sorry dat il lang niet meer op quizlet heb gezeten!
maar nu een lekker lang hoofdstukjee :)
veel plezier met dit leuke hoofdstukjeee:)
5e hoofdstukjee:)

In de meidenwc’s van de tweede verdieping waren duistere, tevens gezellige praktijken gaande.
Dolochov werd ondersteboven in de wc gehouden door Bellatrix. Narcissa (die overigens geen dooddoener is, maar wel altijd achter Bellatrix aanliep) probeerde haar zus eerst nog te stoppen, maar toen ze had gezien hoe víés de wc eigenlijk wel niet was, was ze begonnen met schrobben. Noot, die liever Theodoor genoemd wilde worden, maar waar wij geen boodschap aan hebben, gluurde onder de deurtjes door van de andere wc-hokjes. De eerste drie hokjes waren leeg, maar toen stond hij opeens oog in oog met Jammerende Jenny. Zij gilde, Noot gilde, en rende snel de wc’s uit.
Narcissa was net klaar met schrobben en keek tevreden naar het resultaat. Ze deed haar mauwen weer goed en waste haar handen. Maar potverdorie! Door het vele spatteren van Dolochov werd de net schoongemaakte vloer weer helemaal vies! Terwijl Narcissa druk aan het dweilen was, werd er op de deur geklopt.
‘Wie is dat?’ vroeg Narcissa wantrouwend.
‘Ik, Lucius. Ik ben op zoek naar Dolochov.’
‘Die is hier inderdaad. Kom maar binnen.’
Lucius deed de deur open en kwam naar binnen gelopen. Hij zag een bloedmooi meisje staan met een dweil in haar handen. Ze had lange blonde haren en bruine ogen. Hij herkende haar als Narcissa. Ze leek een beetje in slowmotion te bewegen toen ze verder ging met dweilen. Lucius wist even niet wat hij moest doen, tot hij een bekende stem hoorde die hij zó ontzettend haatte. Het was haar zus, Bellatrix. Wat had hij een hekel aan haar.
Lucius keek naar de kant waar het geluid vandaan kwam en schrok van het afschuwelijke schouwspel. Dolochov’s haren waren helemaal nat en hij zat onder de viezigheid. Ook zijn kleren waren niet zoals ze geweest waren. Lucius besefte zich iets dat het allemaal nog erger maakte. Dolochov had het opstel -dat hij overigens voor hem geschreven had- waarschijnlijk in een van zijn zakken zitten. Nu kon hij dat opstel nooit op tijd inleveren.
‘Wat gebeurt hier?’ brulde Lucius door de meidenwc’s.
Zelfs Jammerende Jenny was er een beetje bang van geworden.
Geschrokken keek Bellatrix om. ‘Lucius.’ Haar ogen kregen de bekende arrogante blik, die ze toen al had. ‘Wat een aangename verrassing… Waarom begeef je je in de meidenwc’s, JIJ VIEZE KLEINE HALFBLOED!’
Lucius dacht even na. ‘Ik ben geen… geen halfbloed, Bella.’ En hij veegde wat speekselspetters van zijn gezicht, die Bellatrix samen met haar misplaatste belediging naar zijn hoofd had geslingerd.
‘Noem me geen Bella!’ zei ze kwaad. ‘En wat moet je hier?’
Lucius ging met een hand door zijn haren en stak zijn neus in de lucht. ‘Dolochov heeft iets wat mij toebehoord.’
Bellatrix keek even vies van Dolochov naar Lucius. Daarna zei ze: ‘Je mag hem hebben.’
Lucius liep zijn bekende loopje richting Dolochov en stak zijn hand uit. ‘Give me the essay, or watch your friends die.’
Dolochov greep even naar zijn hart, maar bedacht zich toen. ‘Ik… ik heb geen vrienden.’
Lucius trok twee perfecte wenkbrauwen op. ‘Oh…’ Hij was even uit het veld geslagen, maar herstelde zich snel. ‘Geef me gewoon dat opstel!’
Dolochov grabbelde in zijn zakken en haalde een hoopje verzopen papier tevoorschijn.
Lucius pakte het met een vies gezicht aan. ‘Wat is dit?’
‘Je opstel,’ piepte Dolochov.
Lucius’ voorgevoel was juist geweest. Hij zou het opstel nooit op tijd in kunnen leveren. ‘Bella, waarom heb je dit gedaan?’ Hij wendde zich tot het Zwarts-zusje dat hij het meest haatte.
‘Ik heb niks gedaan,’ zei ze achteloos. ‘En noem me géén Bella!’
Narcissa had alles meegekregen. Ze legde de dweil aan de kant en liep op het drietal af. Ook Jammerende Jenny durfde haar gezicht weer te laten zien.
‘GEEN PANIEK!’ zei Narcissa. ‘Zou ik je opstel mogen?’
Lucius keek Narcissa aan met een blik in zijn ogen die hij nog nooit had gehad. Hij voelde zich ook anders, anders dan normaal. ‘Ja hoor.’ Hij gaf het opstel aan Narcissa, veel erger kon het toch niet worden.
Narcissa nam het aan, pakte haar toverstok en mompelde een spreuk waardoor het papier weer droog werd. Ze gaf het opstel terug aan Lucius.
‘Wauw, dank je wel!’ zei hij en tevreden bekeek hij het opstel. Dit zou vast een goed punt worden. Hij keek weer naar Narcissa, voelde zich opeens erg verlegen worden en rende, net als Noot, vlug de meidenwc’s uit.

Morgan, Ginny en Lieke, die samen met de rest van de laatstejaars Griffoendors over de tweede verdieping liepen, zagen Lucius de meidenwc’s uitkomen.
‘Ah, de schoft!’ riep Ginny ontzet.
‘Wat een viezerik!’ volgde Lieke met grote, geschrokken ogen.
‘Ik heb hem altijd al een freak gevonden,’ zei Morgan schouderophalend en ze liep haar twee klasgenoten voorbij. Ze had toch niks met die twee stuudjes.

Bij Moss en Nathalie…

Die twee zaten nu met de rest van Zwadderich weer in de les van professor Sneepie. Niet dat ze er ook maar een enkele boodschap aanhadden. Ze staarden verveeld voor zich uit, tot opeens een leerling van Zwadderich – de oren en ogen van de school – een belangrijke mededeling had. Omdat Sneep het hoofd van Zwadderich was, stond hij het toe dat zijn “boeiende” les even werd onderbroken voor deze ernstig belangrijke mededeling.
‘Vanmiddag zijn er, voor álle afdelingen, selecties om toegelaten tot de Zwerkbalteams van dit jaar!’
Moss en Nathalie keken elkaar aan met díe blik in hun ogen. (Díe blik? Ja, díe blik. Dat kunnen Moss’ en Nathalie’s).

Er zijn nog geen reacties.


Meld je gratis aan om ook reacties te kunnen plaatsen