Remus' Verhaal
Remus' P.O.V.
Hoe lang we hier al precies waren zou ik niet weten. Op een gegeven moment ben ik gewoon gestopt met tellen. Ook hoe ik hier ben gekomen is een beetje wazig. Ik weet nog wel dat het een stormachtige donderdagavond was – misschien dat ik het daarom niet heb horen aankomen. In ieder geval, ik was net een kop thee aan het drinken, en toen voelde ik een snelle, tintelende pijn in mijn nekwervels.
Voor ik het wist werd ik wakker in een berg stro. Met vier hoeven!
Twee weken later bevond Sirius zich in dezelfde situatie. We werden samen in een weitje gezet en draaiden mee in de buitenritten en lessen. Niet dat we er veel van snapten, maar op een gegeven moment werd duidelijk dat een schop vooruit en een ruk in je mond stop betekende. Voor de rest luisterde ik naar stemcommando’s, wat gelukkig redelijk goed werkte.
Okay, dingen als wijken en schouder binnenwaarts en dergelijke dressuurpassen kon ik niet, maar dat maakte niet uit, want niemand wilde toch dressuur met me doen. Ik was toch maar een ‘lompe, hobbelende Haflinger.’ Sirius had het tegenovergestelde. Als grote, Fries hengst trok hij zeker de aandacht. Iedereen wilde eigenlijk wel op hem, maar hij misdroeg zich zo erg, dat hij snel het grootste gedeelte van zijn fans kwijt was. Er bleven maar enkele ruiters over die met de Fries aan de slag wilden, misschien dat ze potentieel in hem zagen of iets dergelijks. Toch bleef Sirius eigenwijs, maar deze ruiters leerden zijn trucjes kennen, zodat ze niet iedere keer hoefden te zandhappen.
Na de paniek van vandaag waren we vastgezet op stal. Bella zou ons een lesje leren, vertelde een van de stalmeisjes aan ons. Ik had er geen zin in. Bella reed, vooral op ons twee, erg streng. Soms zou ik haar rijstijl zelfs gemeen willen noemen.
Ik was de eerste om van stal gehaald te worden. Bella zette me aan de paal en gooide snel een borstel over me heen. Het opzadelen ging ruw, en mijn singel zat te strak, waardoor ademhalen moeizaam ging.
De teugels werden over mijn oren getrokken, en rukten me mee naar buiten. Ik wilde absoluut niet, maar liep toch schoorvoetend mee. Ergens hoopte ik dat het wel mee zou vallen, maar ik wist eigenlijk al dat dat niet zou gebeuren. Toch koesterde ik een flintertje hoop.
Zelfs dat laatste beetje hoop vervaagde het moment dat Bella op mijn rug zat. Ze trok het bit bijna meteen dwars door mijn mond heen en aan aandrijven werd niet meer gedaan – Bella gooide er meteen de zweep overheen.
Ergens was ik het zat. Ergens wilde ik rennen, bokken, steigeren.
Ergens wilde ik net als Sirius door het lint gaan.
Maar ik wist dat het niet slim was. Hoe meer ik me zou misdragen, hoe meer ze op me zouden letten. En dan zou het al helemaal onmogelijk worden om te ontsnappen. Het was slimmer om alles maar gewoon over me heen te laten komen.
Ondanks dat Sirius het niet geloofde, was ik heus wel bezig met ontsnappen. Ik had alleen meer informatie nodig. Ik bedoel, je kunt wel als een doldwaze over het hek springen, maar wat dan? Waar moet je heen? In tegenstelling tot honden of katten, worden loslopende paarden altijd gemeld. En zelfs al zouden we veilig buiten komen en het huis van James vinden, of iets dergelijks, hoe leggen we het dan uit? Veel meer dan ‘hinnik’ kan ik op het moment niet zeggen en ik ben bang dat ik met deze hoeven geen toverstaf kan gebruiken.
Dus ik besloot door te bijten. Ik nam het bit tussen mijn tanden en hoopte dat het snel over zou zijn.
Reageer (1)
Is Bella misschien Bellatrix?
9 jaar geleden