Whoops, ik ben toch iets minder goed op de hoogte van de regels dan ik dacht, excuses!
En nog een keer excuses, het duurde iets langer dan gepland ivm een mini-vakantie met mijn vriend en heel veel werken.
Maaaaaaar, tromgeroffel, het volgende hoofdstuk!

Er stonden 3 bedden in elke kamer. Het bed bij het raam was verreweg de beste plek, met uitzicht op het bos en naast de radiator. Eigenlijk wou ik snel mijn spullen op dat bed gooien, maar ik bedacht me dat dat behoorlijk asociaal overkwam en nam het bed daarnaast - ook bij de radiator, maar niet bij het raam. Niet het beste, maar ook niet het slechtste . Er zaten 3 behoorlijk grote laden onder elk bed. Er lag al een kussen en lakens en dekens, maar ik ben blij dat ik mijn eigen beddengoed heb meegenomen, want dat van hier zag eruit alsof het bijna antiek is.
‘ O hoi, ben jij Clementine?’
Ik draaide me om en zag een meisje van mijn leeftijd in de deuropening staan. Dat moet Arabella zijn. Ook zij heeft achter zich een chauffeur of een hulpje, ook met allemaal koffers.
‘Nee, ik ben Aurelia, Clementine is er denk ik nog niet.’
Ik ben blij dat ik op het bed bij de radiator ben gaan zitten, anders ging Arabella daar waarschijnlijk nu zitten. Nu kijkt ze even rond, in tweestrijd of ze voor zichzelf moet kiezen of beleefd moet zijn. Na een paar minuten kiest ze toch voor zichzelf en ploft op het bed bij het raam neer, met een ietwat schuldig gezicht. Nog geen 3 seconden later kwam Clementine binnengewandeld.
‘Aàààhh, wat gemeen, nou moet ik bij de klerenkast liggen. Wie is wie?’
‘Ik ben Arabella en dat is Aurelia. En sorry daarvoor.’
‘Okee, ik ben dus Clementine, maar zeg alsjeblieft Clemmie, want ik haat mijn naam.’
Veel van de meisjes hier hadden verschrikkelijk bekakte namen. Mijn ouders hebben vrolijk meegedaan met de rijke-mensen-trend.
Clementine – pardon, Clemmie – was al begonnen met al haar kleding in de kledingkast te hangen, die we met z’n drieën moesten delen. Ik stond snel op om ook mijn koffer uit te pakken. Na een kwartiertje barstte er ineens een hels lawaai los. Een rimpelpakhuis kwam de kamer binnen schuifelen met een gong die bijna groter dan zij zelf was, en zei:
‘Welkom op Grumsbarg, meisjes. Ik ben mevrouw Krebbe en ik ben de huismoeder van verdieping 3. Ik kom jullie elke ochtend wakker maken; ik haal elke avond jullie mobieltjes op, die mag je niet ’s nachts bij je hebben. Ik ben er om jullie te helpen met al jullie problemen, de verdiepingen zijn willekeurig ingedeeld; dat wil dus zeggen dat er geen logica in zit en dat jongens en meisjes niet op aparte verdiepingen wonen en alle jaren leven door elkaar en ....’
Zo leuterde ze nog een tijdje voort. Het kwam er op neer dat er veel regels waren (denk aan: de gong gaat bij de maaltijd, iedereen bevriest, degene die het eerst beweegt ruimt af, alle middelen zijn geoorloofd. Kom op zeg ]. Ondertussen was ik op mijn bed gaan liggen – het is een boxspring – en had koffer 1 naar me toe geschoven en opengemaakt. Hij was behoorlijk haastig ingepakt, aangezien mijn ouders me pas 1 dag van te voren vertelde dat het nieuwe schooljaar morgen begon. De inhoud van mijn koffer bestond uit een laag ondergoed en sokken, een willekeurige verzameling kleding, daaronder een ontzettende rommel aan snoeren, usb-sticks en dergelijke dingen en daaronder weer een laag ondergoed, enzovoorts. Ik groef door tot op de bodem en vond wat ik zocht: een zelfgemaakt boek van mijn vriendje Jay vol met foto’s, lieve berichtjes en andere herinneringen. Ik staarde er even naar maar werd bruut onderbroken in mijn mijmeringen door het geschetter van het rimpelpakhuis van de verdieping.
‘ …laatst was er nog een meisje, die had zulke heimwee, zo zielig, meisjes. Dus als er iets is, kom naar me toe. Ik slaap op de administratie. Hebben jullie schattepatatjes nog vragen?’

Reageer (1)

  • lunarosa

    Super, ik weet nu al dat ik het daar geen dag uit zou houden, haha!

    1 decennium geleden

Meld je gratis aan om ook reacties te kunnen plaatsen