H 9
Het heerlijke eten deed de vier medgezellen goed, toen ze zich hadden bevestigd om het vuur heen. Zelf bleef Fahren wat op de achtergrond. Hij was vaak stil en keek onzeker uit zijn ogen.
Fahren kwam overeind en liep naar zijn paard, waarbij Damion hem goed in de gaten hield. Zelf bleek hij nieuwsgierig te zijn en liep naar de jongen toe.
'Waarom ben je zo stil?' vroeg hij, maar Fahren bleef met zijn hand zijn zijn riem rusten.
Hij keek ineens op en trok zijn zwaard met een snelle beweging, waardoor Damion een aantal passen achteruit deed en zelf zijn zwaard trok. Tobias en Ashlyn hadden niets in de gaten.
Damion hield Remorse voor zich en keek naar de vurige groene ogen van wat zijn medgezel was.
Fahren begon de aanval zijwaards, waardoor die hard tegen het staal van Remorse kwam. Echter moest Damion een aantal passen naar achteren doen om de aanval te verdedigen.
Fahren stak zijn zwaard voor hem, waardoor Damion weer moeite had om die te ontwijken. Zweet parrelde over zijn gezicht van angst. Damion greep zijn kans en viel met een goede slag aan.
Hij had vaak kunnen oefenen in de smidse tijdens de pauzes, Ronald had hem vele technieken laten zien. Hij viel aan en Fahren kon hem niet ontwijken, waardoor de punt langs de arm van de jongen ging en een oppervlakkige snee achterliet.
Damion maakte weer een eenvoudige slag en Fahren had nu mazzel en de twee zwaarden kletterde tegen elkaar, waardoor nu Tobias en Ashlyn omkeken.
'Damion, wat gebeurd her?' riep Tobias die naar hun toe kwam lopen.
Damion raakte uit zijn concentratie en Fahren's zwaard sneed in zijn rechterarm. Door de schrik zakte hij neer en voelde hoe warm vocht zijn shirt doordrengt. Hij keek geschrokken naar de wond en zag dat er een behoorlijke snee in zijn arm zat, waar donkerrood bloed uit sijpelde.
'Bind dit om je arm,' riep Tobias en gaf hem een reep van zijn shirt, die hij afgescheurd had. Damion keek Tobias aan, maar nam toch de strook aan en stroopte voorzichtig zijn mouw op en nu zag hij waar hij geraakt was.
De snee was precies tussen de twee drakenkoppen gesneden. Hij bond de reep om zijn arm en trok het strak aan, zodat het bloeden zou stoppen.
'Je moet het goed in de gaten houden, het kan gaan ontsteken,' zei Tobias en Damion knikte. 'Ik heb vast nog wat zalf in mijn zadeltas, maar eerst moet het stoppen met bloeden,' zei hij en Damion knikte weer. Hij was blij dat hij hem wilde helpen, maar Fahren was het er helemaal niet mee eens en rende op Damion af, maar Tobias had zijn dolk al op zijn keel gelegd.
'Ik denk dat je wat uit te leggen hebt,' zei hij en Fahren hield zwijgend zijn mond en keek de man koelbloedig aan. Tobias drukte de dolk meer tegen de keel, maar Fahren zei totaal niets.
'Wat ben je echt? En hoe kan het dat je op wacht stond? Als je niets zegt, zal ik je openrijten en je voeren aan de sirene.' Fahren bleef zwijgen, maar gaf zich snel gewonnen.
'Jullie hebben niets gemerkt, als een soldaat moet je toch weten dat heldere oogkleuren verraden. Ik ben Fahren mijn soort wordt ook wel de Tari genoemd.'
Tobias zocht in zijn gedachten, maar kon niet weten dat deze jongen een Tari was.
'Tari's horen niet als een mens eruit te zien, Tari's zijn eigenlijk lelijke wezens, die kleiner zijn dan een mens en groter dan een dwerg. Als ik het eerder had geweten, had ik je eerder gedood,' riep Tobias nu, hij had zich niet meer.
'Tobias,' begon Damion en pakte Remorse op en hield die naar Fahren gericht, maar iets greep naar zijn lichaam en zoog hem naar de grond. Hij zag alles dubbel en alles begon nu ook te draaien.
Hij zakte weer door zijn benen en probeerde bij te blijven. Ashlyn rende naar hem toe, Damion voelde een verlichtende hand op zijn arm. Hij keek Ashlyn aan voordat hij zich liet vallen en alles wegviel.
Damion werd kreunend wakker, hij opende zijn ogen en zocht naar Tobias. Hij zat met een waterzak in zijn handen klaar om zijn dorst te lessen. 'Wat ben ik blij dat je wakker bent, je hebt ons wel laten schrikken,' zei hij en Damion zocht naar zijn energie om wat te zeggen, maar hij had moeite met de woorden te vinden.
'Hier drink wat,' zei hij en overhandigde hem de waterzak.
Damion wilde overeind komen, maar er schoot een steek van pijn door zijn rug en hij viel weer achterover op het gras. Iets deed zeer in zijn lichaam. Ashlyn ging naast hem zitten.
Haar ogen schoten open en richte zich gelijk op de vastgebonden jongen.
'Wat heb je met hem gedaan?' siste ze, maar de ogen zeiden niks bij Fahren. Ashlyn kwam overeind en beende naar de jongen en sloeg hem hard in het gezicht.
'Zeg op of ik laat je verdrinken,'schreeuwde ze en nu kwam er eenigszins wat uit de mond van Fahren.
'Hij is ten dode opgeschreven,' siste hij en nu kookte Ashlyn. Hij greep Fahren bij zijn kraag en trok hem totdat ze op ooghoogte waren.
'Hoe bedoel je?'
Fahren grinnikte en Ashlyn liet hem los, zodat hij hard op de grond kwam.
'Mijn zwaard is gedoopt in een serum, waarmee je met een wond de spieren verlamd raken tot je de juiste medicijn gevonden hebt,' zei hij toen hij zich rechtop gesleept had. Ashlyn keek nu naar Damion die op zijn rug in het gras lag.
Damion keek zelf terug naar Ashlyn, glimlachte en viel in slaap. Dat was het beste voor hem, hij moest rusten. Ashlyn liet Fahren achter en liep terug naar Tobias.
'We gaan, als we in Evrest zijn gaan we opzoek naar de juiste kruiden. Damion's spieren zijn verlamd, we binden hem vast op zijn paard en leid hem mee via touw.' zei ze en Tobias keek nu naar de slapende jongen.
Remorse lag naast hem, maar uit zijn schede. 'Laten we hopen dat de steen hem helpt,' zei hij en Ashlyn knikte.
'Ik ben een meermin, ik kan genezen, maar spieren heb ik nog nooit geleerd,' zei ze en Tobias begon de spullen in te pakken. 'Wat gaan we doen met menneer Tari?' vroeg hij en Ashlyn schudde zijn hoofd.
'We laten hem hier vastgeketend achter, hij komt hier nooit uit in zijn eentje, altans niet vanaf dit deel,' zei ze nog steeds met een strenge blik naar Fahren.
'We vertrekken over een uur, eerst Damion laten rusten. '
Reageer (1)
Het is alweer zo spannend! En ik zei het toch! Stomme Fahren!
1 decennium geledenUhm ik liet me even gaan