Gebaseerd op 'Het Meisje Met De Zwavelstokjes' van Hans Christian Andersen

"W-wilt u m-misschien een z-zwavelstokje kopen?" Smeekte een blondharige jongen met blauwe ogen. Het was ijskoud en de jongen had geen jas of ook maar iets warms aan. "Jongen, ga toch naar huis. Het is ijskoud." Zei een man die de jongen zag rondlopen. De jongen schudde zijn hoofd, maar de man was alweer doorgelopen. Met een diepe zucht liet de blondharige jongen zich tegen een ijskoude muur naar beneden zakken. Hij trok zijn knieën op en sloeg zijn armen om zijn benen in de hoop wat warmer te worden, maar veel effect had het niet want de jongen bleef het koud hebben en naar huis kon hij echt niet. Niet zonder geld. Zijn vader zou hem slaan, omdat hij weer niks verkocht had. De jongen had weinig keus en bleef dus stilletjes tegen de koude muur zitten.

"Kan ik misschien je zwavelstokjes kopen?" Verbaasd keek de blonde jongen op. Voor hem stond een jongen met groene ogen en knal groen haar. Hij had een glimlach op zijn gezicht. "Hoeveel kosten ze?" Vroeg hij. De blonde jongen gaf geen antwoord en bleef de groenharige jongen aankijken. "Wacht, hier, tien euro. Is dat genoeg?" De blonde jongen knikte en drukte alle zwavelstokjes in de groenharige jongen zijn hand. "Ik ben Michael. Wie ben jij?" "Luke." Fluisterde de blondharige jongen zacht. "Heb je het niet koud Luke?" Vroeg Michael. "Het gaat wel." Antwoordde Luke. "Maar je rilt. Hier." Voordat Luke iets kon zeggen had Michael zijn sweater al uitgetrokken en over Luke's hoofd getrokken. Langzaam stak Luke zijn armen door de lange mouwen. Michaels sweater was warm van zijn lichaamswarmte en meteen kreeg Luke het ook weer iets warmer. "D-dankje. Maar waarom geef je je sweater aan een wildvreemde?" Vroeg Luke aan Michael. "Ik weet het eigenlijk niet. Maar jij voelt niet als een wildvreemde.. Je bent speciaal. Het is anders bij jou, ook al ken ik je pas een paar minuten." Zei Michael. Een vreemd gevoel borrelde op in Luke's buik, net zoals in die van Michael. "Je hebt al je stokjes al verkocht en het is nog best vroeg.. Wil je misschien eh.. Mee komen naar mijn huis?" Verbaasd keek Luke naar Michael, maar daarna kreeg hij een glimlach op zijn gezicht en hij knikte. "Kom op dan." Zei Michael enthousiast en hij pakte Luke's hand vast. Een schok ging door beide lichamen van de jongens toen hun handen elkaar raakte.

Michael trok Luke mee naar zijn huis. Hij opende deur en schreeuwde naar niemand in het bijzonder dat hij thuis was. Hij schopte zijn schoenen uit en Luke volgde zijn voorbeeld. Michael trok Luke mee omhoog naar zijn kamer en daar plofte ze beide neer op Michaels bed. "Is dit niet vreemd?" Vroeg Luke na een tijdje. "Een beetje, maar het voelt goed." Antwoordde Michael. Luke keek op naar Michael, hij keek recht in zijn mooie groene ogen, Michael keek terug, hij zag een twinkeling in de blauwe ogen van de jongen tegenover hem. Langzaam leunde Michael naar voren. Hij sloot zijn ogen en drukte zijn lippen op die van Luke. Luke schrok eerst maar beantwoorde Michaels zoen uiteindelijk. Het was liefde op het eerste gezicht en onlangs dat het veel te snel ging voor het gevoel van beide jongens, voelde het toch goed, heel goed zelfs.

Vanaf dat moment ging alles heel snel, de jongens kregen steeds meer gevoelens voor elkaar. Michael kocht elke dag, al Luke's zwavelstokjes en ze gingen elke dag naar Michaels huis. Daar leerde Michael Luke gitaar spelen en zingen en ze speelde samen video games. Maar hun geluk bleek niet eeuwig te duren, want na ruim een maand werd Michael ziek, doodziek en tot Luke's grote verdriet overleed Michael.

***
Een week is voorbij gegaan, Luke was zo slim geweest om elke dag wat geld achter te houden zodat het leek alsof hij de zwavelstokjes bleef verkopen, maar dat geld is nu op. Hij loopt weer verdwaald rond, net zoals op de dag dat hij Michael ontmoette. Maar Michael was er niet meer. Maar er is nog iets dat Luke mist sinds Michael weg is. Liefde. Michael was de enige die Luke liet zien wat echte liefde is. Een traan rolt over Luke's gezicht. Het is kerstavond. Iedereen zit gezellig binnen met een versierde kerstboom en een heerlijk buffet. Als Michael er nog was, had hij Luke zeker weten uitgenodigd om bij hem te eten, dan had hij zelfs aangeboden aan Luke om bij hem te slapen. Dan hadden ze samen in Michaels bed gelegen en geknuffeld. Terwijl Luke afdwaalde in zijn gedachten heeft hij niet gemerkt dat hij beide schoenen en sokken is verloren. De arme jongen loopt rond op blote voeten, in versleten jeans en Michaels sweater. De zwavelstokjes heeft hij in zijn hand geklemd. Hij heeft nog geen enkel stokje verkocht.

Hopeloos laat Luke zich huilend tegen een ijskoude muur aan zakken. Een koude rilling loopt over zijn rug. De tranen beginnen nog harder te stromen, maar ze bevriezen vrijwel meteen. Het is ijskoud en tot overmaat van ramp begint het ook nog eens te sneeuwen. Luke begint nog erger te rillen, maar hij kan niet naar huis, want hij heeft geen geld verdiend en zijn vader zou hem daarvoor hoe dan ook straffen.

Om zichzelf toch een beetje warm te houden besluit Luke uiteindelijk om een zwavelstokje aan te steken. Het stokje licht op en verwarmd Luke zijn handen een klein beetje. Maar dat merkt Luke niet want in het licht van het stokje ziet hij Michaels gitaar. Hij zou hem het liefst vastpakken, want die gitaar voelde zo vertrouwt, maar het stokje dooft alweer en het is weer helemaal donker om Luke heen. Luke steekt een tweede stokje aan. Het stokje licht op en Luke ziet Michaels spel computer in het licht. Ook het tweede stokje dooft weer. Luke kijkt op naar de hemel en ziet een vallende ster. "Een vallende ster betekent dat er weer een ziel naar de hemel gaat." Hoort Luke Michaels woorden weerklinken in zijn hoofd. Daarna steekt Luke de rest van de stokjes tegelijk op. In het felle licht verschijnt Michael. Zijn Michael. Michael heeft een lieve glimlach op zijn gezicht. "Michael, oh Michael... Ik heb je zo gemist. Neem me alsjeblieft met je mee, ik kan niet leven zonder jou. Ik houd zoveel van je en sinds jij er niet meer bent is er niemand meer die van me houdt." Smeekt Luke. "Lieve Luke, dat is waarom ik hier ben. Ik zal je meenemen naar een plek waar alles beter is. Daar waar ik altijd van je zal houden."

Luke rent op Michael af en klemt zijn armen om Michaels middel heen. Samen stijgen ze op, naar een plek waar alles beter is, waar ze samen gelukkig zullen zijn en waar ze voor altijd van elkaar zullen houden. Ze verdwijnen en verschijnen als twee sterren aan de hemel.

De volgende ochtend zit er tegen de muur een blondharige jongen, zijn blauwe ogen zijn niet te zien want hij heeft zijn ogen gesloten. Zijn lichaam is ijskoud en zijn lippen zijn blauw, maar er rust een glimlach op zijn lippen. De arme jongen is doodgevroren, maar wat niemand ooit zal weten is dat hij beter af is daarboven. Luke is beter af bij zijn Michael, daar waar alles beter is en waar ze voor altijd van elkaar zullen houden.

Er zijn nog geen reacties.


Meld je gratis aan om ook reacties te kunnen plaatsen