Fifteen | Afire love
Het was tegen tienen toen ik mijn telefoon hoorde afgaan. Half slapend, niet kijken wie er belde, neem ik op. “Hm,” komt er schor uit mijn mond. “Met Faye.” Hard zuchtend laat ik me terug vallen in het kussen en merk ik dan pas op dat Jasper niet meer naast me ligt. “Goedemorgen liefje,” Jaspers neppe zwoele stem klinkt door de telefoon. “Waar ben je?” zeg ik nog steeds schor terwijl ik mijzelf omhoog hijs. “Goedemorgen Jasper. Lekker geslapen, Jasper? Ja zeker, Faye. Jij ook?” Glimlachend schud ik mijn hoofd. “Ja,” zelf ik van vastbesloten. “Heb je lekker geslapen?” Ik hoor hem zachtjes lachen. “Jammer dat je het niet zelf kon bedenken, maar ja; heb prima geslapen.” “Mag ik dan nu vragen waar je bent?” Ik zie hoe zijn ‘normale’ kleding over de stoel hangt en zijn trainingskleren weg zijn. “Je lag nog heerlijk te slapen toen ik wakker werd tegen achten. Tim vroeg of ik mee ging trainen, enkel wat krachttraining als keepers onder elkaar. Michel is er ook bij.” Ik trek mijn benen op en laat mijn rug rusten tegen het hoofdstuk. Al gapend wrijf ik in mijn ogen en probeer ik alle woorden die Jasper zegt te volgen. “Ik dacht dat het ontbijt dat we samen zou hebben wel eventjes kon wachten en jij lekker verder kon slapen. Dat verdiende je wel.” Het enige dat ik kan doen is glimlachen. ik pruts wat met mijn haar. Draai het om mijn vinger heen, en dat steeds weer. Totdat ik besef dat hij dit alles niet kan zien en ik al voor bijna twee minuten stil ben. “Faye?” zegt Jasper, ik hoor een kleine bezorgdheid in zijn stem. “Sorry!” zeg ik meteen. “Was even aan het weg dromen.” Opnieuw hoor ik hem zachtjes grinniken. Ik voel hoe de warmte in mijn lichaam zich langzaam opbouwt. Hij is degene die me doet lachen, hij is degene die me doet geloven dat liefde bestaat. “Ik loop nu net het hotel binnen. Als jij je alvast gaat klaarmaken, kunnen we straks samen gaan ontbijten.” zegt Jasper dan vastbesloten. Op een manier dat ik er niks meer aan kan veranderen. “Tot straks, liefje.” Vertel ik hem zachtjes. “Tot zo,” En hij verbreekt de verbinding.
Hand in hand lopen we de ontbijtzaal binnen waar verschillende spelers uit de selectie zie zitten. “Faye!” Ik zie hoe Klaas-Jan gehaast zijn stoel naar achteren schuift en onze kant op komt lopen. “Half twee komen ze hier aan in het hotel. Zal ik tegen ze zeggen dat jij tegen tweeën in de lobby op ze staat te wachten?” ratelt hij in één stuk door. “We beginnen tegen kwart voor twee met trainen, dus dan heb je genoeg tijd toch?” “Ik zal hier klaar staan om twee uur. Zou ze meenemen naar de training en zorg er voor dat ze veilig aankomen!” “Het is je geraden!” zegt Klaas-Jan lichtelijk geïrriteerd. Ik weet dat dit zijn trucjes zijn om mensen bang te maken. Plagend sla ik tegen zijn bovenarm en begin lief te glimlachen. Zelf begin Klaas-Jan te lachen en geeft me een kus op mijn voorhoofd. “Bedankt, Faye.” “Hé, hé, hé! Rustig aan!” hoor ik Jasper achter me zeggen. Hij drukt zijn hand tegen Klaas-Jan zijn borstkas en drukt hem een paar stappen naar achteren. Het klinkt allemaal erg serieus, maar als ik een grote glimlach zie op Jasper zijn gezicht weet ik genoeg. Vriendschappelijk doen ze snel een handgreep. “Geniet van elkaar!” zegt Klaas-Jan voordat hij weer terug loopt naar de tafel waar hij aan het ontbijten was. Ik voel hoe mijn hand stevig word vastgepakt en ik word mee getrokken naar een tafel voor twee bij het raam.
Ik slik het laatste slokje van mijn verse jus door wanneer ik mijn telefoon hoor af gaan. “Het is je moeder..” zeg ik verontwaardigd wanneer ik ‘Nellie Cillessen’ op mijn beeldscherm ziet staan. Het blijkt Jasper allemaal niet zo veel te schelen aangezien zijn blik strak naar buiten blijft gericht. “Hé,” zeg ik toch nog lichtelijk verbaasd. “Dag lieverd,” Nellie haar lieflijke stem klinkt door de telefoon. “Hoe is het met je?” Glimlachend kijk ik naar Jasper die onnozel wat pluisjes van zijn shirt afhaalt. “Het gaat goed,” beantwoord ik haar vraag terwijl ik terug denk aan de fijne dagen met Jasper. “Heb een paar hele fijne dagen gehad met Jasper. Ging alleen iets te snel.” Ik hoor hoe Nellie een zachtjes slurpt van waarschijnlijk haar hete thee. “Heel fijn. En Jasper? Gaat het ook goed met hem?” Opnieuw bekijk ik Jasper nog eens goed terwijl hij mij dit keer ook strak aankijkt. “Ja,” begin ik. “Met Jasper gaat het ook goed.” Jasper kijkt me glimlachend aan en pakt mijn hand vast die al op tafel lag. Even blijft het stil. “En daar? Hoe is het bij jullie?” Jasper blijft me aankijken. Dit keer met een blik dat hij ergens ook nieuwsgierig is hoe het gaat op het thuisfront. “Hm,” begint Nellie en opnieuw slurpt ze zachtjes haar thee naar binnen. “Hier gaat het goed. Ton en ik zijn druk in huis bezig met wat veranderingen.” Terwijl ik aandachtig luister laat ik mijn vingers tussen Jasper zijn vingers glijden. “We kregen alleen bericht uit het ziekenhuis gisteren,” Ik voel hoe mijn hart een extra hartslag doet in een hele korte tijd. Mijn ogen staan vast op het gebroken witte tafelkleed. “Wat is er aan de hand? Is het erg?” Jasper pakt mijn hand steviger was waardoor ik hem aan kijk. Met grote ogen kijkt hij me aan. “Wat is er?” fluistert hij zachtjes. “Het gaat wat minder, soms is hij even van de wereld en houden we allemaal ons hart vast. Maar daar kan morgen alweer verandering in zijn.” Ik kijk Jasper bezorgd aan en vertel hem zonder woorden dat hij eventjes moet wachten. “En nu?” “Ik wou weten hoe het met Jasper was. Ik weet hoe gevoelig dit allemaal bij hem ligt. Ik weet hoe hij hier mee om kan gaan. Als jij niet bij hem was geweest op het moment en ik zou hem dit moeten vertellen, ging hij meteen naar huis.” Mijn lichaam slaakt een diepe zucht. “Laat me alsjeblieft meer weten als je zelf ook meer weet.” “Zal ik doen, lieve schat.” zegt Nellie, de vrouw die zo ontzettend lief is. “Jasper is sterk op het moment. Hij heeft alles onder controle en zo gefocust als dat hij nu is; zo heb ik hem nog nooit gezien.” Jasper kijkt me glimlachend aan, een kleine glinstering is in zijn ogen te zien. “Op het moment kan Jasper de hele wereld aan en zal hij iedereen trots maken wie hij trots kan maken. Opa is daar één van.”
Reageer (1)
Ik vind je verhaal zo mooi, vind het jammer dat het de laatste hoofdstuk is van je verhaal
9 jaar geleden