Hoofdstuk 4 Nieuwe vriendschappen

Het is vrijdag, ik ben nu onderweg voor mijn laatse les voor deze week. We hebben nu verzorging van fabeldieren, mijn favoriete les. Iedereen van loop via de heuvels naar onder. Cho is nu niet bij me omdat ze nu een ander les heeft. Dat komt omdat woendag het eerste en vrijdag het laatste uur hebben we een keuze uur. Ik heb woendag geschiedenis van toverkunst gekozen, Cho ook en vrijdag ik fabel dieren, Cho heeft dan een studie uur. We wandelen het bos in en Hagrid is al op ons aan het wachten. We zijn wel met een redelijk grote groep alle afdelingen maar wel niet zo veel van Zwadderich. "We gaan vandaag banden opbouwen met jonge eenhoorns, ik deel jullie zo ik in groepen van drie"
Ik word een beetje opgewonden ik heb nog nooit een eenhoorn gezien. Hagrid gaat even het bos in maar is al snel terug. Hij heeft een touw in zijn handen die vast zit aan het hoofd de eenhoorn. Wat is ze mooi, Hagrid heeft een volwassen eenhoorn vast. "Eenhoorns kunnen koppige wezens zijn, daarom moet je jongs als van vertrouwen winnen" vervolg Hagrid
Hij geeft de eenhoorn een soort bloem, ik denk een soort magische bloem. "Dit is hoorn nectar, eenhoorns hebben het graag dat helpt om een band met ze op te bouwen" Hagrid bind de eenhoorn aan de boom "Als ze je voldoende vertrouwen kun je er echter een hechte band mee bouwen, nu wat jullie taak is, jullie gaan met jullie drieën een band proberen op te bouwen met een jongere eenhoorn" zegt Hagrid "Dus jullie gaan hoorn nectar zoeken met de volgende aanwijzingen die ik jullie per groep geef zo ik denk dat ik alles heb gezegd nu ga ik jullie indelen, ga jullie nummers geven en bij die eenhoorn moet je bij gaan staan"
Ik frommel het papiertje open en er staat het nummer zes op. Iedereen heeft een papiertje en we vertrekken dieper het bos in. Even later komen we op een plaats waar baby eenhoorns zijn vast gebonden en op de bomen staan de nummers "Zo jullie maar naar je eenhoorn ik kom zo de aanwijzingen brengen" zegt Hagrid
Ik zoek de boom waar nummer zes op staat. Mijn oog valt op een eenhoorn erg vanachter op de boom staat nummer zes. Dat is dus mij eenhoorn. Ik wandel er rustig naar toe er staat al een jongen erbij, een jongen uit mijn afdeling ik meen dat hij Logan hete. Hij lacht vriendelijk als ik bij hem kom staan. Ik bekijk de eenhoorn. Ze lijkt wel de jongere versie van de volwassen eenhoorn van daar straks. Ze is sneeuw wit en heeft een mini hoorn op haar hoofd staan. "Mooie dier niet?" hoor ik een stem achter mij zeggen en draai me om
"Hoi ik ben Logan" hij steekt zijn hand uit en ik geef hem een hand
"Ik ben Isabel" antwoord ik
"Goede afdeling zit je" zegt hij met een lach
Ik moet lachen "Weet ik jij ook" zeg ik
We moeten allebei lachen "Waar is onze derde persoon eigenlijk?" vraagt hij
Ik haal mijn schouders op "Geen flauw idee we zullen wel wachten zeker" antwoord ik
Logan knikt en we kletsen nog een paar minuten. Logan is echt een vriendelijke en grappige jongen, ik moet wel zeggen het klikt wel tussen ons. "Sorry, sorry dat ik zo laat was" verbreekt iemand in ons gesprek
Ik bekijk haar, het is een meisje met lange bruine haren. Ik bekijk haar en zie dat ze rood en gele kleuren draagt, ze is van Griffoendor. "Maakt niet uit we waren toch nog niet begonnen" stel ik haar gerust
"Hoi ik zal me even voorstellen, ik ben Marnie" zegt ze
"Aangenaam ik ben Isabel" antwoord ik
"Ik ben Logan" zegt Logan
"Leuk om jullie allebei te ontmoeten" zegt Marnie
Op dat moment komt Hagrid met onze aanwijzingen. Ze zijn zorgvuldig in een map gestopt. We maken de map open die gevult is met heel veel informatie over de hoorn nectar. Er zijn een stuk of 10 bladeren er over. We pakken er alle drie er drie behalve Logan pakt er een blad extra bij. We gaan alle drie even zitten. Snel vind Logan iets "Ze groeien vaak in het mos" zegt hij
Ik zie dat Marnie moet denken "Dus op een vochtige plaats" bedenkt ze snel
Ik knik want ze heeft gelijk, we gaan snel verder met nog meer aanwijzingen. Ongeveer in het midden van het tweede blad zie ik nog een aanwijzing "Ik heb nog iets gevonden, in het licht groeien ze niet" zeg ik
"Goed gevonden" zeggen Marnie en Logan
We gaan weer verder. Er zijn nog geen aanwijzingen bijgekomen. Ik kom bij de laatste zin van mijn derde en laatste blad. Ik moet zuchten "Ik heb niets meer gevonden" zeg ik
"Ik ook niet" zegt Logan zuchtend
"Zullen we beter dan niet op zoek gaan?" vraagt Marnie
We keuren het alle drie goed en we vertrekken het bos in. Er is niemand van de andere groepen in de buurt, ik denk wek expres want het is zonden om bij iemand af te kijken. Ik en Marnie kunnen het ook goed vinden met elkaar. Ik ben al vanalles te weten gekomen over haar. Ze speelt namelijk ook zwerkbal maar dan in het team van Griffoendor, ze is de jager. Ik en Marnie zijn in elkaars armen ingehaakt want het is er glad hier. Er ligt veel mos op de grond, ik verlies mijn grip even en ga samen met Marnie op de grond. We moeten lachen daardoor kijkt Logan om en valt ook. Ik en Marnie beginnen te schateren van het lachen. Logan lacht ook maar stop even later "Jongens we hebben ze gevonden"
Ik en Marnie staan op en gaan langs hem gehurkt zitten. Hij is er letterlijk met zijn neus ingevallen. We plukken er een paar en gaan terug naar onze eenhorn. We geven haar om de beurt de bloem. Ze komt naar ons toe, ze wilt dat we haar aaien dat doen we ook. "Goed gedaan jongens jullie hebben een dikke tien" zegt Hagrid juichend
We zijn alle drie blij en geven elkaar een knuffel. Als het uur voorbij is lopen we samen terug naar het kasteel. "Kom je nog mee met mij?" vraagt Marnie
Maar ik moet jammer genoeg het verzoek afwijzen "Nee sorry ik moet nu naar een vriendin van mij, ze is nog op mij aan het wachten" antwoord ik
"Oke maakt niet uit we zien elkaar nog wel eens" zegt Marnie
Ik en Marnie geven elkaar een kus op de wang en knuffelen Logan gedag. Ik vertrek daarna weer en hupel fluitend door het kasteel naar de studiezaal.