-033-
(POV Rein)
Met een harde dreun trek ik de deur achter me dicht en gooi de tas in de hoek van de kamer. Boos laat ik me op de bank zakken. Ik had dit echt van iedereen kunnen verwachten maar niet van Iris. Ze kan dan wel zeggen dat er niets aan de hand was maar ik heb toch met mijn eigen ogen gezien dat ze eerst tegen mij zegt dat ze niet kan afspreken en vervolgens met een of andere jongen afspreekt. Mijn ogen liegen niet, ze zat er echt en ze waren niet met een geschiedenisproject bezig. Zal ze echt liever met anderen omgaan dan met mij? Ik kan het me haast niet voorstellen.
Starend naar het plafond hoop ik in slaap te vallen maar ik ben bang dat het dit keer niet lukt. Elke gedachte doet me aan Iris denken, ze zat er zo gebroken bij vanmiddag. Zal ik haar bellen? Gelijk schud ik die gedachte weg. Nee Rein zij wil jou al de hele week niet spreken, dan wil jij haar nu maar eventjes niet spreken. Ik moet natuurlijk niet vergeten dat zij tenslotte dit alles is begonnen. Ik draai me om van de muur af, dit had ik beter niet kunnen doen want gelijk komt mijn zicht op 'ons' fotolijstje. De foto van ons samen die we twee weken geleden in het park hadden genomen. Ik strek me hand uit om het lijstje te pakken. Wanneer ik hem in mijn handen heb trek ik hem weer terug. Zachtjes streel ik over het lijstje. 'Toen was alles nog goed' mompel ik. Ik leg hem weer terug op mijn nachtkastje maar dan met de fotokant naar onderen. Misschien is het beter dat hij even zo blijft staan tot dat het weer goed is. Gelijk schiet er een ernstige gedachte door mijn hoofd 'wat nou als het niet goed komt'? Dat Iris en ik beide weer verder gaan met onze eigen levens, net doen alsof we elkaar niet kennen en zelfs als we elkaar op straat tegen komen snel de andere kant op kijken. Deze gedachte levert een keiharde steek op in mijn hart. Ik wil haar niet kwijt, nu niet, morgen niet, volgend jaar niet en over tien jaar ook nog niet. Snel pak ik het fotolijstje opnieuw en kijk weer naar Iris haar lach, meteen krijg ik ook een lach op me gezicht. Ik plaats het fotolijstje met de fotokant richting mijn bed terug en ga weer goed liggen. Ik sluit mijn ogen en probeer in slaap te vallen, wat dit keer wel wil lukken.
'Dus jullie hebben ruzie'? vraagt mijn moeder terwijl ik mijn brood voor de pauze smeer. 'ja' antwoord ik kort en richt mijn hoofd weer naar beneden. 'En waarom dan'? vragend staart ze me aan. 'We zijn te verschillend, zij wil zich door de week op school concentreren terwijl ik me in het weekend op Mainstreet wil concentreren. Hierdoor hebben we nooit tijd voor elkaar'. Mijn moeder kijkt me hoofdschuddend aan 'Je moet gewoon even de balans vinden'. Ik kijk haar boos aan 'Mam, dat is niet het enige. Ze loog gister tegen me, ik wou afspreken maar zij had een geschiedenisproject waardoor dat niet door kon gaan vervolgens zat ze dood leuk met een jongen in de Starbucks'. Opnieuw schud mijn moeder haar hoofd 'Heb je gevraagd waarom ze daar met die jongen zat'? 'Nee dat leek me wel duidelijk ze gaat liever met andere jongens op stap in plaats van iets leuks te doen met haar vriendje'. Inmiddels staat ze in de keuken om mijn broodtrommel aan te geven 'Rein je moet met haar praten, waarschijnlijk heeft ze een hele logische verklaring'. Boos sta ik op en prop de broodjes in mijn broodtrommel 'Kies jij nu HAAR kant in plaats van die van mij' 'Rein.....' 'Nee mam laat maar'. Ik pak mijn tas weer uit de hoek gooi mijn brood trommel erin en smijt de deur achter me dicht. 'Waarom is toch altijd iedereen tegen mij' roep ik zachtjes uit.
Reageer (1)
Neeeee geen ruzie!!
1 decennium geledenSnel verder