Foto bij Hoofdstuk 9. Voor altijd?

Mauw & Jamai

Er zijn dagen verstreken. Jamai 's wond is aan het helen en de katten hebben voldoende gejaagd. Ze hebben de afgelopen dagen mooie uitzichten bewonderd en het was mooi weer.

De twee katten beliepen een heel hoge heuvel. Toen ze op de top zaten begon de zon onder te gaan. ''Wauw, mooi weertje he?'' vond Jamai. Mauw knikte terwijl ze naar de zonsondergang keek. Haar vriend stond naast haar. De bruine kater ging zitten met het uiteinde van z'n staart netjes over zijn poten. ''Gaan we ooit nog terug naar onze huisbazen?'' vroeg Jamai. Hij keek Mauw serieus aan. De poesiepoes staarde hem recht aan in zijn ambergele ogen. Het reizen is leuk, en met Jamai is het heel gezellig. Als ik terug ga naar mijn huisbazen, kan ik hem nooit meer zien. Mijn eerste beste vriend... En als hij terugkeert moet hij elke dag rennen om niet rondgeslingerd te worden door de jonge huisbazen.. ''weet ik niet'' zuchtte Mauw. ''Dan kunnen we nooit meer vrienden zijn, ik word weer opgesloten in mijn huis en jij word weer elke dag achterna gezeten..'' De bruine kater keek verdrietig van de gedachtes nooit meer met zijn beste vriendin om te kunnen gaan. Gauw schudde hij het van zich af. ''Is er iets?'' vroeg de zwart witte kat. Jamai keek haar dieper aan. Mauw voelde nu zijn emoties alsof zij het beleefde. ''Ik wil jou niet kwijt. Jij begrijpt me en we hebben zoveel plezier''. ''We hoeven niet terug te gaan. De keuze is geheel aan ons'' voegde hij er nog aan toe. Zal de poes echt haar poesiepoes leven opgeven om met Jamai voor altijd te kunnen reizen?

Reageer (2)


Meld je gratis aan om ook reacties te kunnen plaatsen