Day 27
Een hele tijd ná het stofwezen en het begin van alles was er een eenzame vrouw die op een berghelling woonde. Ze had haar hele leven geen geluk gekend. Haar ouders waren vroeg gestorven waardoor ze in haar eentje moest overleven. Gelukkig had ze een goede band met de natuur en de dieren waardoor ze in ieder geval genoeg aan voedsel had. Net als het stofwezen verveelde zij zich wel eens. Of eigenlijk gewoon altijd. Ze begon niet met het maken van aarde uit haar lichaam, zoals het stofwezen deed. Nee, ze zag op een dag een gouden vogel voorbij vliegen.
'Degene die mij vangt, zal nooit een tekort aan warmte, water, voedsel en vrijheid hebben,' kirde de Gouden Vogel en de vrouw besloot hem achterna te gaan. Ze had niets te verliezen.
Ze volgde de vogel over de diepe rivieren, de onbeklimbare gebergtes en de donkere dalen. Onderweg kwam ze een man tegen.
'En waar gaat deze schone, mooie dame naar toe?' vroeg hij. De vrouw was nog nooit 'mooi' of 'schoon' genoemd en ze besloot het hem te vertellen.
'Ik ga de Gouden Vogel achterna. Zijn vleugels glinsteren als de hemelnacht met alle sterren van het vijfde been van het stofwezen, onze schepper. De Vogel heeft gezegd dat degene die hem vangt nooit een tekort aan warmte, water, voedsel en vrijheid zal hebben. Ik ga hem vangen.'
De man lachte haar vierkant uit. 'Je bent maar een vrouw, die horen thuis te zitten en voor de kinderen te zorgen. Vertrek maar weer naar je huisje, ík ga die vogel van jou vangen.'
De man vertrok, in de volle overtuiging dat de vrouw op zou geven. Dat deed ze niet. Ze ging verder, over nóg meer diepe rivieren, onbeklimbare gebergtes en donkere dalen. Onderweg kwam ze een groepje jongeren tegen.
'Wij zijn reizigers, op zoek naar avontuur en schatten,' zei één van de jongeren. 'Waar gaat u heen?'
De vrouw zei tegen hen hetzelfde als wat ze tegen de man zei. 'Ik ga de Gouden Vogel achterna. Zijn vleugels glinsteren als de hemelnacht met alle sterren van het vijfde been van het stofwezen, onze schepper. De Vogel heeft gezegd dat degene die hem vangt nooit een tekort aan warmte, water, voedsel en vrijheid zal hebben. Ik ga hem vangen.'
Het groepje jongeren lachte haar uit. 'U? Maar u bent maar een oude vrouw. Oude vrouwen horen thuis te zitten en voor de kinderen te zorgen. Ga maar weer terug naar uw huisje. Wij zullen de Gouden Vogel achterna gaan en hem vangen.'
De jongeren vertrokken en de vrouw ging tegen alle verwachtingen in verder op reis. Alweer ging ze over diepe rivieren, onbeklimbare gebergtes en donkere dalen. Onderweg kwam ze een koning tegen.
'Vrouw,' zei hij. 'Waarom loopt u hier zo alleen? Het is hier gevaarlijk.'
'Oh, maar ik ben niet bang,' zei de vrouw. 'Ik heb niets om bang voor te zijn.'
'Maar waar gaat u dan naar toe?' vroeg de koning verwonderd.
En voor de derde keer vertelde de vrouw waar ze heen ging. 'Ik ga de Gouden Vogel achterna. Zijn vleugels glinsteren als de hemelnacht met alle sterren van het vijfde been van het stofwezen, onze schepper. De Vogel heeft gezegd dat degene die hem vangt nooit een tekort aan warmte, water, voedsel en vrijheid zal hebben. Ik ga hem vangen.'
De koning was weer verwonderd. 'Ik zie dat u vastbesloten bent. Ik heb de Gouden Vogel niet nodig, want ik heb alles al. Ik ga u niet tegenhouden. Vergeet alleen niet dat u voorzichtig moet zijn. Hoe meer voorspoed betekent ook meer zelfzuchtigheid. Wees alstublieft tevreden met wat u hebt.' De koning vertrok en de vrouw trok verder.
Na de laatste diepe rivieren, onbeklimbare gebergtes en donkere dalen vond de vrouw eindelijk de Gouden Vogel. De Vogel zag haar aanlopen. 'Daar ben je dan,' zei hij. 'Ik heb besloten dat jij degene zal zijn die mij mag vangen.'
De vogel liet zich door de vrouw vangen. Gelukkig kwam de vrouw in haar huisje aan. Ze begon het koud te krijgen. 'Ik wil warmte,' zei ze tegen de Gouden Vogel.
De Gouden Vogel veranderde in vlammend vuur en de vrouw had geen last van kou.
Toen begon ze dorst te krijgen. 'Ik wil water,' zei de vrouw.
De Gouden Vogel veranderde in vloeibaar water en de vrouw had geen dorst.
Toen begon ze honger te krijgen. 'Ik wil voedsel,' zei ze.
De Gouden Vogel veranderde in overheerlijke groentes, vleeswaren en desserts en de vrouw had geen honger.
De vrouw kreeg alles wat ze wilde, totdat er een week later een storm op kwam zetten. De vrouw en de Vogel zaten vast in het huisje. 'Ik wil vrijheid,' zei de vrouw tegen de Vogel. 'Ik wil niet meer opgesloten zitten.'
'Je kan geen vrijheid krijgen,' zei de Vogel. 'Buiten stormt het. Ik kan het weer niet regeren.'
'Dan wil ik meer warmte,' zei de vrouw eigenwijs.
'Je kan geen warmte krijgen,' zei de Vogel. 'Er is al vuur in de haard. Meer warmte zal je huisje verwoesten.'
'Dan wil ik meer water,' zei de vrouw.
'Je kan geen water krijgen,' zei de Vogel. 'Je hebt al genoeg gehad en je hebt geen dorst.'
'Dan wil ik meer voedsel,' zei de vrouw.
'Je kan geen voedsel krijgen,' zei de Vogel. 'Je hebt al genoeg gehad en je hebt geen honger.'
De vrouw werd kwaad. 'Wat ben jij nou voor een vogel! Je geeft me helemaal niets!'
'Ik ben een geschenk van het stofwezen, onze schepper,' zei de Gouden Vogel. 'Ik zal vertrekken van degenen die mij niet verdienen.'
De vrouw geloofde hem niet. Ze ging slapen en de dag daarna, toen ze wakker werd, was de storm verdwenen. Net als de vogel.
Ze begon te huilen. 'Nu heb ik helemaal niets meer,' jammerde ze. 'Het spijt me, Vogel met de Gouden vleugels die glinsteren als de hemelnacht met alle sterren van het vijfde been van het stofwezen, onze schepper. Kom alsjeblieft terug.'
Er was een gouden schittering aan de horizon en toen stond de Gouden Vogel voor haar. 'Je wilde meer,' zei hij, 'want je was niet tevreden met wat je al had. Ik blijf alleen hier als je tevreden bent en niet meer wilt. De koning had gelijk. Je moet niet zelfzuchtig zijn.'
'Ik zal niet zelfzuchtig zijn,' zei de vrouw. 'Ik zal tevreden zijn met wat ik heb.'
De Vogel bleef bij haar en zo leerde de vrouw om tevreden te zijn met wat ze al had. Haar levensles had ze geleerd en hopelijk zullen anderen dat ook leren.
Reageer (1)
DIT KOMT ME ECHT BEKEND VOOR alleen niet de Gouden Vogel
1 decennium geleden