De tijd vloog voorbij vandaag, tenminste voor mijn gevoel. ‘Cameron, we kunnen naar huis’ zei mijn moeder vrolijk. ‘Wat? Naar huis?’ zei ik verward. ‘Ja de dokter zegt dat je alle testen goed gedaan hebt en dat je het thuis aan kan’ zei mijn moeder blij. Ze liep naar me toe en hielp me opstaan. ‘Oh wat fijn’ zei ik sarcastisch. ‘Kom op jongen niet zo depressief doen’ zei mijn moeder. ‘Wanneer mag ik weer naar school?’ Mijn moeder schudde haar hoofd koppig en keek me afkeurend aan. ‘Oke laat maar’ zuchtte ik. Ik zag aan mijn moeder dat ze het niet verstandig vond ook al gaat het gewoon goed met me. Mijn moeder hielp me in de rolstoel en reed met me het ziekenhuis uit. Eindelijk weg uit dit saaie muffe ziekenhuis!

Ik plofte op de bank neer en bekeek de woonkamer. ‘Vind je het mooi?’ zei mijn moeder. 'Ja‘hoor’ loog ik. Het huis was heel saai. Gewoon wit met zwart en af en toe lag er wat rommel op de grond. ‘Brandon zal zo wel thuis zijn’ zei mijn moeder. ‘Brandon?’ vroeg ik. ‘Oh ja uhm dat is je broer’ zei mijn moeder. Ik keek naar mijn moeder en zag hoe zwaar ze het had. Ze stond nog net niet op instorten. ‘Mam kom is’ zei ik zacht. Mijn moeder kwam naast me op de bank zitten en bekeek mijn wond nog eens. ‘Stop’ ik dwong haar naar me te kijken. ‘Je hoeft je niet groot te houden mam, laat het gaan’ ik trok haar in een omhelzing en geen seconde later begon mijn moeder te huilen. ‘sssjj’ zei ik zacht. ‘Alles komt goed mam, ik ben gewoon dezelfde jongen’ ik wreef met mijn linkerhand over haar rug en mijn moeder begon langzaam te kalmeren. Ze kwam wat van me af en legde haar hand tegen mijn wang aan. ‘Je bent nog net zo knap als dat je altijd al was’ zei ze lachend. ‘Grapjas’ zei ik zacht. ‘HEEEE ik ben thuis’ hoorde ik een zware stem zeggen. ‘Brandon ik ben hier’ zei mijn moeder. Brandon kwam de kamer in en zijn gezicht werd rood toen hij mij zag. ‘Cam!’ hij liep op me af en gaf me een schouderklop. ‘Blij je weer thuis te zien!’ zei Brandon. ‘Ja ik denk het’ zei ik wat afwezig. ‘Ik ben trouwens je broer’ zei Brandon zacht. Ik knikte en wees naar onze moeder. ‘Ik wist het’ zei ik lachend. ‘Wil je de schaatsbaan weer op?’ zei Brandon. Ik begon te lachen en schudde mijn hoofd. ‘Nee idioot ik zit in een rolstoel’ floepte ik eruit. ‘oh ja’ zei Brandon wat ongemakkelijk. ‘En trouwens, ik zal het wel niet meer kunnen’ zei ik teleurstellend. Brandon knikte begrijpelijk en keek wat ongemakkelijk naar de vloer. Het bleef stil. Ik stond voorzichtig op en probeerde een aantal passen te zetten. ‘Waar wil je heen?’ zei Brandon die me nu ondersteunde. ‘Naar mijn kamer, waar die ook mag zijn’ zei ik zacht. Brandon hielp me de trap op en opende mijn kamerdeur. ‘Wil je alleen zijn ?’ vroeg Brandon voorzichtig. Ik knikte en ging op mijn bed zitten. Brandon sloot de deur achter zich waardoor ik alleen achterbleef. Ik keek eens goed mijn kamer door en zag overal medailles en bekers. Ik stond op en liep naar een shirt dat in een glazen kistje tegen de muur hing. Er stonden allemaal handtekeningen op. Ik wist niet zo goed wat ik hiermee aan moest aangezien ik geen een naam herkende. Ik draaide me op en liep naar mijn bureau waar ik even bleef staan. Er lagen een aantal kranten knipsels op mijn bureau waarin stond dat mijn team weer kampioen was of dat ik weer een prijs kreeg etc. Mijn leven leek zo perfect? Hoe kan ik dit allemaal vergeten zijn…
Ik opende mijn ogen voorzichtig en oriënteerde de ruimte om me heen. Ik lag in mijn bed met mijn pyjama aan. Ofja pyjama, meer een trainingsbroek en T-shirt. Ik kwam voorzichtig omhoog en keek op de klok. ‘Shit’ ik sprong op en kleedde me zo snel als ik kon aan. Ik liep voorzichtig de trap af en opende de woonkamer deur. ‘Sorry dat ik laat ben’ zei ik snel. ‘Laat waar voor?’ vroeg mijn moeder verbaasd. ‘School?’ zei ik twijfelend. ‘Niks daar van’ zei mijn moeder streng’ Mijn mond viel open. ‘Mam ik wil graag naar school’ zei ik eigenwijs. Mijn moeder schudde haar hoofd. ‘Het maakt me niks uit, ik ben 18 ik kan doen wat ik wil’ zei ik dreigend. Mijn moeder dr mond viel open van verbazing. ‘En als het klopt zou Emily me op komen halen toch?’ ik keek naar mijn telefoon en zag het smsje van Emily. ‘ze is er, dus ik ben er van tussen’ Ik drukte een kus op haar wang en pakte een appel uit de fruitschaal. Ik pakte mijn rolstoel en klapte hem dubbel. Ik liep voorzichtig naar mijn auto waar Emily stond te wachten. ‘vangen’ riep ik. Emily ving mijn sleutels en hielp me in de auto. ‘ik rijd dus?’ zei Emily met een glimlach. ‘Mag dat normaal niet van mij?’ vroeg ik verbaasd. ‘Nee niemand mag in jou auto rijden’ zei ze toen ze aan de bestuurders kant in stapte. ‘ow, naja voor deze ene keer dan’ zuchtte ik. Waarom zou niemand in mijn auto mogen rijden? Ik snap mezelf niet eens. ‘Het is maar 10 minuutjes rijden dus we zijn er zo’ zei ze. ‘Ik hoop echt dat ik onze vriendschap weer ga herinneren’ zei ik zacht. Emily startte de auto en reed aan. ‘Ik ook, maar anders kunnen we hem gewoon weer opbouwen?’ zei ze positief. ‘Mag ik je iets persoonlijks vragen Emily’ zei ik met een schorre stem. Emily knikte en hield haar ogen netjes op de weg. ‘Heb je gehuild’ zei ik. Emily bleef een minuut stil en haalde toen diep adem. ‘sinds dat ik bij je weg was heb ik uren gehuild’ zei ze zo zacht mogelijk. Ik kreeg de indruk dat ze niet wilde dat ik het zou horen. Emily parkeerde de auto en keek me toen voor het eerst weer aan. ‘Ik zou zo weer kunnen huilen, als ik eerlijk ben’ zei Emily. Ik wreef over haar wang en drukte een kus op haar hand. ‘Ik beloof mezelf te zijn’ zei ik. Emily stapte uit en klapte de rolstoel voor me open. ‘Nou ga zitten dan help ik je een handje’ Ik ging braaf in de rolstoel zitten en liet Emily me duwen. ‘zal ik je dan gewoon naar je vrienden brengen?’ zei ze twijfelend. ‘Ja als je me verteld wie het zijn’ zei ik lachend. ‘Die jongen met de blauwe trui is David, die met de rode pet is Jason maar die vind jij een beetje geheimzinnig’ zei ze. ‘Ow waarom dan?’ zei ik verbaasd. ‘Hij flirt de hele tijd met je vriendin’ zegt Emily zacht. We naderde het groepje en ik keek de jongens aan. ‘Goed je te zien Cam’ zei de jongen met de zwarte broek. ‘uhm ja, hai’ zei ik omdat ik niet wist wat zijn naam was. Emily bukte ‘Liam’ fluisterde ze. Ze stond op en liep de school binnen. ‘Weten jullie al wat er aan de hand was?’ zei ik twijfelend. De jongens knikte. ‘Je lieftallige vriendin heeft al slachtoffer uit liggen hangen’ zei Liam. De 3 jongens hadden allemaal een hockey stick vast en schaatsen. ‘Is er training vandaag?’ zei ik. ‘Ja kom je kijken?’ zei David verrast. ‘Ja, ik moet toch weer een beetje ervaring op doen’ zei ik toen ik naar de schaatse keek. De zoemer ging en ik probeerde mijn rolstoel vooruit te krijgen. ‘Ik help je wel’ zei Liam die achter me kwam staan. ‘thanks’ zei ik. Dit was het grootste nadeel van het ongeluk. Ik kon niks zelf..

Er zijn nog geen reacties.


Meld je gratis aan om ook reacties te kunnen plaatsen