd.
‘Ja, ben je doof ofzo?’ zei professor Anderling.
Ginny kwam even bij uit haar kritieke toestand, trok gillend aan haar haren en viel weer stil neer.
‘De rechtszaal, ja,’ zei professor Anderling met een zorgelijke blik op Ginny.
‘We hebben niet eens een rechtszaal,’ zei Lieke wijsneuzerig.
‘Oh mijn God, Lieke!’ zei Morgan. ‘Je kunt niet zo maar zeggen dat er geen rechtszaal is! Zweinstein heeft alles!’
‘Behalve internet,’ klonk het vanaf de grond.
Iedereen keek richting Ginny, maar die leek nog steeds in kritieke toestand te verkeren. Kevertje met naam liep stiekem weg.
‘De Grote Zaal kan perfect als rechtszaal dienen,’ zei professor Anderling terwijl ze Ginny van de grond raapte. ‘Ik zal er zo snel mogelijk zijn. Ik ben de rechter.’
‘Heeft Lieke geen verstand van rechten?’ vroeg Bellatrix.
‘Over een aantal jaar pas,’ antwoordde Lieke.
‘Ah…’ Bellatrix keek bedenkelijk.
‘Ja, daar moet je even over nadenken, is het niet?’ zei Lieke tevreden.
Anderling besloot dat Ginny te zwaar was voor haar oude botten en sleurde de leerlinge mee naar de ziekenzaal.
‘Goed,’ zei professor Smalhart, die het voortouw nam. ‘Naar de rechtszaal, iedereen!’
Voor de verhaallijn luisterde iedereen naar professor Smalhart.

De Grote Zaal was omgetoverd (letterlijk). De eettafels waren verdwenen (die arme Nathalie zette gelijk een zoekactie op) en de banken waren ook weg. Er stonden rijen stoelen klaar en helemaal voorin de zaal hing een groot schilderij was professor Anderling. Enkele grappenmakers hadden haar een snor en baard gegeven.
Iedereen nam plaats en wachtte gespannen af. Wat zou er gebeuren? Wie was er schuldig? Wie zou de doodstraf krijgen? De strop of onthoofding?
Er klonk geroezemoes, totdat professor Anderling te ruimte enterde in rechterskostuum en naar voren liep.
Professor Perkamentus stond naast het rechterstafeltje. ‘Ah toe, Minerva. Laat mij nou een keer rechter zijn!’
‘Albus, je neemt deze taak lang niet zo serieus als zou moeten,’ vond ze en ze pakte het hamertje vast die professor Perkamentus terug trok.
‘Hij is van mij!’
‘Laat los, Albus!’
‘Nee, Minerva! Het is mijn beurt!’
‘Albus, gedraag je een beetje!’
‘Ik wil het niet!’
‘Albus, geef die hamer hier!’
‘ORDE!’ schreeuwde Moss, waarbij iedereen verbaasd haar kant op keek.
‘Bedankt,’ zei ze zelfvoldaan.
Professor Anderling gaf een goede ruk aan het hamertje en kreeg die te pakken. Ze sloeg, in de al doodstille zaal, op haar tafeltje. ‘Orde! Orde! Albus, ga staan!’
Professor Perkamentus, die achterover was gevallen na het verlies van zijn geliefde gereedschap, krabbelde overeind.
‘Goed,’ ging professor Anderling verder. ‘De beklaagden zijn Moss en Morgan.’
‘Hoezo dat? Dat is oneerlijk! Bezwaar! Ik wil niet! Ik ga niet terug naar de gevangenis! Ik weiger! Ik doe hier niet aan mee! Ik ben hier te goed voor! Heb genade! Ik heb kinderen!’ Moss viel huilend op haar kinderen en in haar hoofd was professor Anderling al een voorlichtingsinterventie aan het opzetten.
Morgan hield de eer aan zichzelf en liep met opgeheven hoofd naar voren toe, in het voorbijgaan vies kijkend naar Moss. Wat een asociale vertoning.
Moss, die uit haar huilbui kwam, strompelde ook naar voren en ging naast Morgan staan.
‘Goed, voordat we overgaan op enkele getuigen, wil ik horen wat de dames zelf te zeggen hebben,’ zei professor Anderling.
Moss liet deze kans niet aan haar voorbij gaan. ‘She cheated!’ wijzend naar Morgan. ‘I hate her!’
‘No, you don’t hate her,’ zei professor Anderling sussend.
‘I hate her,’ zei Moss met een piepstemmetje.
’Nou, ik ben ook niet gek op jou,’ zei Morgan en ze sloeg haar armen over elkaar. ‘Eerst leuk en lief doen, en dan zeggen mij te haten. Jij hebt vals gespeeld, ik heb gewonnen. Klaar.’
‘Zo makkelijk kom je hier niet mee weg,’ voorspelde Moss. ‘Ik ga je inmaken! Samen met Nathalie, toch Nathalie?’
Nathalie, die met een dromerige blik over George zat te kwijlen, keek om bij het horen van haar naam. ‘Huh, wat? Wat gaan we doen?’
‘Wraak, Nathalie. Wraak!’ zei Moss met een duistere blik in haar ogen.
Voor ze het wist, raakte Morgans vuist Moss’ gezicht.
‘Een voltreffer!’ zei Nathalie enthousiast. ‘Vechten, vechten!’
Marten haalde al zijn tomaten weer tevoorschijn.
‘Orde!’ riep professor Anderling. ‘Orde in de zaal!’
Ze kreeg een tomaat tegen haar hoofd en keek met bloeddoorlopen ogen naar Marten. ‘Nablijven!’
Hij keek naar Noot. ‘Ja, schoft!’
Noot, die de plannen van Nathalie’s zoekactie naar de eettafels tot in de details aan het uitwerken was, keek op. ‘Wat?’
‘Trap niet in die zogenaamde onschuldigheid, professor Anderling,’ zei Marten met zijn goede manieren en talent om iedereen om zijn vinger te wikkelen. ‘Laatst heeft deze jongeman het huiswerk gestolen van een van uw meest getalenteerde leerlingen.’
‘Hielenlikker,’ mompelde Morgan. ‘Ik moet kotsen. Mag ik deze formidabele rechtszaak verlaten, professor?’
Moss dacht Morgan door te hebben. ‘De hoofdverdachte vlucht!’
‘Hoofdverdachte?’ herhaalde Morgan. ‘Zeg!’
‘Oh, twijfel je aan mijn fenomenale detective talenten?’ vroeg Moss uitdagend. ‘Ginny mag dan afstammen van speurhonden, maar mijn familie gaat terug tot Sherlock Holmes!’
‘Tuurlijk, en mijn familie gaat terug tot Queen Elizabeth,’ merkte Morgan op.
Plots knielde de hele zaal voor Morgan.
‘Wow…’ was alles wat ze zei.
‘Mijn familie gaat terug tot Bond, James Bond!’ beweerde Gabriëlle, die als enige was blijven staan.
‘Voel je je nu bijzonder, ofzo?’ vroeg Nat-Halie. ‘Morgan stamt of van de koningin! De KONINGIN!’
‘De koningin?’ vroeg Gabriëlle.
‘Begin nou niet weer,’ zei Nat-Halie hoofdschuddend. ‘Er is al iemand gek geworden door het herhalen van het woordje doof.’
Uit de verte klonk een ijzige gil van Ginny.
‘Orde!’ riep professor Anderling. ‘Mag dat, prinses Morgan?’
‘Heh, watte?’ zei ze en ze keek sloom op. ‘Ja, doe waar je zin in hebt.’
Anderling sloeg met het hamertje op haar tafel. ‘Orde in de zaal, stelletje deugnieten! De uitspraak luidt dat Morgan en Moss allebei…’
De deuren van de Grote Zaal vlogen open en daar stond Ginny met een hysterische blik in haar ogen. ‘Bezwaar! En ik wil niemand het d-woord horen zeggen.’ Ze liep strijdlustig naar voren…

Er zijn nog geen reacties.


Meld je gratis aan om ook reacties te kunnen plaatsen