H 10
De drie reisgenoten reden zwijgend door de spleet. Ze waren al een behoorlijk eind opgeschoten en ze hoopte tegen de avond de vlaktes te kunnen zien. Tobias wilde wat zeggen, maar hij slikte zijn woorden weer in. Ashlyn reed op de paard van Fahren.
Hij had gezien hoe Ashlyn tekeer ging tegen Fahren en gewoon hem aan de boom vastgebonden achterliet. Damion zat voorover gebogen in het zadel en had zijn ogen gesloten.
Zijn armen waren vastgebonden aan de teugels om te voorkomen dat die mee zouden bewegen. Damion was een keer wakker geworden en had wat kunnen eten en drinken, maar zijn lichaam reageerde net zoals een aantal uren geleden.
Tobias draaide zich terug in het zadel en zuchtte van verlichting toen de spleet breder werdt. Ze waren eindelijk aan het eind, ze hadden en overleefd.
'Tobias, is Damion echt de zoon van Lazulis en waarom breng je hem naar Paran?' vroeg Ashlyn om de stilte te verbreken.
Tobias keek het witharig meisje aan en knikte.
'Damion is inderdaad de zoon van Lazulis, en ik breng hem uit veiligheid naar Paran. Daar zou hij getraind en uiteindelijk de ritueel als draak afleggen. De steen op zijn borst zit daar niets voor niets en ik weet dat,' zei hij en Ashlyn keek hem niet begrijpend aan.
'Hoe bedoel je? En hoe is Lazulis aan zijn steen gekomen?' vroeg ze en Tobias liet zijn kraag zakken en schoof zijn bruine haren opzij, zodat zijn nek bloot kwam te staan. Ashlyn keek met grote ogen naar het kleine steentje in zijn nek. Het was rood gekleurd en glom door het licht wat erop scheen. 'Iedere draak is verbonden aan een steensoort. Emerald, Ruby, Saffire, Opal en Onyx. De vijf stenen staan voor de kracht die je erft:
Emerald voor natuur, Ruby voor vulkaan, saffire voor ijs, opal voor storm en Onyx voor duisternis. Ik ben zelf een van de draken die Ruby heeft geerfd, maar er was een draak die geen van de vijf stenen aankon, dus hij werd verbannen uit Paran samen met de drager van Onyx. De twee draken vielen uit elkaar en we kennen die als Lazulis en Onyx.
Lazulis nam de gedaante van een mens aan en nam een eigen leven, maar zijn heldere ogen verried hem en hij zwierf door Pawei tot hij een tempel bereikt had waar de laatste Lapisdrager gestorven was. Lazulis kende zijn vader niet en ook niet voordat hij aan zijn training begon. De Lapis Lazuli voor de kracht licht. Toen Lazulis stierf, veranderde zijn steen die hij geerfd had in een ketting, zodat zijn nabestaande het zou erfen...' Tobias wees naar Damion. '...Hij is de opvolger van de grote held en vader.'
Ashlyn luisterde naar zijn verhaal en had wat gehoord over deze hele gebeurtenis, maar niet dat Lazulis eigenlijk nooit bestemd was voor een van de stenen.
'Maar Tobias jij kan Damion's meester zijn, jij kan hem de basis leren om uiteindelijk de ritueel te behalen en een volwaardige draak te worden,' zei ze opgewonden, maar Tobias schudde al zijn hoofd.
'Dat is het hem nou juist, als Damion nog gewacht had met die ketting tot we in Paran waren, dan had hij nog een kans gehad, maar nu die steen zich al geplaatst heeft, is het nog onmogelijk om hem tot volwaardige draak te trainen.'
Tobias keek nu naar Damion die langzaam bij kwam. Hij brabbelde wat en zakte toen weer terug in een rusteloze slaap. Tobias had medelijden met die jongen, bovenal dat hij nu niks kon bewegen.
'De vlaktes,' riep Ashlyn en Tobias had niet in de gaten dat ze de bij het einde waren aangekomen. Hij keek naar een uitgestrekte landschap met uitstekende rotsen en beekjes.
In de verte waren de contouren van torens te zien.
'Evrest,' bracht er een kreunende stem van achteren en de twee voor hem keken geschrokken om. Damion had zijn ogen geopend en kon zich wat meer overeind hijsen.
Een glimlach verscheen op zijn gezicht.
'Damion vertel me hoe je je nu voelt?' vroeg Ashlyn en Damion zocht naar de woorden. 'Voel me goed...Nog wat moe en ik heb alleen nog steeds geen gevoel in mijn lichaam,' brabbbelde hij.
Tobias liet Beowin tot stilstand komen en steeg af, liep naar Damion en bond zijn handen los en hielp hem uit het zadel. 'We gaan onder een van die rotsen rusten,' zei Tobias en Damion leunde zwaar op de schouders van de man.
Hij sleepte hem naar een rotspunt die schuin stond. Tobias liet Damion tegen de rots aan leunen en rolde zijn mantel op tot een kussen.
'Ik zal je wond vershonen,' zei hij en trok voorzichtig de mouw van Damion op en knoopte het verband los.
De wond zelf was dicht, maar nog rood en het zag er allemaal netjes uit. Tobias liep naar zijn zadeltas en pakte een potje met verlichtende zalf. Damion keek naar de man en toen viel hem iets op. Er glinsterde iet in zijn nek.
'Tobias, wat glimpt daar zo in je nek?' vroeg Damion en Tobias keek de jongen aan. Hij liep met het potje zalf naar hem toe en ging naast hem zitten. 'Dat wilde ik je al veel eerder vertellen, maar ik ben niet zoals jij,' begon hij en Damion keek toe hoe hij zijn haar naar achteren schoof en de Ruby tevoorschijn kwam. Damion kon door zijn verlamming zijn wenkbrauwen niet omhoog gooien anders had hij dat nu gedaan.
praten koste moeite en het deed heel veel zeer. 'Is dat Ruby?' Vroeg Damion en Tobias knikte. Ashlyn had de paarden vastgebonden aan een overhangende tak en ging bij de andere zitten. Zelf pakte ze de hand van Damion vast en keek met grote ogen aan.
'Beweeg eens iets, maakt niet uit wat,' zei ze en Damion voelde dat zijn vingers begonnen te bewegen. Zijn gevoel in de vingers waren helemaal terug en hij kon nu weer voelen hoe de puntjes van het gras in zijn huid staken.
'Ik voel mijn vingers weer,' zei hij en Ashlyn liet zich opgelucht naar achteren vallen. 'Dat betekend dat ze op eigen kracht aan het herstellen is, maar mag ik de steen eens zien?' vroeg ze weer en Tobias hielp hem uitkleden, zodat zijn bovenlijf zichtbaar werd.
Ashlyn streek over de oppervlak van de steen en glimlachte. 'De steen helpt je met herstellen, maar het kost hem veel kracht. Die wond heeft je flink te pakken,' zei ze en wierp zich van hem af en ging liggen.
Het was een tijdje stil, toen de eerste spetters naar beneden vielen. Langzaam begon het te regenen, de spetters werden dikker en steeds meer tot er een stortbui van regen naar beneden viel.
Tobias en Ashlyn kropen dichter op Damion en sloegen hun mantels bij elkaar. Ze keken toe hoe de paarden de volle laag kregen. 'In iedere geval is Beowin degene die hier van geniet,' zei Tobias zacht en de twee jongeren konden hun lach niet inhouden.
De regen hield tegen de avond op en ze besloten om maar op de plek waar ze waren te overnachten. Damion was na de regen in slaap gevallen en wriemdelde steeds met zijn vingers over het gras, blij dat hij wat kon bewegen.
Tobias keek naar de lucht en liet een teleurgestelde zucht horen.
'Mis je het?' vroeg Ashlyn om de tijd te doden. Tobias keek de ninf aan en keek weer omhoog naar de opkomende sterren. 'Het is vrijheid, de kracht is enorm en de zin dat je je vleugels uit kunt strekken en kan vliegen door de wolken. Ik mis het, maar ik zou niets anders dan Paran bereiken en Damion alles leren wat ik weet,' zei hij en Ashlyn keek langs hem naar de ene heldere ster.
'Ashlyn, ik denk dat je gelijk hebt. Damion de basis leren voordat we Paran bereiken zou een goede zet zijn,' sprak Tobias verder en Ashlyn keek de man aan en glimlachte.
'Hij is er klaar voor, hij heeft alleen dat moment nodig, dat hij zijn kracht los kan laten,' zei ze en pakte uit haar zak een klein takje waar heldere groene knoppen aan
zaten.
Ze streek langs de bast en vervolgens naar Damion.
'Ik vrees voor het ergste, maar om hem zijn kracht los te laten is door hem te vertellen over zijn vader en wie zijn moeder heeft vermoord, dat zou hem verdrietig maken.'
Tobias schudde zijn hoofd. 'Dat zou hem in depressie leiden, Asmaltys zal hem helpen,' zei hij en Ashlyn had nog niet van die naam gehoord.
'Asmaltys?'
'De drakenleider, hij is nog jong, maar vol kennis.'
Ashlyn hield het hier maar bij toen haar iets te binnen schoot.
'De tempel van Lazulis, dat ik daar niet op gekomen ben, daar moeten we heen,' zei ze en nu begon Tobias te grijnzen.
Reageer (1)
Oeeh! Ik wil ook een steen in mijn nek of zo! En draak zijn!
1 decennium geledenSnel verder please