De Zuidelijke Waterstam - 50
“Mogen we dan nu gaan?”, vroeg iemand.
“Nog even geduld. Ik wil eerst met Sicho en prinses Yue terug naar de stam, om te kijken hoe alles gaat. Jullie kunnen me over een half uurtje achterna komen.”
“Maar we willen nu terug! We hebben al zo lang gewacht!”
“Prinses Lizzie heeft haar redenen”, zei Sicho. “Maak jullie geen zorgen, over een half uurtje zien jullie je families weer.”
Samen met Sicho en Yue liep ik terug naar de stam.
“Prinses Lizzie, ik, mijn zoon… Krijgt hij écht nog een kans?” Ik keek Sicho aan en begreep dat hij dat niet vroeg omdat hij me niet vertrouwde, maar omdat hij bezorgd was. Hij had al een zoon verloren.
“Ja, Sicho, wees gerust”, zei ik kalm.
“Lizzie breekt haar beloftes nooit”, zei Yue. “Het komt goed.”
“Oké dan.” Sicho zuchtte even.
“Kom, we zijn er bijna, we moeten gaan kijken hoe het gaat in je stam.” Al vanop een afstand zag ik soldaten van generaal Ylein op strategische punten rond het dorp staan. Ik herkende de generaal ook meteen en liep er heen.
“Prinses.” Hij maakte een buiging.
“Goedenavond, generaal. Hoe loopt alles hier?”
“De leden van de stam hebben hard gewerkt om alles op te bouwen.” Ik keek naar de stam. Iedereen was inderdaad bezig hard te werken en ze leken ook goed samen te werken. Veel verbetering was er echter nog niet meteen te zien.”
“Oh, alles is opgekuist”, zei Sicho echter. “En kijk, ze zijn daar een nieuwe iglo aan het bouwen en bij die iglo is het ergste al opgelapt en…” Ik glimlachte om zijn enthousiasme. Plots besefte ik dat er mensen ontbraken, zowel soldaten als stamleden.
“Generaal, kan het zijn dat niet iedereen hier is?”, vroeg ik. Stamleden konden natuurlijk in de iglo’s zijn, maar van soldaten zou me dat wel erg verbazen. Sicho en prinses Yue leken prompt te verstijven.
“Ze zijn vlakbij, prinses.” Hij aarzelde even.
“Lizzie…”, fluisterde Yue in mijn oor.
Reageer (2)
Het kan ook nooit ff goed gaan hé...
1 decennium geledensnel verder
Wat? Waar zijn ze? Zeg dat ze zijn vissen zeg dat ze zijn vissen
1 decennium geleden