Hoofdstuk 2: Brand
Geschrokken trok ze haar schouder weg, ze draaiden zich om en zag dat het Melian was. Haar blik ontspande weer. “Heey.”Zei ze rustig.
“Heey Chris.” Glimlachte Melian, ze knuffelde haar even troostend.
“Je broer is aardig.”Zei Christina rustig.
Melian knikte met een brede grijns.
“Ik mag bij hem komen wonen!”zei ze vrolijk.
“Ik ben blij voor je.”Christina meende het oprecht en gaf haar een knuffel.
“Misschien moeten we maar gaan slapen.”Zei Christina loom.
Melian knikte naar Christina samen liepen ze de trap op.

Severus woelde in bed, hij kon de slaap maar niet vatten. Na nog een kwartier te hebben liggen draaien besloot Severus maar een wandeling te gaan maken. Hij keek even op de klok 01: 00 uur was het alweer. Severus trok ze gewaad aan en liep rustig naar een plekje bij het meer waar hij altijd zat als hij zich ellendig voelde. Je had er prachtig uitzicht op de maan en de sterren. Tot zijn schrik zat er een smalle kleine gedaante.
“Juffrouw Zwarts, u hoort in bed te liggen.”Zei hij zachtjes, maar niet al te streng.
“Sorry Professor. Ik weet het.”Zei ze, haar stem klonk zacht en schor, en trillerig alsof ze aan het huilen was. Severus kon het niet zien, door dat ze haar gezicht naar de grond had gericht.
“Huilt u?”Vroeg hij zachtjes.
Christina schrok van die vraag, zo erg dat ze haar blik niet langer verborg en hem aan keek. Meteen had ze spijt, nu zag hij de tranen over haar wangen glijden.
Severus ging rustig naast haar zitten, niet goed wetend wat hij moest doen klopte hij maar droog op haar schouders. Opeens liet Christina haar hoofd snikkend tegen zijn schouder aanvallen. Ze wist niet waarom maar het voelde veilig zo bij Severus, hoe een klootzak andere hem ook vonden.
Severus zat nu in een erg moeilijke positie, hij wenste vurig dat Melian hier was hij wist totaal niet wat hij moest doen.
Severus klopte Christina maar onhandig op haar rug, na ongeveer tien minuten zei ze:
“Ik ga maar eens slapen.”
Severus knikte. “Dat lijkt me een goed idee juffrouw Zwarts, dit keer zie ik het door de vingers dat u uit u bed bent, maar de volgende keer dat ik u buiten de leerlingenkamer betrap heeft u strafwerk en punten aftrek.”zei Severus streng.
Christina knikte gedwee, iets in Severus maakte haar toch wel bang, maar ook voelde ze zich veilig in zijn bij zijnde.

Severus keek Christina nog even na, hij voelde zich vreemd en dacht terug aan vroeger. Ongeveer een kwartier lang bleef hij nog buiten om vervolgens terug naar bed te gaan.

“Kom iedereen naar buiten!”Gilde Mathilde. “Klop aan op iedere slaapzaal! Roep dat ze naar buiten moeten en haal een leraar!”riep ze half in paniek.
De rook was dicht, de meisjes hoesten, het vuur laaiden hoog op. Verscheidende meisjes hadden geprobeerd met magie de vlammen te doffen, maar om de een of andere rede lukte dat niet en werd het enkel maar erger.

Melian rende de trap op naar de jongens slaapzalen en klopte daar keihard op de deuren. “BRAND! ER IS BRAND!”gilde ze. Verscheidende jongens kwamen naar buiten de vlammen waren erger en erger geworden en het gehoest was vanaf hier te horen. De jongens rende meteen de slaapzalen uit op naar buiten.

Christina sliep eindelijk, nadat ze een slaapdrankje en een slaappil in had genomen. Half werd Christina wakker van wat opschudding op de slaap zal, nog slaperig van de pil en het drankje draaiden ze zich op haar buik. Ze trok een kussen op haar hoofd, het drankje deed zijn werk en Christina die hellemaal verstopt lag onder de dekens viel weer inslaap.

Melian rende naar de kerkers. Daar klopte ze keihard in paniek op de deur van Severus.
Melian bleef kloppen tot er werd open gedaan.
Verbaast keek Severus zijn zusje aan.
“Melian weet je we-“ begon Severus maar Melian onderbrak hem.
“Er is brand! Er is brand in de leerlingenkamer van Griffoendor! Met magie is het niet te doffen!”riep ze in paniek.
Severus stak zijn toverstok in de lucht en mompelde een spreuk die alleen de leraren kende.
Een luid gezoem ging af, dit was het teken dat de leerlingen van Zweinstein naar buiten moesten naar de verzamel plaats.
Als het vuur niet te doffen was met magie, zou het slechts een kwestie van tijd zijn voor heel Zweinstein af branden.

Samen met Melian rende Severus naar de verzamel plek waar alle Griffoendorners waren.
Melian verdween in de mensen massa en Severus rende zowat naar Minerva Anderling toe.
“Het vuur is niet te doffe Severus, mensen van het ministerie zijn onderweg.”zei Minerva teneer geslagen.
Een aantal leraren waren bezig te controleren of iedereen er was.
“Christina is er niet!”riep Melian opeens van achter Severus.


Severus keek Melian aan, meteen reageerde hij. “CHRISTINA ZWARTS HIER KOMEN ALSTUBLIEFT!”Riep hij met magie over de leerlingen heen, er kwam geen antwoord.
“O nee, o nee, o nee!”Riep Melian opeens in paniek.
“Melian wat is er aan de hand?”Vroeg Severus. “Waarom denk je dat Christina er niet is?”vervolgde hij.
“Ze heeft slaap pillen en een drankje gebruikt, ze slaapt slecht…”verklaarde Melian.
Severus trok wit weg, als ze dat in combinatie gebruikte was er inderdaad heel wat voor nodig om haar wakker te krijgen. “Melian, ga naar Minerva nu, ik haal Christina eruit.”Hij deed zijn overgewaad uit, omdat dat te gevaarlijk was met de vlammen en stond nu in een zwarte broek, met een wit overhemd.
Melian wilde nog wat zeggen maar Severus was al weg.
Ze besloot maar naar Minerva te gaan en te vertellen wat Severus ging doen.

Severus rende de trappen op, zijn hart ging te keer, hij wilde sneller maar het ging niet, iedere seconde was van belang iedere seconde die hij minder had was minder kans om Christina te redde. Severus vervloekte zichzelf dat hij niet sneller kon, de steken in zijn zij negeerde hij, hij kon niet stoppen dat zou Christina het leven kunnen kosten. Op de 6e verdieping aangekomen zag hij dat de brand al uitgebreid was, de trap naar de 7e verdieping waar hij moest staan stond in brand. “Portus tempos!”riep hij keihard en er verscheen een soort poort in de vlammen hij rende er doorheen, toen hij boven was sloot de poort zich, een brok verscheen in zijn maag, iets in hem zei dat hij die spreuk op terug weg niet zo simpel zou kunnen gebruiken, maar daar moest hij zich later zorgen om maken, zijn eerste prioriteit was het redde van Christina. Het vuur kenterde luid, Severus sloeg snel een arm voor zijn ogen toen een balk instorten en er een hoop vonken vanaf vlogen, nog net kon hij een groot stuk brandend hout ontwijken. Severus wist dat de tijd nu écht drong, de helle zevende verdieping stond in brand zo goed als niets kon Severus zien, hij deed snel een bubbel bel bezwering, het was dan oorspronkelijk wel voor onderwater bedoelt maar boven land kon het ook. Voorzichtig maar haastig baande hij zich een weg door het vuur.
Severus zag dat alle schilderijen uit hun lijsten waren gevlucht naar de andere schilderijen, het schilderij van de dikke dame stond volledig in brand. Hij was dicht. Severus kreunde gefrustreerd, hoe moest hij nu binnenkomen?

Melian liep naar professor Anderling toe, ze voelde zich vreemd, alsof ze Christina in de steek liet. Ze wilde wat doen. “Professor Anderling, Professor Sneep is naar binnen gegaan, Christina was nog binnen…”Zei ze in trance, ze zag eerst een gedaante met een sjofel gewaad en littekens. “Christina Zwarts bedoel je?”Vroeg Remus toen snel. Melian merkte hem nu pas op, ze voelde zich vreemd toen ze Remus aankeek en knikte. “Hoe lang zijn ze al binnen?”Vroeg Anderling toen.
“Severus al iets van 7 minuten.”zei ze, de tranen stonden haar nader, ze stond doodsangsten uit. Melian nam een beslissing. “ik moet naar binnen ik moet helpen!”Melian rende richting de deur en Remus reageerde meteen hij pakte haar stevig vast.
“Je kan niets doen, Severus is een bedreven tovenaar en de schouwers arriveren ieder moment, je kan niets doen, blijf hier, je brengt ze waarschijnlijk enkel maar meer in gevaar en je zelf ook!”zei Remus streng.
Melian keek hem aan, de tranen stroomde over haar wangen, snikkend liet ze zich tegen Remus aanvallen die troostend haar rug aaiden. “Ik ben Remus Lupos.”zei Remus toen maar.
“Ik ben Melian Sneep…” stelde Melian zichzelf voor, ze keek in trance naar de plaats waar de toren van Griffoendor stond te roken.

Severus besloot dat er maar 1 manier op zat, keihard en snel trapte hij tegen het schilderij, om er voor te zorgen dat hij niet zelf in de fik vloog moest het echt snel. Dankzij het vuur was het houd veel brozer geworden en kon hij het makkelijk opentrappen. Heel voorzichtig stapte hij door het brandende schilderij naar binnen.
Tot zijn ongenoegen besefte Severus dat hij de weg hier niet wist. Severus schrok zich rot toen hij rond keek, bijna de helle leerlingen kamer op kleine stukjes na was een en al vlammen zee, Severus was blij met de bubbel bel bezwering anders was hij zeker bezweken. Snel deed Severus nog een spreuk over zich heen, om hem te beschermen tegen de hitte van het vuur, het vuur was hier zo heet dat je zelfs daaraan al kon bezweken. Nu brak het zweet Severus écht uit, niet alleen door de hitte, maar hoe veder hij kwam hoe onwaarschijnlijker het was dat Christina nog leefde. Severus keek naar boven toen hij een luid gerommel hoorde, er storten weer balken in. Toen er nog een harder geluid klonk sprong hij snel opzij, de kristalliet kroonluchter viel naar bende door de tafel heen, honderden glas splinters vlogen in het rond, beschermend deed Severus zijn armen voor zijn borstkast en draaide hij snel de rug ernaar toe, hij voelde hoe de glas splinters in zijn armen en rug kwamen, hij negeerde de snijdende pijn, hij moest veder, om er zeker van te zijn dat Christina niet meer te redde was, anders zou hij zich eeuwen afvragen of hij Christina misschien wel had kunnen redden, het moest gewoon ze mocht niet sterven.

Christina werd bezweet wakker, ze was wakker geworden van de hitte, ze schrok zich lam, om haar heen, een en al vlammen zee. Ik ga eraan, ik zal branden! Dacht Christina vol paniek. Ze stond op uit het bed, op een klein stukje waar geen vuur was, angstvallig probeerde ze de vlammen te ontwijken, haar hart ging te keer, een gevoel van doodsangst borrelde in haar op, ze kreeg bijna geen lucht, ze hoesten, ze zag niets door de dikke rook wanhopig probeerde ze een weg te banen door het vuur. “KRRRRR”klonk er luid, een balk achter haar storten naar bende, nog net kon Christina weg springen, waardoor ze haar hand branden. “Au!”De tranen stroomde over haar wangen, ze ging sterven, dat wist ze zeker, maar ze wilde nog niet steven ze wilde leven, overal om zich heen hoorde ze luid geknetter, de warmte maakte haar duizelig. Wanhopig zocht ze naar haar toverstok maar ze vond hem niet.


“Uche uche uche!”klonk er opeens luid vanuit een toren. Severus bleef een paar seconde stil staan. “Christina?”riep hij toen maar.
“HELP!”riep ze terug. “Professor help me alstublieft.”riep ze weer.
“Christina blijf praten dan volg ik je stem!”Severus hart sprong over van blijdschap toen hij haar stom hoorde, ze leefde nog, hij kon haar nog redden.

Een straaltje hoop ging door Christina heen bij het horen van Severus stem, haar hart sprong over van blijdschap nu had ze toch een kans, het praten koste haar veel moeite het branden om te ademen e te praten, de hete lucht branden aan haar ogen die ze nog met moeite open kon houden. “Ga naar links professor de trap naar links!”riep Christina. “Dan de 4e kamer!”riep ze schor.

Severus volgde de instructies op, hij ging de linker trap op, en liep naar de 4e kamer maar daar was geen Christina, hij besefte dat aan zijn rechterhand nog een rij kamers zat. Snel rende hij daar heen, het gehoest van Christina werd luider, hij probeerde de deur open te breken. “De deur zit vast!”schreeuwde hij.
Christina voelde alle hoop wegglippen. “Red u zelf voor mij is het te laat!”schreeuwde ze.
“Nee! Het is nooit te laat!”Riep Severus koppig.
“Accio bijl!”riep hij en hij zwaaiden met zijn toverstok. Met een luid gezoef kwam de bijl aan. Severus ving hem behendig op uit de lucht en stak zijn toverstok in zijn mouw. Hij had de deur er niet met magie uitgeblazen omdat hij waarschijnlijk het vuur erger maakte door de wind die dat zou opleveren, het huid ging aan splinters toen de bijl met een luide bonk erin ging, Severus hakte een gat in de deur zo groot dat hij er door heen kon.
“AARGH help!”gilde Christina het vuur werd erger en erger, ze voelde de warmte erger en erger worden ze voelde dat ze het niet lang meer vol hield.
Severus begon sneller en sneller te haken, de tijd drong nu echt, hij schopte het laatste stuk van de deur open en rende naar binnen, door de spreuken die hij over zichzelf had gedaan zag hij nog wel iets. Hij zag Christina midden in het vuur staan, met magie kreeg hij het vuur enig sinds aan de kant met veel moeite. Christina begon wankelend richting Severus te gaan en Severus richting haar, toen hij bij was voelde hij hoe Christina tegen hem aan viel, ze hoesten zich rot, niet lang daarna was ze buiten bewust zijnde. Severus had geen tijd te kijken of ze nog leefde of haar te helpen met spreuken, nee ze moesten hier zo snel mogelijk weg.
Zonder enige moeite tilde Severus, Christina op, ze was super licht, met veel pijn en moeite kwam hij weer de slaapzaal uit, maar terug aangekomen in de leerlingen kamer begon de moed hem ook in de schoenen e zakken, er zat een heel gat in de vloer, hij keek of hij eromheen kon, maar dat ging niet, achter hem storten de toren nog meer in. Met magie liet hij een balk over het ‘ravijn’ voorzichtig echt voorzichtig liep hij er over heen. Severus keek bezorgt naar Christina en ging veder, toen hij de leerlingenkamer uit was was het een en al vlammen zee, Severus wist het echt niet meer.
Opeens hoorde hij stemmen.
“Volgens het plaatsvervangend school hoofd zijn er nog twee mensen!”zei een zware stem.
“Dan moeten we goed zoeken!”piepte een ander.
“Hier hier zijn we!”riep Severus snel, hij wist dat het schouwers waren, met veel pijn en moeite wist Severus met behulp van de schouwers een weg te banen, de trap was hellemaal weg gebrand ene hol gevoel kwam in Severus maag, ze moesten springen of verbanden, maar al snel zag Severus dat een schouwer al wat anders had bedacht met de ingestoten balken vormde hij een trap.
De schouwer met de zwarte stem wilde Christina van Severus overnemen, maar Severus weigerde, hij wilde haar zelf dragen, met ze alle rende ze de trappen af, naar bende zo snel mogelijk naar buiten daar liet Severus de spreuken van zichzelf verdwijnen, hij richten zich op Christina, ze ademde niet meer, maar haar hart slag was nog licht. “Haal hulp! ze ademt niet!” de schouwers rende weg. Dit gaat te lang duren besefte Severus een mens kon maar drie minuten zonder zuurstof dan stierven de organen af en wie weet waren dit er al meer dan drie. Severus kneep Christina’s neus dicht en plaatsen zijn mond op de haren hij begon haar beademing te geven. “Kom op adem!”riep hij. Hij ging ermee door, hij weigerde te stoppen, al radde de schouwer die was gebleven aan te stoppen, omdat het al te laat zou zijn, Severus vroeg zich af waar de hulp, waarom hij had gevraagd bleef, hij ging door en door met het beademen, en na een paar minuten die eeuwig leken te duren ging ze weer ademen. Opgelucht keek Severus naar haar, hij aaiden door haar haren, en zag dat ze onder de brand wonden zat van de weggevlogen vonken.
“Chris je gaat het redde.”Zei hij, hij voelde de pijn van al het glas dat in hem zat niet eens meer. Tot dat zijn zusje hem half hysterisch omhelsden. “Severus!”riep ze, “is ze? “vroeg Melian vol moeite. “Ze leeft nog Mel, Mel laat me alsjeblieft los je doet me echt pijn.”zei hij smekend. “En word niet hysterisch om hoe ik eruit zie, ik ben niet in levensgevaar.”zei hij toen streng. Severus zat onder het roet, ook hij zat onder de wonden van de vonken.
Madame pleister kwam eraan, ze nam de zorg van Christina over, maar Severus en Melian bleven er beide bij, bang dat ze het niet zou redde, ook was Remus er inmiddels bij gekomen, Severus keurde hem geen blik waardig en tilde Christina op, naar de tent waar de gewonden werden verzorgt. Daar legde hij Christina neer op een bed, terwijl de schouwers bezig waren het vuur te doffen. Severus wist niet hoe de brand ontstaan was, maar wat hij wel wist was dat het een en al duistere magie was, hij zou zijn vermoedens straks meteen aan Perkamentus melde, en het tot de bodem uitzoeken.
Maar zijn eerste zorg was nu Christina, waarom hij zo bezorgt was, maar hij wist wel dat hij dat was. Hij drukte Melian dicht tegen zich aan, die luid snikte, doodsbang dat Christina zou sterven.

Er zijn nog geen reacties.


Meld je gratis aan om ook reacties te kunnen plaatsen