Waar aliëns de hoofdrol spelen
Stef en Femke stonden vanaf een afstandje te kijken naar de transformatiecirkel. Na lang zoeken hadden ze deze plek gevonden, de plek die Femke had gezien in haar droom. Het enige verschil was, dat er nu niks vreemds aan de hand was. Geen aliën met lichtstralen die uit zijn ogen schoten.
“Zie je? Niks.” Stef wilde zich alweer omdraaien om richting het hoofdgebouw te lopen, maar Femke trok hem terug aan zijn arm.
“Ik heb hierover gedroomd, en nu blijkt deze plek echt te bestaan.”
“Toeval.”
“Toeval bestaat niet Stef. Dit heeft iets te betekenen!” Femke ontplofte bijna van woede. Stef wilde haar gewoon niet geloven, hij deed die hele droom als onzin af. Terwijl zij er zeker van was dat er iets aan de hand was. Ze droomde niet zomaar over deze plek, dat voelde ze gewoon. Een onheilspellend gevoel bekroop haar terwijl ze naar de plek staarde. Er waren bladeren aan de kant geschoven, zodat er een cirkel was ontstaan. Op zich niks bijzonders, maar de cirkel was groot en perfect rond. Daarnaast lag hij diep in het bos verscholen, op een plek waar nooit iemand kwam. Femke niet, Freddy niet en al zeker de parkgasten niet. De kans dat kinderen hier hadden gespeeld en de cirkel hadden gemaakt was dus vrijwel nihil.
“Femke, je slaat door,” zuchtte Stef. “Je lijkt Diederik wel, die zoekt ook overal wat achter.”
Misschien, dacht Femke. Didi zocht inderdaad overal wat achter. Alles zou te maken hebben met aliëns, volgens hem. Aliëns, die naar hier waren gekomen om de Aarde te vernietigen. Femke lachte er altijd om, maar sinds die droom was ze niet meer zo zeker over het niet-bestaan van aliëns. Het wezen in haar droom was overduidelijk geen mens geweest.
“Kom, we gaan terug. Freddy heeft ons zeker nodig.”
“Sinds wanneer ben jij zo bezig met werk?”
“Sinds.. Ik wil gewoon geen ruzie met Freddy.”
“Ik regel het wel met Freddy.” Femke gooide nu haar geheim in de strijd, iets wat alleen Paula wist.
“Jij bent ook maar gewoon een jobstudent!” Stef keek Femke verontwaardigd aan. Zij dacht dus even dat ze belangrijker was dan hij. “Dat jij hier al drie jaar werkt, maakt echt niet dat je meer te zeggen hebt!”
Femke twijfelde of ze het moest vertellen, maar ze wilde persé dat Stef haar zou helpen bij het ‘onderzoek.’ Ze ging uitzoeken wat hier aan de hand was, maar dat kon ze niet alleen. En Paula wilde ze er niet bij betrekken want die leek alleen maar geïnteresseerd in Diederik. Daarnaast was er ook nog iets anders met haar aan de hand.. Ze was veranderd sinds glaasje draaien. Stiller, afstandelijker. Femke wist niet wat het precies was, maar Paula wilde er duidelijk niet over praten. Dus deed Femke ook geen pogingen meer om het los te krijgen. Paula moest het maar uitzoeken, ze had Femke duidelijk niet meer nodig.
“Freddy is mijn vader.” Ze had het gezegd. Ze verwachtte dat Stef haar geschokt zou aankijken, zou vragen waarom ze dat verborgen had gehouden. Boos zou worden omdat ze dat niet eerder verteld had. Niks van dat alles gebeurde. Stef haalde zijn schouders op.
“En dan? Ik wil gewoon werken.”
“Stef! Er is hier iets aan de hand-”
“En jij wil uitzoeken wat,” vulde Stef aan. Hij zuchtte diep. “Je baseert alles op een droom. Een dróóm.”
“Je gaat me dus niet helpen?”
“Nee.”
Stef liet Femke achter. Hij had hier nu echt geen tijd voor. Femke was een lief meisje, en hij wilde haar met alles helpen, maar niet met dit. Ze mochten dan in een buitenaards vakantiepark werken, maar Stef geloofde echt dat mensen de enige levende wezens in het heelal waren.
‘S avonds heerste er een gezellige sfeer in de meisjesbungalow. Mellanie praatte honderuit over kleding die ze in een tijdschrift had gezien. Femke luisterde daarnaar en reageerde af en toe, terwijl Paula aan het koken was. Meestal at het team gezamenlijk in de koffieshop, maar vanavond was dat niet zo. Eigenlijk was het Femke’s beurt om voor eten te zorgen - de meiden hadden een rooster opgesteld - maar Paula kon van de drie meisjes het beste koken en vond het ook nog leuk om te doen. Even later zette ze dus drie goed gevulde borden op tafel.
“Het is toch wel-” begon Mellanie.
“Ja Mellanie, ik heb rekening gehouden met ál je wensen,” zuchtte Paula. Het was iedere avond weer hetzelfde gezeur: Mellanie wilde alleen eten wat gezond was en niet te veel vet bevatte. Want anders was dat slecht voor haar lijn, zei ze telkens.
Femke en Paula wisselden een blik. Allebei konden ze Mellanie eigenlijk niet uitstaan, met haar eeuwige gezeur over make-up en kleding en allemaal andere zaken die er eigenlijk niet toe deden in de vakantie.
“Eet smakelijk,” zei Femke. Paula herhaalde dat, Mellanie reageerde niet eens. Ze had haar gsm onder tafel, in de hoop stiekem te kunnen sms’en, maar het viel keihard op wat ze aan het doen was.
“Mellanie..” Zei Femke geïrriteerd. Mellanie keek op.
“Ja wat? Ik moet toch contact houden met Vlammetje?” Ze snapte absoluut niet wat ze verkeerd deed.
“We zijn aan het e-ten,” verduidelijkte Femke. Mellanie maakte nog steeds geen aanstalten om haar mobiel weg te doen, maar toen Femke haar lang en dwingend bleef aankijken, zuchtte ze en legde ze haar gsm op tafel.
Paula hield wijselijk haar mond, op ieder woord wat ze zei zou vast een vervelende reactie van Mellanie komen. Zo ging het al dagen, en het zag er niet naar uit dat dat ging veranderen.
De drie meiden aten zwijgend verder, er werd alleen over noodzakelijke dingen gesproken. Of iemand even een servet kon aangeven, of water kon inschenken. Meer niet. Zowel Femke als Paula baalde dat de sfeer zo omgeslagen was. Normaal kletsten ze volop tijdens het eten. Over hoe hun dag was geweest, over wat ze die avond zouden gaan doen, over welke films en boeken er net uitgekomen waren, over van alles en nog wat. Als echte vriendinnen konden ze het met elkaar overal over hebben, maar de komst van Mellanie had hun vriendschap zwaar onder druk gezet. Mellanie stond als het ware tussen hen in, want Femke kon het wel goed vinden met haar en Paula juist niet. Iets met z’n drieën doen was er dus zeker niet bij.
Het vervelende getril van een mobieltje verstoorde de rust. Mellanie wist niet hoe snel ze haar roze gsm van tafel moest pakken. Onmiddellijk beantwoordde ze het inkomende gesprek en zonder zich te verontschuldigen stond ze op van tafel.
Paula zuchtte geïrriteerd. Femke eveneens. Ze probeerden te horen waar het gesprek over ging - wat was er belangrijker dan gezamenlijk eten - maar Mellanie praatte bewust zachtjes. Toen het gesprek beëindigd was, liep ze terug richting de tafel.
“Dat was Vlammetje,” zei ze, tot over haar oren verliefd. Vlammetje was Mellanie’s alles. Er ging geen uur voorbij zonder dat er over hem gepraat werd. Hij was brandweerman, oh zo stoer. Femke en Paula hadden Jim nog nooit gezien, maar ze vonden hem allebei maar niks.
Mellanie ging niet terug aan tafel zitten, maar griste haar Galaxy Park vest van haar stoel. Voordat iemand ook nog maar iets had kunnen zeggen, was ze uit de bungalow verdwenen. Op weg naar de liefde van haar leven.
“Eindelijk rust.” Paula genoot er zichtbaar van dat Mellanie er niet meer was. Nu hoefde tenminste niet eerst drie keer na te denken voordat ze iets zei of deed. Paula verwachtte dat Femke ook opgelucht zou zijn, maar die maakte alleen een instemmend geluidje. Femke had haar gsm gepakt en was verwoed aan het typen.
“Ga jij nu ook al ongezellig doen?”
“Sorry Paula, maar dit moet even,” antwoordde Femke zonder van het beeldscherm op te kijken.
Paula zuchtte. Hier kon ze dus echt niet tegen. Van Mellanie vond ze dit gedrag normaal, maar van Femke had ze dit absoluut niet verwacht.
“Ook aan het sms’en met je vriendje?”
“Nee, met Stef,” antwoordde Femke kort.
“Bijna hetzelfde dus.”
Nu begint het, dacht Paula. Zodra ze een vriendje krijgen, hebben ze geen tijd meer voor hun vriendinnen. Daarmee dacht ze aan zowel Femke als Mellanie.
Femke stond plots op, met haar gsm al aan haar oor. Paula keek haar verbaasd aan. “Kan je niet bellen niet met mij erbij misschien?”
Femke antwoordde niet, maar liep door naar de slaapkamer.
“Heb je iets te verbergen soms?” Paula stond op en liep Femke achterna.
“Laat me héél eventjes bellen, dit is belangrijk.” Femke sloot de deur van de slaapkamer. Paula bleef zwaar verontwaardigd in de woonkamer staan. Ze probeerde niet te huilen, maar dat ging moeilijk. Ze had het echt helemaal gehad.
“Fijne vriendin ben jij!” riep ze, met een stem dik van de tranen. Ze had geen zin meer om hier nog langer te blijven, als iedereen haar toch maar alleen liet. De jongens waren vele malen belangrijker, blijkbaar. Paula besloot om dan ook maar gezelschap van een jongen te zoeken, Diederik had wel vast tijd voor haar. Hij had altijd tijd voor haar. Zeker na vanmiddag. Paula vond het niet nodig om aan Femke te laten weten waar ze heen ging, ze liep gewoon de bungalow uit en sloeg de deur met een harde knal dicht.
“Stef, Mellanie is naar Vlammetje,” zei Femke door de telefoon.
“En dan..?”
“Heb jij Jim al eens in het park gezien?”
“Nee, maar dat maakt toch niet uit?”
Femke zuchtte. Stef snapte duidelijk niet welke kant ze op wilde met dit gesprek.
“Wat als Vlammetje niet bestaat? Als haar afspraakjes met hem een smoes zijn.”
“Een smoes voor wat? Femke, ik heb hier nu geen tijd voor.”
Stef wilde al bijna ophangen, in de jongensbungalow waren ze met z’n allen een film aan het kijken. Dat was wel iets leuker dan vreemde gesprekken met Femke voeren.
“Ze spreekt niet met Vlammetje af, ze transformeert tot aliën.”
Stef zuchtte diep. Niet alweer dit onderwerp. “Het was een droom, Femke.”
“Geef toe, het zou perfect zijn voor Mellanie. Wij denken dat ze een vriendje heeft en vermoeden dus helemaal niks..”
“Ga haar achterna dan? Als je je zo druk maakt..”
Femke liep terug naar de woonkamer, om tot de ontdekking te komen dat Paula er niet meer was. Ze slikte.
“Ik denk dat ik eerst iets uit te praten heb met Paula..” Zei ze zachtjes. “Wil jij bij Mellanie gaan kijken?”
Stef was even stil. Hij had hier echt geen zin in, maar het zou wel moeten. Alles om Femke een veilig gevoel te bezorgen.
“Oke. Ik bel je straks wel.”
Daarna klonk een pieptoon. Femke liet haar mobiel naar beneden zakken. Paula was natuurlijk boos weggegaan, en terecht ook.
Femke liep snel naar buiten en ging op het terrasje staan. Het was donker, maar in de verte zag ze nog net een schim lopen.
“Paula!” riep ze. De schim draaide zich eventjes om, maar liep toen weer verder. Paula wilde Femke niet spreken.
Femke sloot de deur van de bungalow en rende richting het hoofdgebouw. Uiteindelijk ging ze naast Paula lopen, die haar geen blik waardig keurde.
“Ik dacht dat jij het druk had met Stef,” zei Paula, zonder haar pas te vertragen.
“Kom alsjeblieft terug naar de bungalow, dan leg ik het je uit.”
Paula stopte met lopen en draaide zich naar Femke om. “Wat uitleggen? Je relatie? Sorry Fem, maar daar heb ik geen zin in.”
“Nee, niet mijn relatie.” Femke legde een hand op Paula’s schouder, zodat die zou blijven staan. “Ik heb gedroomd.”
Paula nam niet eens de moeite om te reageren. Ze trok zich los van Femke en zette opnieuw koers naar de jongensbungalow. Femke bleef even beduusd stilstaan, maar trok toen een klein sprintje om weer naast Paula te kunnen lopen.
“Het was een nachtmerrie, maar ik geloof dat er meer achter zit. Ik weet niet wat er aan de hand is, maar.. Ik ga het uitzoeken.”
“Veel succes,” zei Paula bot. Femke zuchtte, maar besloot dat het geen zin meer had om Paula over te halen terug te komen. Als ze in zo’n bui was, kon je beter niet met haar praten.
“Tot straks dan,” zei Femke zachtjes. Ze liet Paula alleen en ging terug naar bungalow Venus. Ze hoopte dat Stef snel nieuws had.
Mellanie kwam bij de ingang van het park aan, waar ze Jim’s auto zag staan. Blij liep ze naar hem toe, ze had hem al een paar dagen niet gezien en ze had hem echt gemist.
“Vlammetje!” riep ze uit.
Jim glimlachte lichtjes, hij was wat minder enthousiast om Mellanie te zien.
Mellanie ging vlak voor hem staan en wachtte tot hij haar een kusje zou geven, maar dat gebeurde niet. Mel zette verontwaardigd een stapje achteruit en sloeg haar armen over elkaar.
“Ben je niet blij om mij te zien?”
Jim antwoordde niet, maar staarde naar beneden.
“Vlammetje? Wat is er?” Mellanie snapte nog steeds niet wat er aan de hand was.
“We moeten praten.” Jim klonk serieus. Hij keek om zich heen of er niemand in de buurt was en richtte toen zijn blik strak op Mellanie. “Ik denk niet dat het nog langer gaat.”
“Huh? Wat?” Mellanie keek hem onbegrijpend aan. Zij was helemaal naar hier gekomen, ‘s avonds laat, en dan kreeg ze een serieus gesprek in plaats van een kusje en een knuffel.
Jim wendde zijn blik af. “Gewoon, tussen ons twee. Ik denk niet dat wij nog langer samen kunnen zijn.”
“Is het de afstand?” antwoordde Mellanie meteen. “Want daar valt best wat aan te doen hoor! Ik kan aan Freddy vragen of ik een dagje vrij mag en dan kan ik naar jou toe komen?” ratelde ze. “Dan hoef je niet de hele tijd naar dit verlaten gat te rijden.”
“Nee, het is niet-” begon Jim, maar Mellanie praatte ongestoord verder. Ze was er van overtuigd dat dit makkelijk op te lossen was. Want zij en Jim hoorden bij elkaar vond ze.
“Over twee maanden ben ik hier weg. Klaar met alle vervelende klanten, dan heb ik weer álle tijd voor je!” Ze speurde naar een glimlachje op het gezicht van Jim, maar die was onvindbaar. Hij stond nog steeds voor haar met een serieuze blik in zijn ogen, een hele andere Jim die Mel gewend was.
“Mel. Het is niet de afstand.”
Mellanie schrok, maar er was nog steeds niks aan de hand volgens haar.
“Oh.. Wat dan?” Ze zette al een stapje dichterbij Jim in de hoop alsnog een knuffel of kusje te krijgen, maar hij verroerde zich niet.
“Os,” zei hij. “Elke keer als ik hier kom lijkt het alsof je meer aandacht voor hem hebt, dan voor mij.”
“Os? Met z’n motor en z’n liters gel?” Mellanie begon hardop te lachen. “Nooit. Geen haar op mijn hoofd die er aan denkt om met hem te gaan.”
“Zo lijkt het anders wel.”
Mellanie wist niet wat ze hoorde. Ze wilde reageren, maar ze vond er geen woorden voor. Ze was te geschokt om iets terug te kunnen zeggen. Wat Jim dacht was echt de grootste onzin die ze ooit gehoord had, maar hij leek er echt van overtuigd. Snel ging ze in haar gedachten de momenten af dat Jim hier was geweest. Was ze toen te veel met Os bezig geweest? Nee. Ze wist zeker dat ze geen moment met Os opgetrokken was. Misschien een paar keer. Iets meer dan een paar keer. Maar ze was net zo veel met Vlammetje bezig geweest, dat wist ze ook zeker.
“Je komt dus hier om me te dumpen,” zei Mellanie. Ze probeerde te verbergen dat haar stem trilde. Dit gesprek had haar zo verrast, dat ze het liefst van al eventjes wilde huilen. Maar dat mocht niet, ze wilde Jim geen plezier doen, dus ze hield zich sterk.
“Zoiets, ja. Als je het graag zo wil noemen.”
“Ik hoef jou ook niet meer, Jim. Jouw angst zegt heel veel over onze relatie.”
“Wat dan?”
“Dat je mij niet genoeg vertrouwt. Je bent bang dat ik met Os ga.”
“Niet helemaal, ik zie gewoon-”
“Dag Jim. Laat ik je hier nooit meer zien.”
Mellanie draaide zich om. Het maakte haar niet uit dat ze Jim geen kans gaf of te antwoorden, ze wilde die jongen nooit meer zien. Jim en Mellanie was verleden tijd. Als hij haar om zoiets stoms aan de kant zetten.. Dan was hij haar niet waard.
Onderweg terug naar de bungalow, kwam Mellanie helaas Exo-7 tegen. Het wezen had niet gedacht vannacht iemand te exoderen, maar dit was de perfecte kans. Er was niemand in de buurt, niemand zou de actie kunnen opmerken.
“Mellanie.”
Mellanie draaide zich om, er liep iemand achter haar die haar nodig had. Snel veegde ze haar tranen weg, niemand mocht die zien. Meestal hield ze haar gevoelige kant verborgen, maar na het gesprek met Jim was die volop naar boven gekomen. Ze was blij dat er iemand haar riep, iemand gaf een beetje om haar.
“Hey,” antwoordde ze zachtjes. “Wat doe jij zo laat nog in het park?”
Het wezen gaf geen antwoord. Het was hier niet om te praten, alleen om te exoderen. Dus dat gebeurde ook. Blauwe lichtstralen boorden zich in Mellanie’s ogen. Exo-7 deed wat er moest gebeuren, namelijk ervoor zorgen dat Mellanie de volgende keer makkelijker te exoderen was. Als het wezen opnieuw de macht over haar zou nemen, zou dat niet langer dan een paar seconden duren. Exo-7 zou sneller toegang tot haar doen en denken krijgen. Dat was nodig, want de eerstvolgende keer zou er niet veel tijd zijn. Mellanie zou meteen moeten doen wat haar opgedragen werd. Naar het moederschip van de Exo’s gaan.
De exodatie was geslaagd. Opnieuw lichtten Mellanie’s ogen blauw op. Vervolgens staarde ze nog even naar de persoon die voor haar stond, maar meteen daarna viel ze als een lappenpop op de grond. Als ze wakker zou worden, zou ze geen idee hebben wat er net gebeurd was. De Exo had er voor gezorgd dat deze actie uit haar geheugen was gewist. Dat was maar beter ook, want als Mellanie zich zou herinneren wat er gebeurd was zou zijn missie in gevaar komen én zou ze paniek zaaien onder de andere jobstudenten. Al zou niemand haar geloven, want aliëns bestonden niet. Net zo min als dat geesten bestonden.
Exo-7 liet Mellanie achter in het bos. Het was koud en het ging regenen, maar dat maakte het wezen niks uit. Het enige wat telde, was de missie. De mensen konden het wezen niks schelen. Helemaal niks.
Er zijn nog geen reacties.