Spelletje II
Femke keek de groep rond. Ze waren er klaar voor. Nu was het wachten tot de klok..
Boing.
Twaalf sloeg. Op dat moment legde iedereen hun vingers op het glas. Het was doodstil, iedereen hield zijn adem in terwijl ze wachtten op wat er ging gebeuren.
“Is hier iemand..?” vroeg Femke angstig.
“Ja, wij,” antwoordde Os lachend, wat hem meteen een mep van Mellanie opleverde.
“Stil nou,” fluisterde ze boos, “anders jaag je de geesten weg.”
“Geesten..” Lachte Os, “welke ge-”
Voordat Os zijn zin had kunnen afmaken, begon het glas onder hun vingers te bewegen. Iedereen keek elkaar eventjes geschrokken aan, maar onmiddellijk volgden ze weer de weg die het glas aflegde. Langs de nee, langs de G en de H, langs de R en de S, om vervolgens te stoppen bij het woordje Ja.
“Oke, wie deed dit?” piepte Mellanie. Ze probeerde aan iedereen te zien of hun blikken iets verraadden, een minuscuul glimlachje of een glinstering van pret in de ogen, maar iedereen keek serieus naar het glas.
“Oke.. Volgende vraag..” Zei Femke. Ze was stiekem wel een beetje bang geworden, maar nog steeds was ze er van overtuigd dat iemand uit het team dit had gedaan. Want geesten bestonden niet. Echt niet.
“Wie is dit..?” Het was Paula die die vraag stelde, nog voordat een van de anderen iets had kunnen zeggen.
Er gebeurde eerst niks. Iedereen wachtte vol spanning af, je kon alle harten horen kloppen, maar het glas bleef staan op Ja.
“Misschien moeten we eerst iets anders vragen? Iets makkelijker-”
“Nee,” onderbrak Paula Femke. “Je moet gewoon even geduld hebben.”
Femke keek verbaasd opzij, maar Femke kon Paula’s blik niet zien omdat die gefocust naar het glas bleef kijken. Paula had niet eens mee willen doen, en nu was ze zomaar de eerste die een echte vraag stelde. Vreemd.
Iedereen wachtte opnieuw af. Er ging een windvlaag door de bungalow die alle vlammetjes deed waaien, en iedereen gilde kort van schrik. De spanning was om te snijden. Waar iedereen het eerst als een spel had afgedaan, begonnen ze het nu wel serieus te vinden. Er was nog niets gebeurd, maar iedereen voelde dat er iets spannends aan zat te komen.
Iedereen gilde dus ook toen het glas opnieuw bewoog. Heel langzaam, maar het verschoof wel. Ver weg van de Ja en de Nee, richting het alfabet.
“Jongens, ik vind het echt niet meer leuk..” Zei Mellanie, die aan het trillen was van angst. Ze vond het zelfs nog enger dan Paula, en die had het al heel eng gevonden. Maar nu leken de rollen omgedraaid: Mellanie was het bangst van allemaal, terwijl Paula redelijk rustig erbij zat.
Iedereen probeerde te voelen of iemand anders misschien het glas bewoog, maar alle vingers lagen er losjes op. Femke begon al bijna te geloven in geesten, want ze kon niemand aanwijzen die dit glas zou bewegen. Toch hield ze voet bij stuk. Er was niks.
Het glas bleef stilstaan bij de I. Maar niemand had het eigenlijk gezien, want het stond voor nog geen seconde stond het daar. Stef had namelijk eindelijk begrepen wat er aan de hand was en besloot de boel wat te saboteren. Hij wilde iedereen wel eens echt bang zien.
Zonder dat de anderen het merkte verschoof hij het glas nog een stukje verder, naar de F. En daar bleef het staan.
“Femke!” riep Mellanie meteen. Femke reageerde niet, keek er nog eens naar en haalde toen haar vinger van het glas.
“Ach, er zijn zo veel namen die beginnen met de F,” zei ze luchtig. Ze was er niet van onder de indruk. “En daarnaast, we vroegen wie hier was. Niet wie ik ben hè.”
Paula knikte, dat was waar. “Één letter zegt helemaal niks. Kom, we gaan verder.”
Femke legde haar vinger bovenop, en ze voelde de anderen trillen. Stef voelde dat ook en dat was precies zijn bedoeling. Iedereen moest denken dat hier echt een geest was, allemaal moesten ze doodsbang zijn. Hij liet het glas bewegen, over een paar willekeurige letters, om vervolgens te stoppen bij de E. De volgende letter in Femke’s naam.
“Oke, wie doet dit?” riep Femke, nu toch wel iets banger geworden. Ze wilde weten wat hier aan de hand was, want twee letters van haar naam na elkaar was geen toeval. Iedereen trok een onschuldig gezicht, niemand had er wat mee te maken, beweerden ze.
Stef zag Femke’s bange gezichtje. Hij vond het aan de ene kant wel grappig. Dat iedereen hier zo stellig in geloofde..
Aan de andere kant, kon hij het niet aan om Femke zo te zien. Zij was zijn favoriete meisje van het team, en hij wilde haar geen nachtmerries of angsten bezorgen. Dan zou ze weken niet fatsoenlijk aanspreekbaar zijn, als hij nu haar volledige naam zou spellen. Nee, hij liet het hierbij. Als er echt een geest in deze ruimte was, zou die zelf wel spellen wat die wilde vertellen.
Stef stond op, om iets te drinken te halen. De groep wist even niet of ze nu moesten doorgaan, of moesten wachten op hem, maar ze hadden geen keuze. Onder hun vingers begon het glas weer een eigen leven te leiden. Ditmaal bleef het stilstaan op de letter S.
“Stef!” riep Didi onmiddelijk. Stef keek bang om. Hij had als grap Fe(mke) gespeld, en nu ging iemand voor de grap zeker zijn naam spellen.. Dat was niet de bedoeling.
“De geest wil dat je terugkomt, denk ik,” riep Os lachend. Al die tijd was hij nog niet één keer bang geweest. Er was namelijk niks om bang voor te zijn. Mellanie daarentegen was steeds dichter naar hem toe gekropen, zoekend naar bescherming tegen ‘de kwade, enge geest,’ maar hij durfde zijn arm niet om haar heen te slaan. Misschien later. Als het uit was met Vlammetje. Want hij zag Mellanie zwaar zitten. Een meisje met klasse.
“Nee, doen jullie maar verder zonder mij,” zei Stef, die er niks meer mee te maken wilde hebben. Niet dat hij bang was, maar hij wilde nu wel eens zien of er écht een geest was. Als hij weer zou gaan zitten, zou hij zeker de verleiding niet kunnen weerstaan om ook de namen van de anderen (gedeeltelijk) te spellen.
“Laten we een andere vraag stellen,” opperde Diederik, en iedereen stemde daar mee in. Het was eventjes stil. Iedereen dacht na wat ze nu eigenlijk wilden weten. Ze hadden zich namelijk niet echt voorbereid, want niemand had verwacht dat er iets zou gaan gebeuren deze avond.
Opnieuw was het Paula die een vraag stelde. “Voor.. Voor wie ben je hier?” zei ze zachtjes.
“Zo, Paula heeft dit zeker vaker gedaan,” reageerde Os meteen. Opnieuw maande Mellanie hem boos tot stilte, want anders ging de geest misschien weg.
“Nee.. Nog nooit eigenlijk,” antwoordde Paula. Haar blik was niet op Os gericht, maar op het glas. Ze had nog nergens anders naar gekeken deze avond, zij leek wel de fanatiekste van allemaal. Maar wat ze zei was de waarheid: ze had dit nog nooit gedaan.
Iedereen was vervolgens stil, alle aandacht was gericht op het glas. Een paar bloedstollende seconden gingen voorbij, Mellanie wilde al bijna tegen Os roepen dat hij inderdaad de geest bang had gemaakt en dat die daardoor was weggegaan, maar het glas kwam toch in beweging. Deze keer zonder omwegen, maar rechtstreeks naar de P. De P van Paula.
Iedereen wachtte tot Paula iets zou zeggen, maar ze bleef angstvallig stil. Ze liep niet bang weg, zoals iedereen had verwacht, maar bleef rustig zitten. Ze trok wel bleek weg, maar dat had niemand door. Het was te donker om dat te kunnen zien, en daarnaast was ook iedereen te geschokt om daarop te letten.
“Misschien.. Is het wel een foutje,” probeerde Mellanie de boel nog te redden. “Bedoelde hij gewoon de O van Os.”
Niemand zei verder iets. Iedereen kijk elkaar aan met dezelfde blik in de ogen. Een blik die uitstraalde wat ze allemaal dachten.
Een blik die zei: Ik heb het glas niet bewogen.
“Tijd om te gaan slapen,” was het eerste wat na een lange stilte gezegd werd. De eerste twee letters waren een grap geweest, maar op een of andere manier merkte iedereen dat dit serieus was. Femke stond op, net als Os en Mellanie.
“Gaat het?” vroeg Didi aan Paula, die nog was blijven zitten. Didi voelde zich schuldig omdat hij Paula had overgehaald om toch mee te doen, zeker nu dit was gebeurd. Hij geloofde niet dat het iets betekende, maar Paula was er blijkbaar wel van onder de indruk.
“Ja, gaat wel,” zei ze, maar niet overtuigd daarvan.
“Maak je er maar niet druk om. Het is vast Mellanie of Os geweest.”
“Ik hoop het.”
Paula stond op, wilde al weglopen naar de slaapkamer, maar bedacht zich.
“Jij was het toch niet hè?” vroeg ze zachtjes. Ze zag hem er niet voor aan om haar zo te laten schrikken, maar alles kon. Ze moest het gewoon zeker weten.
“Waarom zou ik?” antwoordde Diederik verontwaardigd. Voor Paula was de blik in zijn ogen al genoeg om hem te geloven. Didi had niks gedaan.
“Slaapwel,” zei ze tegen hem. Ze forceerde een glimlachje, die werd beantwoord met een grote glimlach van Didi.
“Slaap lekker,” antwoordde Didi. Hij bleef nog even staan, zodat hij Paula echt zou kunnen peilen. Het was duidelijk dat ze er niet gerust in was dat er niks aan de hand was, de angst was uit haar ogen af te lezen. Haar glimlach werd dan wel gesierd door een glimlach, maar die was nep zag Didi.
“Ik wil wel bij je blijven slapen,” zei hij voordat hij er erg in had. Paula keek hem verbaasd aan.
“Op een matras, op de grond,” voegde Didi er snel aan toe. Paula glimlachte, en deze keer was het gemeend. Ze had gelijk wat betreft Didi, hij deed er alles aan om bij haar in de buurt te zijn. Ze moest toegeven dat ze dat best lief vond.
“Van mij mag het wel..” Zei ze. Toen wierp ze een blik opzij, naar haar bungalowgenoten die nog wat stonden te kletsen met de jongens. “Maar ik denk dat Femke en Mellanie dat niet zo’n goed idee vinden,” voegde ze er aan toe. Ze was oprecht teleurgesteld. Natuurlijk wilde ze graag dat Didi bij haar kwam slapen, want ze was doodsbang, maar dan zouden de andere meiden meteen denken dat ze verliefd was en dat wilde ze niet.
“Oh,” zei Didi, terwijl hij zijn ogen neersloeg. “Oke.” De teleurstelling droop van zijn gezicht. Paula merkte het ook, maar ze kon er niks aan veranderen.
“Tot morgen,” zei ze lief. Didi keek op.
“Tot morgen, en als er wat is.. Ik slaap in Mars en je mag me altijd wakker maken.”
Paula glimlachte. Hij was echt lief.
Mellanie hield Os staande bij de deur.
“Grappig hoor,” zei ze sarcastisch.
“Wat?”
“Paula zo laten schrikken. Dat had ik niet verwacht van jou, Oswald.”
Os schoot meteen in de verdediging. “Ik heb niks gedaan, ik zweer het.” Hij stak twee vingers in de lucht om zijn woorden kracht bij te zetten. “Maar je vind het niet erg he, dat dit is gebeurd?” voegde hij er aan toe. Mellanie keek hem niet begrijpend aan.
Os fluisterde. “Geef nou eerlijk toe, je kan Paula niet uitstaan.”
“Dat is-”
“Wel waar.”
“Oke, misschien een beetje..” Gaf Mellanie uiteindelijk toe. Paula was niet haar beste vriendin, maar zó slecht konden ze het ook niet met elkaar vinden. Ze waren gewoon niet elkaars type, dat was alles.
“Maar ik heb het niet gedaan,” zei Mellanie snel. En dat was de waarheid.
Een tijd later lag iedereen in bed. Femke had nog even met Stef staan praten, en die had uiteindelijk toegegeven dat de eerste twee letters door hem gespeld waren. Femke kon niet lachen om die grap, maar het maakte wel meteen duidelijk dat de laatste letter echt was geweest. Tenzij iemand anders het leuk had gevonden om Paula zo bang te maken, maar de enige die ze daarvoor aanzag was Os, en die had ze zien zweren dat hij het niet was geweest. Ze ging er nu dus maar vanuit dat er op een of andere manier echt iets was geweest, maar ze wilde het gewoon niet geloven. Het moest wel iemand van het team zijn geweest, het kon niet anders.
“Mellanie?” vroeg Paula opeens. “Zeg eens eerlijk.” Ze ging rechtop zitten, zodat ze de twee meiden in de bedden onder haar goed kon zien. “Heb jij het gedaan?” Paula hoopte vurig op een ja, dan hoefde ze nergens bang voor te zijn, maar Mellanie lachte een beetje.
“Paula’tje, waarom zou ik dat doen?”
“Omdat.. Jij en ik.. Dat gaat niet altijd even goed.. Dus ik dacht..”
“Ik heb niks gedaan. Misschien Femke?”
Typisch Mellanie, dacht Paula. De schuld op een ander schuiven. Maar door Mellanie’s woorden klonk wel oprechtheid, en Paula besloot dat ze Mellanie moest geloven. En als ze zou zeggen dat ze haar niet geloofde, kreeg ze nog meer ruzie met Mellanie. Dat was wel het laatste wat ze wilde.
Femke ging ook rechtop zitten, zodat ze Mellanie een woedende blik kon geven. “Alsof ik dat zou doen, Paula is mijn beste vriendin!” riep ze. “Misschien Os?”
“Os heeft hier niks mee te maken,” riep Mellanie terug. “Os mag dan misschien een verwaande kerel zijn met veel te veel gel in zijn haar, maar dit doen.. Nee Femke. Misschien moet je het eens aan Stef vragen?”
De discussie ging nu alleen nog maar tussen Femke en Mellanie. Ze waren allebei boos omdat de ander hun favoriete jongen verdacht.
“Stef heeft mij verteld dat hij F en E heeft gespeld, maar daarna is hij weggegaan. Dus, Stef kán het niet geweest zijn.”
Allebei dachten ze nog wel aan Diederik, maar die vond Paula veel te aardig om zoiets te doen.
“Misschien heeft Stef wel magische krachten, dat ‘ie dingen kan bewegen zonder ze aan te raken?”
“Mellanie, dat zie je alleen in films.”
“Nou, dit is toch een buitenaards vakantiepark? Het zou me niks verbazen.”
“Stef doet zoiets niet.”
“Ah, hoe schattig, zie hoe je jouw vriendje beschermt!”
“Het - is - mijn - vriendje - niet!”
“Het is vast niks,” kwam Paula tussenbeide. Ze sprak zachtjes, maar toch was iedereen stil. Paula had niet meer de energie om boos te worden over dit geruzie, ze was ontzettend moe. Ze was toenstraks al bijna in slaap gevallen, maar ze moest toch die vraag aan Mellanie stellen. Al was ze door deze antwoorden niks geruster geworden, eerder angstiger.
“Slaapwel,” zei Paula, maar ze wist zeker dat ze vannacht slecht zou slapen. Ze had ontzettend veel spijt dat ze zich had laten overhalen om mee te doen, want ze had aangevoeld dat zoiets zou gaan gebeuren. Misschien was het wel een foutje, zoals Mellanie had beweerd, maar Paula weigerde dat te geloven. De geest die er was geweest.. Was daar voor haar.
Er zijn nog geen reacties.