Hoofdstuk 2
Anne
Om precies kwart voor 6 zat iedereen aan tafel. 'Momentje stilte!' Riep Shenn. Het was meer voor de begeleiding het momentje stilte dan dat het voor ons bedoelt was. Iedereen was stil. 'Jullie mogen eten. Als je klaar bent met eten je bakje naar de keuken brengen en de groep die moet afwassen wast ze dan snel af. Jullie moeten vandaag om 6 uur bij jullie gezin zijn.' Zei Shenn. Niemand vloog het eten aan zoals normaal. De meeste vonden het nooit lekker. 'Anne, jij weet waar je moet zijn en zorg dat je op tijd bent. Het weeshuis moet gaan slechte naam krijgen.' Zei Shenn zonder mij aan te kijken. Ik knikte ookal zou ze dat niet zien. Ik keek Annastacia aan en moest in m'n neus knijpen om niet heel hard te gaan lachen. Annastacia en Krissy waren mijn beste vriendinnen, maar als ik moest kiezen vond ik Annastacia iets aardiger. Het was jammer dat ze op de andere slaapzaal sliep.
Ik pakte mijn lepel en liet die in de pap zakken ik bracht de lepel daarna naar mijn mond toe en deed de lepel met pap in m'n mond. Het smaakte heerlijk. De smaak van suiker op m'n tong. Meer kinderen bleken het lekker te vinden want de bakjes waren al snel leeg. Annastacia gaf mij een knipoog en ik lachte heel kort even. 'Anne!' Riep Shenn zonder om te kijken. Meteen was ik weer stil en bracht mijn bakje naar de keuken. Ik begon meteen met de bakjes af te wassen. Ik had niet lang en dat was ik wel gewend dus ik werkte snel door terwijl Annastacia afdroogde en Krissy en nog 3 ander meiden de tafels schoonmaakte.
5 minuten later was ik klaar. Mijn uniform wat we altijd aan moesten was niet echt schoon gebleven maar het boeide me niet. Krissy kwam de keuken in. 'Anne, Anna kom we moeten echt gaan!' Riep ze. Ik wist dat ze gelijk had dus snel droogde ik mijn handen af aan mijn witte rokje die nu niet echt meer wit was. Nou ja dat was hier in Kenia wel gewoonlijk dat kleren niet wit bleven.
Ik stormde de keuken uit gevolgd door Annastacia en Krissy die me al snel in had gehaald. 'Meiden!' Riep Shenn. Snel gingen we weer lopen. Maar zodra Shenn in haar kantoor was verdwenen rende we door de openstaande deuren naar buiten toe. Het rood-oranje achtige stof vloog omhoog maar ik bleef gewoon rennen. Ik was het gewend. We renden door de sloppenwijk heen en kwamen na en paar minuten rennen door vieze, kleine steegjes met allerlei vuil op de grond bij de grote weg uit. Het was een geasfalteerde weg. Er waren meer wegen die niet geasfalteerd waren dan die wel waren geasfalteerd. Samen met mijn twee vriendinnen rende ik langs de weg. Af en toe raasde er auto's voorbij maar toch gingen we af en toe op de weg lopen omdat het daar minder vermoeiend rennen was. Ik was intussen al moe geworden en voelde een steek in m'n zei maar ging gewoon door. Ik mocht absoluut niet te laat komen op m'n eerste dag. Er was een zei weg en snel rende ik erin. Ik stopte meteen daarna en liep terug naar Krissy en Annastacia. 'Tot vanavond!' Riep ik en daarna rende ik weg verder door de zijstraat. Ik kwam bij spoorbomen en snel zei ik voor wie ik kwam. De man knikte en liet me erdoor. Hij keek me nog even verbaasd na omdat ik nog jong was. Ik liep langs grote huizen en keek m'n ogen uit. Ik vond het prachtig. Het was hier veel mooier dan in Kibera de sloppenwijk waar het weeshuis was. Ook was het allemaal schoon hier. Er stond een grote paal met ene klok eraan. Ik zag dat het twee minuten voor 6 was. Snel ging ik rennen en probeerde niet afgeleid te worden door de grootte mooie huizen. Ik zocht naar nummer 503. Ik keek en zag dat ik pas bij nummer 350 was. Snel ging ik naar de overkant van de weg en ging nog harder rennen.
Er zijn nog geen reacties.