H 8
Damion hoorde Tobias lachen en keek met een strakke blik om. 'Wat is er zo grappig?' vroeg hij en Tobias wees naar het beeldschone meisje.
'Jullie hebben nog nooit een Meermin gezien die zingt.' Damion schudde zijn hoofd en keek nu naar het meisje en tot zijn verbazing was de aantrekkingskracht tot de meermin en stuk minder geworden.
Beowin hinnikte rustig naar Ashlyn en ze aaide hem over de neus. Ashlyn kwam overeind en stapte in het water en liep naar de kant van de jongens, gevolgd door Beowin.
'Mag ik erop wijzen dat meerminnen niet bestaan, ik ben een waterninf, maar mijn zang en schoonheid heb ik te danken aan de laatst meermin,' zei ze met een zangerige stem en Fahren was nog steeds in tranche.
'Mag weten wie jullie zijn?' vroeg ze en liep op Damion af. 'Ik ben Damion en die man daar is Tobias en de jongen met de groene ogen is Fahren.' Ashlyn liep naar de jongen en keek hem strak aan.
'Ik voel negatieve energie bij de jongen met de groene ogen. Veel onzuivere energie, maar bij jou Damion ik voel een kracht, zuiveren energie vloeit door je lichaam, maar het zit vast,' vertelde ze op een wijze mannier.
Damion keek haar verward aan, wat bedoelde ze met energie dat vastzat? waarom was Fahren gevuld met negatieve energie?
'Ashlyn wat bedoel je met die energie?' vroeg hij en ze kwam naar hem toe gelopen en liet een hand op zijn borst rusten, precies waar de steen zat. 'De steen heeft energie van je afgenomen om reserves te maken, maar je lichaam zit gevangen in een luchtbel van energie. Om erbij te komen, moet je de naald de luchtbel laten knappen,' zei ze en nu begon Damion het te begrijpen.
Tobias trok de jongens en meisje de aandacht. 'We moeten echt gaan, anders zullen we dwalen en Ashlyn hoelang voordat we de spleet uit zijn?' vroeg hij en Ashlyn keek naar de man en dacht diep na.
'Ehm, wat ik weet is dat het maar enkele uren rijden is, maar doordat je snel kan verdwalen kam het wel weken duren.' Tobias had verwacht dat ze dat zou antwoorden.
'Maar ik help jullie,' zei ze en wees naar het pad waar we heen zouden gaan. 'Als we dat pad volgen, komen we op een open terrein, daar is het veilig om te overnachten als het moet, maar anders zouden we binnen enkele uren de bergen achter ons laten,' ging ze verder en liep terug naar het water. Ze dook erin en zwom de goede richting op.
Damion hees zich in het zadel en reed Ashlyn achterna gevolgd door Tobias en Fahren.
Damion reed zwijgend naast Ashlyn en wilde wat meer vragen over die energie, maar hij wist niet waar hij moest beginnen. Hij wilde vragen over Fahren, maar hij wist dat de jongen het zou horen.
'Wat ik me afvroeg...' Ashlyn keek hem aan en nu begon hij te blozen door de schitterende lichte ogen. 'Ja, wat wil je vragen?' vroeg ze om Damion zijn zin af te maken.
'Is hoe het kan dat je deze dingen kent, ik ken niemand die ooit wat verteld had over deze energie,' maakte hij zijn zin af en Ashlyn leek hem eerst niet te begrijpen, maar toen begon ze langzaam zijn zin te beantwoorden.
'Omdat ik duizende jaren oud ben, ik heb meerder voor jou met dit soort energie zien lopen en ik ben niet de enige die dit weet, heel Paran kent deze energie. Wat ik bij jou vooral zie is energie dat zich in in magie wilt omzetten.'
Damion keek de ninf geschrokken aan. Zei ze nou magie, maar dat was toch onmogelijk, hij had nooit gehoord dat iemand echte magie had gebruikt.
'Hoe moet ik dat dan doen?' vroeg hij verder, maar wist dat het een onmogelijke gave was.
'Ik zou je wat basis leren, als we op de aangekomen zijn op die veilige plek.'
De zon reikte al de toppen van de hoge muren van rots en zand, als ze een overzichtelijke plek belanden. 'We kunnen hier overnachten, het is hier te open voor wezens. Ze hebben hier geen sluipmogelijkheden, maar pas wel op voor de vervellende vliegen.' De drie reisgenoten stegen van hun paard en begonnen hun spullen voor de nacht, bij elkaar te zoeken.
Ashlyn liep naar Damion en tikte hem op de schouder.
Damion draaide zich om en ze wees dat hij mee moest komen. Samen liepen ze een eind van de andere twee mannen vandaan en Ashlyn liep naar een klein kreekje waar niet veel water in zat.
'Wat ik je ga leren, is om je energie te gebruiken zonder dat je erbij vermoeid raakt, maar vergeet niet dat het de eerste weken zwaar of teleurstellend gaat worden.'
Damion knikt en trok zijn warmbuis uit zodat hij enkel een linnen shirt aan had. De steen op zijn borst was nu duidelijk te zien. Ashlyn keek er met grote ogen naar en raakte met haar hand de gladde oppervlak.
'Damion, sluit je ogen.'
Damion sloot zijn ogen en wachtte af op verdere instructies.
'Luister naar mijn stem en zoek naar de kern van de steen, laat die kracht geleidelijk naar je lichaam stromen.' Damion zocht naar de kracht van de steen, maar die was wazig en niet bereikbaar. Het duurde een aantal secondes, of de energie vanuit de steen werd terug zijn lichaam in gepompt.
'Rustig, niet te gehaast,' waarschuwde ze en Damion liet zijn kacht minderen totdat hij de warme energie stroom voelde.
'Open je ogen en richt je kracht op de tak in mijn hand,' zei ze en Damion opende zijn ogen, gelijk met zijn blik naar de tak in de ninf haar handen en liet zijn kracht vanuit zijn lichaam op de tak stromen.
De tak kreeg een blauwe gloed en begon te groeien. Bladeren die dood moesten zijn begonnen te groeien en kregen een groene kleur. Onderaan de tak kwamen wortels.
Damion liet zijn kracht los en viel uitgeput op de grond. Hij hijgde van vermoeidheid, maar hij zag dat de tak zijn bladeren verloor en weer een dode tak werd. Ashlyn knielde naast hem neer en liet een hand op zijn schouder rusten.
'Dat was goed voor de eerste keer, maar je ziet dat je kracht nog te veel wilt. je moet het rustig aan doen, laat de stroom van energie geleidelijk het lichaam verlaten dan wordt je sneller moe.
Damion knikte enkel en keek naar de tak voor hem. Hij had magie gebruikt, iets wat geen ander kon. Hij had de kracht gehad om een tak weer leven te geven. Damion keek Ashlyn aan.
'Zou ik dat ook met mensen kunnen?' vroeg hij, maar ze schudde verwoed haar hoofd.
'Mensen kan je niet tot leven wekken, dat is gewoon onmogelijk, wel zou je wonden kunnen genezen van zwaargewonden mensen,' vertelde ze en Damion liet een glimlach zien.
'Dat klinkt in iedere geval beter dan niets, maar zijn er andere die magie kunnen gebruiken?' vroeg Damion verder die nu gemakkelijk ging zitten. Ashlyn ging naast hem zitten knikte.
'Ja, er zijn in Pawei maar zes mensen die magie kunnen gebruiken. Jij, de draken, Onyx en genezers.' Damion keek op. 'Draken, maar dat zijn toch wezens?'
'Draken waren vroeger mensen, ze worden als mens geboren, maar krijgen de keus om verder te leven als draak of als mens met magie, maar een draak wordt je niet zomaar, er zit een hele ritueel en test achter.'
Damion keek de waterninf aan en hij was verbaast over wat deze ninf allemaal wist over Pawei, maar ja dat kon je wel zegen van een meisje die al jaren hier leeft.
'Hoe oud ben je in het echt?' vroeg hij verder.
Ashlyn kroop tegen hem aan en gaf hem een kus op de wang. 'Dat vertel ik wel als je je magie kent,' zei ze.
'Zeg, het eten staat klaar,' riep Tobias een aantal meters verderop die bij het vuur zat. Damion stond op en stak zijn hand naar haar uit. 'Andere keer verder?' vroeg hij en Ashlyn knikte.
'Morgen vroeg voor zonsopkomst,' zei ze en ineens schoot haar iets te binnen.
'Morgen is het volle maan, ik weet precies de plek waar we moeten zijn voor je magie, en die plek kan niet meer zijn dan de tempel van Lazulis.'
Reageer (1)
Zie je wel Fahren is niet te vertrouwen! Ik zei het toch! Enne een waternimf, interessant...
1 decennium geleden