Tobias, ashlyn en Damion reden verder naar Paran. Ze hadden onderweg besloten om Evrest niet meer mee te nemen en gelijk door te gaan. Onderweg spraken ze weinig.
Damion bewoog zijn armen en zwaaide zijn benen naar voren en weer terug. Hij was zo blij dat hij zich weer kon bewegen en dat de opgekropte energie voor een grote tijd rustig was.
'Tobias, vertel eens wat over wat een drakenleerling moet doen?' vroeg hij en Tobias keek de jongen vreugdevol aan. Tobias was al benieuwd wanneer hij dat zou vragen.
'Een drakenleerling begint zijn opleiding tijdens de openingsritueel. Daarbij worden de stenen Ruby, Saffire, Emerald, Opal gekozen door de leerling. De steen kiest de leerling, want uitendelijk zullen degene die de steen erft doorgaan met de opleiding en de rest zou moeten afvallen. Dan begint de opleinding, je wordt getraint in zwaarvechten, je leer je magie te gebruiken via de steen en krijgt kennis over alles om je heen.
De leerlingen worden drie maanden getraind voor de eerste verandering, deze verandering duurt vrij kort, maar dat zal je dakenlichaam leren kennen, door de vorm en kracht. Dan wordt er weer drie maanden getraind en uiteindelijk zal de eind ritueel plaatsvinden waarbij je een volledige draak zult worden. De test bestaat uit drie fases: kennis, kracht en uithoudingsvermogen.'
Damion wist niet dat het zo veel was, maar Tobias was nog niet uitgepraat.
'Helaas mag ik je nu geen zwaardvaardigheden trainen of magie leren, maar ik kan je wel kennis laten opdoen over de omgeving en wat wij draken doen voor Pawei,' zei hij en Damion knikte, en keek kort naar zijn zwaard aan zijn riem.
'Maar ik mag toch wel zelf trainen?' vroeg hij en Tobias knikte. 'Maar natuurlijk, je zult het nodig hebben om je te verdedigen,' zei hij en Tobias begon te glimlachen,hij spoorde zijn paard aan en reed in galop verder.
Damion keek Ashlyn aan en begon te lachen en reed zelf achter Tobias aan gevolgd door de waterninf.

Zwijgend reden ze tussen enorme bergen door en Damion keek met mond open naar de enorme bomen. Hij keek naar de lucht en hoopte dat vliegen een zaligheid moest zijn.
Tobias hield zijn paard in bij een klein beekje en keek naar de stand van de zon.
'Over een uur wordt het donker, we maken een vuurtje en rusten voor deze nacht, Damion sprokkel zo veel mogelijk hout en Ashlyn kan jij water verzamelen en de waterzakken weer vullen,' zei hij en Damion keek hem toen aan.
'En wat ga jij doen?' Vroeg hij, maar Tobias snoerde al zijn mond. 'Vanaf nu ben je mijn leerling, en ik wil dat je me met meerster aanspreekt,' zei hij en Damion schudde zijn hoofd.
'Maar Tob... Ik bedoel meester, wat gaat u doen?' vroeg hij nu vriendelijker en Tobias ging zitten en liet zich achterover in het gras vallen.
'Ik blijf hier de wacht houden,' beantwoorde hij zijn vraag en Damion liep een eind van de man vandaan en zocht naar kleine en grote takken. Alles was nat en vochtig en dat zou veel rook geven.
Ashlyn liep met volle waterzakken terug naar de kamperment en toen naar de jongen toe.
'Moet ik je helpen?' vroeg ze. 'Nee, het gaat het is niet zoveel,' zei hij en liep met de takken in zijn handen naar Tobias en begon alles op te bouwen.
'Wacht nog even met het vuur, ik wil mijn kracht even uitproberen,' zei hij en hij blies zacht in zijn handen waardoor die begonnen te gloeien. De gloeiende handen streek hij over de takken die sissend warm werden en vlam begonnen te vatten.
Hij klapte twee keer in zijn handen en zijn handen doofde gelijk.
Damion keek met mond open naar de man en het vuur. 'Dat mijn jongen is echte magie, en geen gewone goocheltruck die je vaak ziet bij de gewone burgers,' zei hij.
'Mag ik ook eens proberen,' zei hij en concentreerde zich op de steen, hij haalde rustig wat energie eruit en blies zijn energie naar zijn handen die als fakkels oplichten. Blauw licht kleurde zijn handen, zweet parelde over zijn voorhoofd, maar de kracht kon hij niet lang volhouden en de gloeiende handen doofde naar twee droge handen.
Hij had gefaald, de teleurstelling werd groot, maar de ogen van Tobias waren groot toen hij zag dat de vonken van het vuur, kleine vuurvliegjes waren. Hij keek met mond open naar de dwarrelende lichtpuntjes, voordat ze doofden.
'Dat is het mooiste wat ik ooit gezien heb,' stamelde Damion en Tobias knikte instemmend. Hij had gezien dat Damion zijn best had gedaan dat aardig gelukt was.
Zacht riltselend geluid in de bosjes, deden de drie medgezellen omdraaien en keken naar de kant waar het geluid vandaan kwam. Tobias pakte zijn dolk uit zijn houder en kwam langzaam overeind, om naar het geluid toe te lopen.
Damion bleef zwijgend zitten, met zijn hand klaar om aan te vallen, maar Tobias trok zijn dolk terug en greep met twee volle handen in de bosjes. Damion kwam overeind en liep naar Tobias toe om te zien wie het was.
'Tobias, wat was dat...' maar voordat hij zijn zin kon afmaken zag hij het lange donkerbruine haar van een beeldschone vrouwe die met grote ogen tegenover Tobias stond.
'Tobias?' zei ze vragend en nu was het Tobias die haar vraag beantwoorde. 'Falence, wat een eer om u hier te zien,' zei hij en hij hielp de slanke dame uit de bosjes en Damion kon zien dat ze lang bruin haar had waar een vlecht langs liep. Tussen haar bruine haren staken schitterende puntoren. Falence zag dat de jongen naar haar staartde en ze liep op hem af en tot zijn verbaazing was ze niet lang, ze kwam net boven damion uit.
'En wie mag zich de gelukkige noemen om met Tobias mee te reizen?' vroeg ze en Damion kwam niet uit zijn woorden.
'Ik ben Damion, zoon van Lazulis,' zei hij en de ogen van Falence schoten open. Ze boog licht en stak haar hand uit naar zijn borst. 'Ik voel sterke magie in je hart, je hebt een zuivere ziel mijn vriend,' zei ze met wijze woorden.
'Mag ik vragen of u werkelijk waar een elf bent?' vroeg Ashlyn die naast Damion kwam staan. Falence draaide zich naar het witharig meisje en glimlacht. 'Wat leuk je te zien hier Ashlyn, ' zei ze en vervolgens keek ze terug naar Tobias.
'En ja, ik ben een elf, maar niet zomaar een elf. Ik ben een drakenelf. Ze trok een van haar handschoenen uit waar op de rug van haar hand een lichte steen te vinden was.
'Ik ben de erfgenaam van de steen Opaal, de kracht van de storm.' Damion's mond stond open van verbazing.
'Maar dan kunt u ook in een draak veranderen en magie besturen,' zei Damion opgewonden en wilde alles weten van deze elf. Tobias ging naast haar staan.
'Helaas ben ik geen draak meer Damion, ik ben mijn krachten al jaren verloren,' zei ze en toen zag Damion de scheur in de steen.
'Maar hoe kan dat?' vroeg hij verder. Tobias keek weg van haar, terwijl Falence naar de man keek. 'Ik probeerde Tobias te redden tijdens een van de meest gevaarlijke missies, door een overgetelijke fout scheurde de steen en sindsdien ben ik mijn krachten verloren,' zei ze. Damion keek naar Falence en wist niet wat hij daarop moest zeggen, hij wist goed hoe het is om een grote fout te maken.
'Kom laten we wat gaan eten en de rest van je verhaal horen,' zei Ashlyn en ze liepen samen naar hun plek voordat het geheel donker werd.

Reageer (1)

  • TheMockingjay

    Ooh! Een elf wat geweldig!
    Snel verder!

    1 decennium geleden

Meld je gratis aan om ook reacties te kunnen plaatsen