Hoofdstuk 77
Cade keek me tot vijf keer toe vreemd en verbaasd aan voor hij het daadwerkelijk vroeg. ‘Mae, we zijn bezig met een inval. We nemen het centrum over, dat snap je, toch? Dat het een belangrijke missie is en dat we anders allemaal geliquideerd zullen worden?’ Ik knikte. ‘En dan nog steeds let je niet op waar je loopt en lijk je constant ergens anders te zijn met je gedachten. Wat is er? Krijg je ineens twijfels?’
Ik kon niets anders dan hem heel even glazig aan te kijken zodat ik al die vragen op me in kon laten werken voor ik antwoord gaf. ‘Nee. Nee, Appel, ik krijg geen twijfels. Echt niet. Ik had vannacht alleen nogal een heftig gesprek met Jace en dat houdt me misschien een klein beetje bezig. Het spijt me.’
We hadden zojuist de weg naar onze post afgelegd en zaten nu achter de grote ventilator die vanaf hier frisse lucht door het hoofdkwartier pompte. Er zat een rooster voor van allemaal kleine vierkantjes waar wel frisse lucht doorheen kon, maar net geen slang en zeker geen arm. We moesten het rooster er straks af slopen wilden we het plan in werking zetten. Vervolgens moest ik er zo’n beetje half in gaan liggen om gaten in het filter te snijden en de gasflessen eraan te leggen, zodat de sevorane gewoon naar binnen kon komen. Maar dat kwam straks. Volgens de instructies die Avery ons had gegeven na overleg met de Grote Leider van het verzet, moesten we hier wachten tot precies kwart voor elf. Op dat tijdstip zou elke soldaat die in het honk zou moeten zijn daar zijn en dus ontbraken alleen de paar mensen die in en om het cellenblok wachtliepen, maar dat waren er ’s nachts niet zo veel. We hadden nog zeven minuten en een stuk of wat seconden, wat wel ongeveer volgens plan was.
Ik kon Cade zien denken of hij door moest vragen of niet. Hij koos ervoor het wel te doen. ‘Waar ging dat gesprek over?’
‘Over hem… en mij. Het is een beetje ingewikkeld om uit te leggen, eigenlijk. En misschien een beetje gênant.’
‘Maar… over hem en jij? Maar jij had toch met…’
‘O. Nee, niet zo ingewikkeld. Ik bedoel: niet op die manier, zeg maar. Het gesprek ging over hem, zijn verleden, en dat van mij. Maar de inhoud is een heel klein pietsie beetje gênant en moeilijk.’
‘Een beetje?’ Hij trok langzaam zijn wenkbrauw op, grijnzend.
‘Een groot beetje,’ gaf ik toe.
‘Als partners moet je elkaar vertrouwen, toch? Kom op, Maeve, zo erg kan het niet zijn.’
‘Liever niet hier, oké. Voor hetzelfde geld zijn we geluidsrecorders vergeten uit te zetten. Dan ben ik… nou ja, de lul.’
‘Is het zo erg?’
‘Cade!’ waarschuwde ik. ‘Laat me, alsjeblieft.’
‘Het kan nooit zo erg zijn dat het gevaarlijk voor je is. Je bent veel te braaf voor dat soort dingen. Bovendien zijn er hier niet eens recorders, hier komen geen Dwalingen en soldaten hoeven niet bespioneerd te worden door techniek. Dat doen ze zelf al genoeg bij elkaar.’ Hij sloeg zijn armen over elkaar in een besluit.
‘Goed,’ mokte ik. ‘Het ging over de keuzes die ik heb gemaakt in mijn leven. Onder andere waarom ik voor deze opleiding heb gekozen en…’ Stilte.
‘En wat?’
‘En niets. Hoe lang hebben we nog?’ Dat was een heel erg zwakke poging hem af te leiden, maar het werkte. Gelukkig voor mij.
‘Eén minuut en ongeveer veertig seconden. Zet jij alles klaar?’
‘Ja, natuurlijk.’ Met plezier. Ik schroefde vlug de moertjes los de het rooster op zijn plek hielden en kroop naar binnen met de zaklamp in mijn mond en het mes in mijn hand. De gaten waren snel gemaakt en Cade gaf me de flessen aan. Slangen door de gaten en er weer uit. De flessen lagen vlak voor de ingang van de schacht te wachten opengemaakt te worden zodat het gas iedereen in het honk zou kunnen verdoven. Het moest nog een halve minuut wachten.
Cade telde de seconden af. Langzaam en duidelijk, hoewel zo zacht dat alleen mensen heel dicht bij hem het konden horen. Ik keek tot aan de laatste tien seconden op mijn eigen horloge, daarna hield ik mijn handen bij de kraantjes op de flessen. Zes in totaal lagen naast elkaar in de schacht.
‘Tien…’ Mijn handen trilden.
‘Negen…’ Ik voelde me een klein beetje misselijk.
‘Acht…’ Wordt niet duizelig, wordt niet duizelig, wordt niet duizelig.
‘Zeven…’ Volgens mij… werd ik niet duizelig.
‘Zes…’ Er zweefden wel allemaal griezelige vlinders door mijn buik, alsof ik gedwongen werd voor duizenden mensen achter een katheder te gaan staan om een revolutionaire toespraak te houden.
‘Vijf…’ Ik mocht dit niet verpesten. Als ik dat zou doen was dat een heel erg groot probleem voor iedereen van wie ik hield.
‘Vier…’ Ik dacht aan Nathaniël en Jace en Bloesem, slapend of niet slapend in de cel. Zou Bloesem huilen? Ik had het ontsnappingsplan opgegeven voor dit. Als we dat plan hadden verkloot waren we in elk geval allemaal dood geweest. Dan was er uiteindelijk niet heel veel veranderd. Dan had ik dat kunnen beschouwen als een gelukkig einde, tegelijkertijd met iedereen die er voor mijn gevoel toe deed. Min Camren dan… En Cade… En mijn ouders…
‘Drie…’ Dit plan, besefte ik, kon meer dingen veranderen dan ik voor mogelijk had gehouden. Het zóú die dingen gewoon veranderen, ongeacht of mensen het daar mee eens waren of niet. De Dwalingen die hier woonden zouden zich gaan verzetten tegen de Regering. Natuurlijk niet allemaal, er zouden er genoeg tussen zitten die gewoon zouden vluchten, wat ook mijn – ons - plan was geweest. Maar dat was niet waarvoor ik was getraind. Waar ik voor was bedoeld. Dit was het altijd geweest.
‘Twee…’ Ik was misschien egoïstisch en wilde het liefst gewoon voor mezelf en de andere belangrijke mensen in mijn leven zorgen, maar ik had meer mensen lief dan alleen mijn vertrouwelingen. Ik hield van mijn land. Niet van de Regering, maar slechts mijn land en de mensen die erin leefden. Het corrupte systeem kon de pot op.
‘Een…’ Het was niet altijd zo. Ooit was dit gebied één van de meest vooraanstaande naties in de wereld. Niet oppermachtig, dat is onmogelijk, maar wel machtig. Wat er is gebeurd bewijst maar weer eens dat elke vorm van macht omver te werpen was. ‘Maeve,’ zei Cade. ‘Het is tijd.’
Dus het omver werpen van macht was precies dat wat ik nu ging doen. Zoals het altijd al had moeten zijn.
Zoals al veel eerder had moeten gebeuren.
Reageer (1)
Mooi beschreven (:
1 decennium geleden