Day 23
Het begon toen het opeens donker werd.
Het licht was verdwenen. Iemand gilde. Paniek. Angst.
Ik ben nooit bang in het donker geweest, maar op dit moment voelde het aan alsof mijn keel dicht werd geknepen. Hier en daar zag ik hoe telefoontjes oplichtten. Het gezicht van mijn beste vriend Jason zag er bleek en onnatuurlijk uit in het witte licht van zijn iPhone. 'Gast, wat gebeurt er?'
'Ik weet het niet,' zei ik geheel naar waarheid. Ik viste mijn eigen telefoon uit mijn zak en zette het scherm aan. Het was kwart voor vier. Er was geen internetverbinding.
'Waar is de deur?' vroeg iemand. Vaag herkende ik de stem als die van Marisa, een meisje die in de derde zat. Ik stond op en Jason volgde mij. Het was nogal moeilijk om de weg te vinden zonder op een slaapzak te staan, maar met hulp van het licht van onze mobieltjes lukte het. Even later stonden we voor de deur van het lokaal.
Marisa en een meisje die volgens mij Chloe heten stonden er ook. Het rumoer van de andere twintig leerlingen werd steeds luider. 'Mensen!' riep Marisa. 'Koppen dicht!' Het lukte haar om iedereen stil te krijgen. 'Luister,' zei ze, 'de deur is dicht. Weet iemand waar de sleutel is?'
Stilte. Ik haalde mijn schouders op.
'Dat beschouw ik als een nee,' ging Marisa verder. 'Heeft er iemand verbinding, of zo?'
Weer een stilte. Ik zocht naar de lichtknop en drukte hem in. Het had niet echt veel zin. Het bleef even donker.
'Wat moeten we nu doen?' vroeg Jason. 'Om een leraar roepen?'
'Als er een leraar is, was die allang gekomen,' zei ik. 'We moeten zelf hier weg komen. Iemand een idee?'
'Een raam?' opperde iemand. 'We kunnen een raam ingooien.'
'We zitten op de tweede verdieping,' merkte Chloe op, 'en het is midden in de nacht. Ik denk niet dat iemand anders dan een leraar ons kan helpen.' Ze zuchtte. 'Ik wilde dat ik hier nooit aan begonnen was,' mompelde ze.
Kijk, het zit zo: onze school vond het wel tof om een inzamelactie voor een of ander goed doel te doen. De bedoeling was dat er een twintigtal leerlingen - wij dus - op school overnachten en zo geld ophalen. We zouden ook nog duffe spellen doen, maar waarschijnlijk ging dat nu niet door.
'We kunnen de deur inbeuken,' zei Jason. 'Tenzij jullie willen slapen terwijl de rest van de wereld misschien vergaat.'
Niemand reageerde enthousiast. 'Er moet sowieso een leraar zijn,' zei ik. 'Ik bedoel, íemand moet ons toch 'onder controle' houden?'
'We gaan die deur inbeuken,' zei Marisa. Iedereen mompelde instemmend in.
Tien minuten en een paar pijnlijke schouders later liepen Jason en ik door de lege, donkere schoolgangen. We hadden van iemand zaklampen gekregen. Marisa en Chloe waren in het lokaal achtergebleven. Zij waren naast Jason en ik de oudsten en het leek veiliger als zij de leiding hadden totdat er een docent gevonden was. Waarom de deur van ons lokaal gesloten was, begreep ik niet.
Ik opende een deur en scheen er met mijn zaklamp in. 'Hallo?' vroeg ik. Geen reactie.
Jason was doorgelopen. 'Adam,' siste hij naar me. 'Kom eens.' Hij stond voor de deur van het kantoor van de directeur. Ik liep naar hem toe. Vaag hoorde ik stemmen.
'...plannen gaan niet door, klootzakken!' Ik herkende het als de stem van de directeur, al had ik die maar één keer gehoord. Ik keek net als Jason om de hoek van de deur, die net open stond. Ik zag de rug van een man die een pistool op de slaap van de directeur had gezet. De directeur zat vastgebonden op zijn bureaustoel.
'Tuurlijk gaan onze plannen wel door,' zei de man. 'We hebben je leerlingen gegijzeld. Als jij niet luistert, schieten we ze één voor één dood. Ja?'
De directeur slikte. Ik keek naar Jason. 'Wat moeten we doen?' fluisterde ik.
Hij haalde hulpeloos zijn schouders op. 'We zouden hem af kunnen leiden.'
'Hoe?' Ik keek weer naar de directeur die onder schot werd gehouden. Toen ging mijn blik naar de zaklamp in mijn hand. 'Ik weet het,' zei ik. Kort legde ik mijn plan uit.
'Denk je echt dat het gaat lukken?' vroeg Jason.
'Het zal wel moeten.'
Jason knikte. We gaven elkaar een boks, zoals we wel vaker deden in moeilijke situaties. 'Succes, Adam.'
'Jij ook, Jason.'
We gingen uit elkaar. Jason liep naar het andere eind van de gang. Toen hij er stond knikte hij. Ik knikte terug.
Zo hard als ik kon bonkte ik op de deur van de directeur. Daarna rende ik naar de deur daarnaast, rukte die open en sprong het lokaal in om daarna de deurweer dicht te doen.
Het plan leek te werken. Ik hoorde hoe de man het kantoor uitliep. Ik hoorde Jasons stem, die riep: 'De politie is gebeld! Je wordt gepakt!' Ik hoorde een pistoolschot waardoor ik ineenkromp.
'Hier komen jij!' riep de man. Hij leek weg te rennen. Voorzichtig gluurde ik naar buiten. Hij was inderdaad weg. Ik hoopte dat Jason het gered had en ik liep naar de deur van de directeur. Toen ik binnen was bevrijdde ik de directeur. Hij keek me dankbaar aan.
'Bedankt, jongeman,' zei hij.
'Geen tijd,' zei ik. Ik hoorde weer een pistoolschot. 'De politie moet ingeschakeld worden!'
Het lukte de directeur om contact te maken met de politie. Binnen enkele minuten waren ze er en hadden ze de man te pakken. Het bleek dat hij uit was op het geld van de directeur en de netwerken en elektriciteit uit had geschakeld.
'De volgende keer mag jij de vijand afleiden,' zei Jason met een bezweet gezicht. De leerlingen waren ook uit het lokaal gekomen.
Ik kon alleen maar glimlachen en blij zijn dat alles goed was afgelopen.
Reageer (1)
Dat komt me maar al te bekend voor
maar dan in dozen buiten de school, ook zonder elektriciteit en internet etc.Maar omg, dit lijkt wel een horrorfilm eigenlijk, als je al die challenges achter mekaar zou filmen... 1 decennium geleden