Hulpboekvragen bij boek I
- r.1:
waarop slaat 'olla vogalla' en hoe zet Kreud zichzelf hiermee neer?
-r.4
Welk stijlfiguur herken je hier?
Hoe zet Kreud zich hiermee neer?
Kreud?
-r.6
Tot welk genre kun je dit epos rekenen als je kijkt naar de regels hierboven en het aanroepen van steun van goden?
-r.7
Wie bedoelt de auteur met 'my moedertje'?
-r.8
Wat bedoelt Kreud met 'fiese dingetjes'?
-r. 11
Leg de penisgrap uit
- vanaf r. 12
Hoe merk je hier dat Kreud overgaat op een subverteller?
- r.13
Welke stijlfiguren herken je hier, en wat is hun functie?
-r. 14-15
Wat voor zinnigs zou je kunnen zeggen over stijlfiguren?
-r. 16
'lichtne'; hier: ogen
-r. 20-24
Waarom vertrekt Anio
-r. 24
Welke serie bedoelt Dideau?
-r. 26
Dit is een verwijzing naar welk boek van welke schrijver?
'je le jure' naar welke populaire Franse musical over de Franse Revolutie is dit een verwijzing?
- r.28
Wat is TCL?
-r.30
Uit deze regel blijkt dat Dideau nog steeds seksuele fantasietjes heeft over Ania. Neom een tekstelement. In hoeverre duidt dit op onderbewuste sekzuele verlangens van Kreud?
Er zijn nog geen reacties.