Ik prop het broodje snel naar binnen. Zonder beleg smaakt het nogal saai maar het is beter dan niks. Margriet begint met praten over wat voor soort jurk ze wil als we buiten de poorten zijn. Ik luister maar met een half oor. Ik vraag me nog steeds af waarom ze zo enthousiast en vrolijk is. Dat zijn nou niet bepaald de eigenschappen van een Zwadderaar, toch? Of zijn Zwadderaars alleen gemeen tegen de buitenwereld en zijn ze gewoon normaal tegen hun vrienden? Margriets verhalen gaan nu helemaal langs me heen. Ik voel een warme bries langs me heen gaan terwijl we lopen. We zijn nog geen vijf minuten onderweg. Gelukkig is het niet zo ver naar Zweinsveld. De vragen vallen me steeds meer lastig. Waarom weet ik het nou niet? Ik ben nu zelf een Zwadderaar en zou het moeten weten... Maar ik kan er gewoon geen antwoord op verzinnen.
'En wat vind jij?' Eindigt Margriet haar zin. Oh shit. Wat zei ze daarvoor? Waar moet ik antwoord op geven?
'Uh' mompel ik wat verdwaast. Ik probeer tijd te rekken, maar kan niks nuttigs bedenken. Ik bedenk me alleen hoe dom ik bezig ben.
'Hee vind jij...' begin ik maar al snel kapt Margriet me bits af.
'Ik vroeg je wat!' roept ze kwaad. Who ze is dus niet alleen maar aardig. Nu begrijp ik wel dat ze bij Zwadderich zit. Er is maar één manier om het op te lossen. Ik kijk haar arrogant aan.
'Nou en' mompel ik. Ze houd haar hoofd een beetje scheef en draait hem weer terug. Ik vraag me af of ze iets aan het afwegen is en dan begint ze weer gewoon te praten, alsof er niks gebeurt is. Opgelucht haal ik adem. Dat heb ik ook weer overleeft. Iets later komen we aan op Zweinsveld. De huizen zien er daar zo grappig en mooi uit, maar ik weet dat Zwadderaars van dat soort dingen niet zouden genieten, dat voel ik gewoon. Ik begin me inmiddels te irriteren aan wat ik allemaal wel niet moet laten om een goede Zwadderaar te zijn.

'Vind je deze mooi?' Vraagt Margriet terwijl ze een rondje draait. Ik probeer er eerlijk naar te kijken maar ik val bijna in slaap. Zonder te antwoorden kijk ik de winkel rond. Het is een leuk winkeltje met vintage jurken. Het is dat ik niet zo van jurken houd, anders had ik dit waarschijnlijk de hemel gevonden.
'Lukt het allemaal meisjes?' Hoor ik opeens een krakende stem achter me fluisteren. Ik schrik me een ongeluk en dat laat ik ook duidelijk merken met een kreet. Margriet begint gelijk honderduit tegen de vrouw te praten over de jurken en over welke kleur haar het beste staat en ga zo maar door. Ik bekijk de vrouw aandachtig. Ze is oud, vreselijk oud, misschien even oud als Perkamentus en ze heeft zo een dunne huid dat je haar botten ziet zitten. Even twijfel ik of ze nog wel leeft of dat ze een geest is, maar ze zweeft niet. Ik ben net haar kleding aan het bestuderen als ze opeens verdwijnd en ik hoor een luid gesis achter me. Ik schrik me alweer rot. Snel draai ik me om. Ik zie de vrouw sissen.
'Okééé, okééé ik ga al' zeg ik terwijl ik mijn handen bij wijze van overgave omhoog steek. Raar mens. Weer dat gesis. Snel loop ik naar de deur. Ik roep nog even naar Margriet dat ik buiten wacht en snel loop ik naar buiten. Die winkel ga ik dus echt niet meer in.

Reageer (1)


Meld je gratis aan om ook reacties te kunnen plaatsen