3
Ik keek om me heen en zag dat Arabella en Clemmie in een soort coma waren geraakt en op bed voor zich uit zaten te staren.
‘ Uhh…nee, wij hebben geen vragen denk ik, toch Arabella en Clementine?!’ zei ik.
Arabella ontwaakte uit haar roes en schopte Clementine – behoorlijk hard, dat werd een blauwe plek - tegen haar been en zei vervolgens: ‘Nee, mevrouw Krebbe, wij hebben geen vragen.’
‘Okee meisjes. Dan zie ik jullie vanavond! En vergeet niet: je hebt nog een half uur om je koffer uit te pakken, en dan hebben we lunch. Dag meisjes!’
‘Dag mevrouw Krebbe,’ dreunden wij in koor.
‘Allemachtig, dat mens wordt mijn dood’.
Clemmie en Arabella lachte en gingen vervolgens door met al hun kleding in de toch al overvolle kledingkast hangen. Ik besloot om mijn kleding in de laden onder mijn bed te leggen en wat verder niet paste, in 1 koffer te proppen en die onder mijn bed te schuiven. Na een halfuur kwam mevrouw Krebbe weer de kamer binnen geschuifeld met haar gigantische gong en brabbelde: ‘Eten, meisjes, eten!!! En niet te laat komen, hè…’ en daarna schreeuwde ze: ‘LAAT ALLES UIT JE HANDEN VALLEN EN REN!! REN, MEISJES, REN!’. We wisten niet hoe te reageren, dus gehoorzaamden we maar – het ‘laat-alles-vallen-gedeelte heb ik vervangen door een leg-alles-op-je-bed-neer-zodat-er-niks-breekt-gedeelte – en lieten alles vallen en renden de kamer uit. Uit de kamer gingen we echter direct weer lopen. We liepen langs het dierenverblijf onderweg naar de eetzaal in het hoofdgebouw. Ik zou het eens naar mijn ouders sms’en. Misschien mocht ik wel een konijntje, of een hond. Door mijn dagdromen over kleine, schattige huisdiertjes was ik Clemmie en Arabella kwijt geraakt tussen alle andere hongerige jongeren. Snel liep ik door.
In de eetzaal pakte ik een dienblad en schuifelde langzaam in de rij naar de kantinejuffrouw, die bij iedereen steeds een lepel onheilspellende, grijze brij op het bord neerkwakt. Even keek ik om me heen – waar moest ik gaan zitten? - , toen zag ik Arabella en Clemmie en liep naar hun toe.
Hai, mag ik bij jullie zitten?’ Arabella en Clemmie knikten en ik ging zitten. Toen ging er - alwéér – een gong en wordt er gevraagd om je aandacht. Iedereen keek naar het te kleine podiumpje voorin de eetzaal. Plotseling kwam er man het podium opgelopen in een kanariegeel pak met een turqouise stropdas. Iedereen begon te gniffelen.
“Welkom, dames en heren, op… (lange stilte, plechtig gezicht) Grumsbarg Owlplace. Ik ben directeur Grumsbarg. Ik heb natuurlijk alle namen mogen verzinnen, maar daar hebben we het nu niet over. Ik ben blij jullie welkom te mogen heten op het Grumsbarg. We hebben natuurlijk een aantal regeltjes voor jullie; allereerst worden alcohol, drugs en sigaretten hier niet geaccepteerd. Wij maken nette mensen van jullie en daar horen die dingen niet bij. Ten tweede: het is niet goed voor de nachtrust om ’s avonds laat nog te bellen, te sms’en of iets anders met jullie mobieltjes te doen. Daarom haalt jullie huismoeder elke avond om half 10 jullie mobieltjes op. De volgende ochtend kunnen jullie ze weer ophalen. Ten derde: al die jonge meisjes hebben altijd de neiging om te weinig te eten. Daarom wordt elke keer als je eten haalt je naam afgekruist; als je één keer niets eet, krijg je een waarschuwing, de tweede keer leidt tot een gesprek met één van de zusters van de ziekenzaal over de gevaren van anorexia en/of boulimia. Dat was het wel, denk erom; geen drugs, drank, sigaretten of alcohol. De 1e keer is een waarschuwing, de 2e keer wordt je geschorst voor een week. Een applausje voor moi!”
Sommige mensen klapten zachtjes, maar de meesten hadden allang hun interesse verloren en waren met hun eten aan het spelen.
Clemmie, Arabella en ik liepen terug naar onze kamer en gingen verder met onze koffer uitpakken.
Ik smste mijn vader snel of ik een huisdier mocht, terwijl Clemmie en Arabella een oplossing voor het kleding-te-veel-ruimte-te-weinig-probleem zochten dat zich had voor gedaan.
Toen ging er een mobieltje af. Arabella en Clemmie grepen direct naar hun ongelooflijk dure mobieltjes, keken even, en gooiden ze toen teleurgesteld op een bed.
‘Jij bent het, Aurelia.’
Ik keek en zag dat mijn vader mijn smsje had beantwoordt.
Van: papa
Aan: Aurelia
nee schatje, kan helaas niet. Zou goed voor je karakter zijn, maar dan moet hij worden ingevlogen en wordt ‘ie in beslag genomen met alle quarantainewetten enz. kus kus.
Reageer (4)
Je woordkeuze is super, je gebruikt originele en perfecte woordendie meteen een heel erg beeldende scene scheppen. Het verhaal is vlot en geschreven met een goed gevoel voor humor. Opbouwende kritiek zou ik graag geven, maar er zijn gewoon geen kritiekpunten. Kudo en abo van mij. X x
1 decennium geledenWat een verschrikkelijke school :0
1 decennium geledenOmg ik wist helemaal niet dat je hem opnieuw aan het schrijven was! I'm back, to stay! nieuwe abo. Je verhaal is nog steeds super!
1 decennium geleden