5.3 - 14 jaar
Verhaal van de ark van Noach (waar het verhaal een beetje om draait.)
Mijn ogen begonnen te trillen, waardoor ik ze langzaam open. Ik lag in een ovalen cabine en hoorde allerlei geluiden door elkaar.
Hij draaide zijn hoofd naar een kant en keek naar de mannen in witte pakken. Ik sloot mijn ogen weer, maar door een hard gepiep werd ik uit mijn slaap gehaald.
'Noah, val nog niet in slaap, ' zei een stem en ik keek wat vermoeid naar de man met een masker.
Ik wilde wat vragen, maar mijn stem was verdwenen. Ik gebaarde naar mijn keel.
De man knikte.
'Sorry mijn jongen, maar je bent de eerste fase ingegaan,' sprak hij en ik keek hem met grote ogen aan.
Nee, dat meende hij niet, ik wilde schreeuwen, maar niets kwam uit mijn mond vandaan.
'Je stem is verdwenen,' ging de man verder en hij werd overeind getrokken. Ik voelde dat ik begon te huilen en kroop als een bal in elkaar. De man stelde me gerust door een hand op mijn schouders legt.
Hij keek naar de rest van de mannen en hij had zelf moeite om zijn emoties onder controle te houden, altans dat voelde ik aan zijn trillende hand.
Ik werd begeleid naar zijn cel die schoon was gemaakt.
Hij kroop naar zijn hoekje en bleef daar liggen.
'We zullen je wat eten voor je halen, we willen je ruimte geven, maar met deze toestand ben je te gevaarlijk,' zei de man die aan zijn bureau zitten. Ik wilde daarop wat zeggen, maar er kwam alweer geen geluid uit zijn keel.
'Schrijf het anders,' zei de man en gaf me een kladblok. Ineens schoot hem iets te binnen.
'Moet ik je een verhaal vertellen?' vroeg hij en ik kwam wat meer overeind en knikte. Ik kon toch niet anders doen dan luisteren.
De man ging wat verzitten.
Maar het blijft niet zo mooi en zo goed.
De mensen luisteren niet meer naar God.
Ze maken ruzie en slaan elkaar dood.
Dan zegt God:”Ik heb spijt dat ik de aarde en de mensen gemaakt heb.
Ik ga hier een eind aan maken”.
Maar er is één mens die een vriend is van God.
Dat is Noach.
Hij leeft niet zoals de mensen om hem heen.
Hij is eerlijk. Hij is vriendelijk. Hij zorgt goed voor de dieren. Hij vergeet God niet, en God vergeet Noach niet.
God zegt tegen Noach :”Ik heb spijt dat ik de aarde gemaakt, en de mensen. Ik ga hier een eind aan maken.
Maar jij moet een grote boot bouwen, een ark.
Jou wil ik redden, en ook jou vrouw en kinderen”.
Noach doet wat God zegt.
Hij bouwt een groot schip, wel 150 meter lang en met drie verdiepingen.
Als de boot klaar is, begint het te regenen.
En het houdt niet op met regenen, weken lang.
Water, overal water.
Dan gaat Noach met zijn vrouw en kinderen in de ark.
Hij laat allerlei dieren binnen gaan, wilde en tamme, grote en kleine, en ook de vogels.
Van alle dieren mogen er twee naar binnen, een mannetje en een wijfje.
Zo heeft God het tegen Noach gezegd. Als iedereen binnen is sluit God de deur.
Het water stijgt.
De boot begint te drijven.
Hoger en hoger stijgt het water, tot boven de bergen.
Alle mensen en dieren verdrinken.
Maar op de golven vaart de ark.
God vergeet de mensen en dieren in de ark niet.
Hij laat het ophouden met regenen.
Langzaam zakt het water.
De toppen van de bergen kun je alweer zien.
De boot blijft vastzitten, bovenop een berg.
Na een tijdje maakt Noach een raam open.
Hij laat de duif los. Maar de duif vindt geen tak om op te zitten. Overal is nog water.
Na een week laat Noach de duif weer los.
Als het avond wordt komt de duif terug. Nu heeft hij een olijftakje in zijn bek.
Noach begrijpt dat het water is gezakt.
Hij wacht nog een week, en laat dan de duif weer los.
De duif komt niet meer terug.
Noach schuift het dak open. Hij ziet dat het land weer helemaal droog is
God zegt tegen Noach:”Nu mogen alle mensen en dieren de ark weer uit.
Breng ze naar buiten de koe en het paard, de neushoorn en alle vogels.
Ze moeten weer jongen krijgen. De aarde moet weer vol dieren worden.
Dan bouwt Noach een altaar en dankt God.
De mensen en de dieren kunnen weer leven op de aarde.
De zon schijnt weer”. Kijk de regenboog! God zegt:”Als ik de regenboog zie zal ik aan de mensen denken en de dieren, aan alles wat leeft.
Ik zal ze nooit in de steek laten. Dat beloof ik je”.
Ik luisterde naar het verhaal en kende het ergens van. Ik schreef op de kladblok.
De ark van Noach De man knikte.
'Ja, het is een bekend verhaal en kinderen zijn er dol op, ga maar wat rusten ik breng je zo eten,' zei hij en liep de kamer uit. Ik keek hem na en liet me weer tegen de muur aan glijden en glimlachte.
Het voelde als thuis, als het leven waar ik de afgelopen veertien jaar geleefd heb.
'Bedankt,' zei ik met mijn lippen en sloot mijn ogen en viel niet lang daarna in slaap.
Reageer (3)
Wat zielig...
1 decennium geledenDat was dan ook zijn laatste woord.
1 decennium geledenHij praatte!! Op het eind praatte hij weer!
1 decennium geleden