Chapter 3.

Mijn ogen schieten van de man die voor me staat, naar de jongen die in de deur opening staat. 'Ik zei raak haar niet aan!' schreeuwt de jongen. Binnen een tel staat de jongen voor mijn neus, en heeft hij de man drie meter weggegooid. Verbaasd kijk ik hem aan. Hoe kan hij nou zo snel hier zijn? 'kom mee'fluistert hij.Ik knik en wil wegrennen, maar de jongen heeft mijn arm vastgepakt, en trekt me mee naar de uitgang. Drie mannen gaan voor de uitgang staan. 'Fijn, opgesloten'mompel ik zacht tegen mezelf. 'Klim op m'n rug'roept de jongen. Ik schudt heftig mijn hoofd. Ik ga dus echt niet op zijn rug zitten. 'Klim op mijn rug!' schreeuwt de jongen boos. Ik twijfel niet meer, en ga op zijn rug zitten. 'hou je goed vast' Ik knik, en pak hem stevig vast. Het voelt best vetrouwd. 'Doe je ogen dicht'mompelt hij. Ik sluit mijn ogen, en voel dat de jongen gaat rennen. Ik voel de wind in mijn gezicht, en door mijn haren heen gaan. Ik voel de jongen springen, en na een tijdje te hebben gerent, stopt hij. Hij zet me neer, en ik open mijn ogen. Ik kijk in zijn prachtige goudbruine ogen. Hij heeft honingblond haar. Hij is perfect. Hij steekt zijn hand naar me uit. 'Ik ben jasper'