O38.
‘Ja, er zijn gevoelens.’ Antwoordde ik na een aantal seconden stil te zijn geweest. Hij staarde voor zich uit. Was ik een keer eerlijk, was het nog niet goed. Ik stond op en draaide mij nog even om, daarna liep ik weg. Hij liep achter mij aan en pakte mijn hand. ‘Wat ga je doen?’ Ik keek hem doordringend aan. ‘De rekening betalen.’ Hij knikte. ‘Ik betaal.’ Ik liep weer terug naar onze spullen. Nog een sigaret stak ik op en al snel kwam hij terug met de bon in zijn handen.
In de auto was er een doodse stilte. Beide wisten wij niet wat er gezegd moest worden. Bij het huis aangekomen pakte ik mijn spullen en zette deze neer op de logeer kamer. Ik haalde alles uit de tassen en hing het op en legde de sieraden en make-up neer.
Ik hoorde geklop en opende de deur. Daar stond Bill. Hij nam een diepe adem, deed de deur dicht. ‘Ik weet niet hoe ik dit moet zeggen. Een aantal keer heb ik bedacht hoe ik dit moest brengen. Ik vind je leuk.’ Ik keek hem verbaasd aan. Daar zaten we dan samen op bed. Hij pakte mijn handen vast. ‘Alleen, zie jij mij ook zo? Je zei gevoelens te hebben, maar niet wat voor gevoelens.’ Ik knikte.
Er zijn nog geen reacties.