APWBP Boek 1 Hoofdstuk 9 Deel 6

“Ik vraag het aan jou omdat ik je vertrouw, Severus”, merkte ik op. “Maar als je liever geen ‘waakhond’ bent, zoals jij het noemt, kan ik het ook aan één van de andere leraren vragen.” Severus leek wat te kalmeren.

“Goed dan, Perkamentus, ik probeer wel een oogje op hem te houden”, zei hij. Ik glimlachte.
“Fijn.” Ik vond het niet nodig hem te laten weten dat ik hem deze opdracht gaf, behalve om de genoemde redenen, om zijn aandacht wat van Harry af te proberen leiden. Blijkbaar zat de oude vijandigheid met James nog steeds diep.
“Nog iets?”
“Nee, op dit moment niet”, zei ik, met mijn hoofd alweer half in mijn boek.
“Goed, tot ziens dan.” Hij liep mijn kantoor uit en deed de deur achter zich dicht, net iets harder dan nodig was.

Minerva had me laten weten dat het voor de vlieglessen de lessenroosters het beste uitkwamen als Griffoendor met Zwadderich ingedeeld werd op donderdag en Huffelpuf met Ravenklauw op vrijdag.
“Geef dat dan maar snel door aan de leerlingen”, zei ik met een glimlach. “Veel eerstejaars kijken erg naar de vlieglessen uit.”
“Dat weet ik”, zei ze met een glimlach. “Ik laat de berichten vanavond in de leerlingenkamers hangen.”
“Uitstekend”, zei ik met een glimlach. “En hoe gaat het eigenlijk met de nieuwe Griffoendors en Zwadderaars?”
“Nou, ik heb hen nooit samen”, zei ze. “Maar van wat ik opvang, lijkt het me dit jaar nog erger dan anders.” Ze aarzelde even. “Ik denk dat Potter en Malfidus absoluut niet met elkaar overweg kunnen. Ik heb gekeken of ik de indeling voor de vlieglessen niet anders kon laten verlopen, in de hoop zo minder vijandigheid te creëren, maar dan moesten de lessenroosters al bijna veranderd worden.”
“Ach, ze moeten met elkaar om leren gaan”, zei ik glimlachend. “Maak je niet druk, Minerva. Die vijandigheid is niet nieuw. Om eerlijk te zijn, denk ik dat het voor onze leerlingen niet slecht is dat ze af en toe gedwongen worden met elkaar om te gaan.”