Foto bij Hoofdstuk 7. Gevecht.

De twee katten racete zo hard als ze konden. ''De hond komt dichterbij !'' waarschuwde Mauw paniekerig. ''Ga jij verder, ik hou de hond bezig'' informeerde Jamai. ''Wat?'' riep mauw geschrokken. Voor ze het door had vloog Jamai de hond aan. De poes stopte met rennen en ging staan. Ze zag Jamai een krab op de vijand z'n flank verschijnen. Toen landde hij tegenover de hond op de grond. Het beest begon te grommen. Toen beet het onverwachts in Jamai' s vacht. ''Ren!'' schreeuwde hij. ''Nee!'' riep Mauw paniekerig. De kat had een hele grote wond. Mauw sprintte naar de hond. Ze teckelde het beest tegen de grond. Toen haalde ze paniekerig de buik open. De vijand begon te janken. Mauw spuugde naar de hond: ''Als je mij en Jamai ooit nog aanvalt krijg je jou levens lange herinnering!'' De zwart witte poes draaide zich om. Haar blik gleed naar haar vriend die bloedend in het gras lag. ''Jamai?'' Haar hoofd duwde zijn poot omhoog. De askleurige kater opende zijn ambergele ogen. In zijn rug zat een best diepe beet. Mauw' s haren stonden overeind. ''We moeten iets vinden om jou wond te genezen'' besloot de poes. ''Probeer eerst op te staan'' commandeerde Mauw. Jamai zette kracht in zijn poten en stond pijnlijk overeind. ''Goed hou nu vol!'' moedigde ze de kater aan.
Toen Mauw om keek was de hond uit het zicht verdwenen.

Er zijn nog geen reacties.


Meld je gratis aan om ook reacties te kunnen plaatsen