9.
In mijn ogen leek er geen einde te komen aan het gangpad, maar uiteindelijk bereikten we tot mijn opluchting toch het einde van de lange afdelingstafels en hield professor Anderling halt. Alle blikken waren op ons gericht en laf staarde ik naar mijn voeten.
‘Ik geloof niet dat een introductie nog aan de orde is?’ vroeg Anderling.
Meteen barste de zaal los. Alle leerlingen begonnen door elkaar te roepen en ik ving dingen op als: ‘Waar wachten we nog op, vermoord haar!’, ‘Hoe is zij hier binnen geraakt?’ en ‘Waarom leeft ze in hemelsnaam nog?’
Professor Anderling maande iedereen echter snel weer tot stilte met een van haar strenge blikken.
‘Iedereen kent Haily als de dochter van Krempel en de martelaar of moordenaar van jullie vrienden en familie. Ja, ze heeft slecht dingen gedaan, maar dat neemt niet weg dat ze spijt heeft van al haar daden die ze niet met opzet heeft gedaan. Ze was onder de invloed van een hele krachtige Belbezwering en heeft zichzelf sinds een week van die vloek kunnen ontdoen. Ze ontdekte ook dat zij niet de dochter van Krempel is. Ze kon ontsnappen en heeft zich hier vrijwillig aangemeld. De patronus van gisteren was van haar. Ze heeft spijt en berouw getoond en dat moeten wij allen respecteren. Ze zal ons allen helpen in de strijd tegen Krempel Ze besefte namelijk niet wat ze deed, ze was zichzelf niet. Ondertussen hebben we uitgezocht wie ze dan wel is, als ze niet de dochter van Krempel is. Mag ik jullie allemaal voorstellen aan Haily Helena Melazo Kribbens Petora , dochter van wijlen koning Helena Petora en koningin Nicolaas Melanzo. Kroonprinses van de hele toverwereld en de enige die genoeg kracht heeft om Krempel te verslaan!’
Even werd het stil in de zaal, maar al snel brak het tumult weer los. Verschillende meningen werden doorheen de zaal geroepen. ‘Zij is geen prinses! Ze is een monster!’, ‘Hoera voor Haily!’, ‘Gooi haar eruit!’, ‘Wie geloofd haar nu?’
.Professor Anderling maande iedereen weer tot stilte en keek me bemoedigend aan.
Ik hapte naar lucht en verzamelde de moed om iedereen toe te spreken.
‘Ik weet dat iedereen hier me verafschuwd, me haat en niemand me zomaar wilt geloven, laat staan accepteren. En jullie hebben daar alle recht op. Misschien heb ik jullie wel gemarteld, of jullie familie en vrienden vermoord. In naam van Krempel heb ik afschuwelijke dingen gedaan. Dingen waar ik niet trots op ben. Ik kan de dingen die ik heb gedaan niet terug draaien, maar dat neemt niet weg dat ik veel spijt heb van mijn daden. Krempel heeft me bij mijn familie weggerukt en me gebruikt voor zijn smerige machtspelletje. Krempel heeft de hele toverwereld in zijn macht en jullie willen terug vechten. En ik wil wraak. Wraak voor wat hij mij en iedereen hier heeft aangedaan. Ik ben hier om jullie te helpen. Ik vraag jullie niet om vergiffenis, want ik weet dat jullie de dingen die ik heb gedaan niet zomaar kunnen vergeten. Maar ik vraag jullie wel om een kans. Eén kans om jullie vertrouwen te winnen en te bewijzen dat ik meen wat ik zeg. Meer kan ik jullie niet vragen’ Mijn stem was krachtig en weerklonk over de hele zaal die aandachtig luisterde.
Iemand aan de rechtertafel stond op. Haar lange, sluik blonde haar viel over haar schouder en toen ze sprak klonk ze zelfzeker. ‘Ik ben Kelly Stravanatci. Stravanatci is al eeuwen een familie van Adelijke afkomst en mijn moeder was goed bevriend met de koningin. Volgens haar word iedere nakomeling van de Melanzo bloedlijn gebrandmerkt bij de geboorte met het symbool van hun familie.’
‘Haily,heb je iets wat daarop lijkt?’ vroeg Anderling.
Ik knikte verbaasd en hief mijn haren op om mijn hals te onthullen. Achter op mijn nek zou een tattoo moeten staan van een klein kroontje met een oog rond. Ik had het al zolang ik me kon herinneren, zonder te weten wat het was.
Professor Anderling wees erop met haar toverstok en meteen verscheen het teken in het groot boven mijn hoofd. Meteen veranderde de stemming in de zaal en enkelen begonnen luid te applaudisseren.
Voor het eerst sinds ik hier stond verscheen er een glimlach op mijn gezicht. Nee, ik was nog niet vergeven, Maar ik wist wel dat ik zou worden geaccepteerd.
Na een paar minuten maande professor Anderling iedereen -voor de zoveelste keer, tot stilte. ‘Dan gaan we haar nu indelen.’ Ze zette een klein, houten krukje voor me neer en ik nam zenuwachtig plaats.
De sorteerhoed werd op mijn hoofd geplaatst en viel meteen voor mijn ogen voordat deze tot leven kwam. ‘zozo, een laatkomertje. En wat voor een! Eens kijken wat ik hier heb. Hmm, heel speciaal. Je hebt dingen gedaan die door en door slecht waren, maar je hebt oprecht berouw.’
Ik werd bang, bang om bij Zwadderich te worden ingedeeld en te moeten beseffen dat ik echt slecht was.
‘Zozo, bang dat je bij Zwadderich komt? Wees gerust, daar hoor je in de verste verte niet thuis. Je krachten zouden er natuurlijk goed worden uitgebreid, maar voor de rest heb je geen eigenschappen om bij hen te gaan. Je bent eerlijk en oprecht, een snelle leerling en heel slim. Maar je hebt ook veel lef. Ik weet al wat het word…Griffoendor!’
Ik was opgelucht toen de hoed weer van mijn hoofd was en merkte dat de halve zaal weer aan het applaudisseren was.
Professor Anderling wees naar de tafel in het midden aan de linker kant en deed teken dat ik plaats moest nemen. Ik liep erheen en ging op een van de weinige lege plekken aan het einde van de tafel zitten.
‘En nu is het wel tijd om te eten denk ik’ Professor Anderling klapte in haar handen en meteen verscheen een heerlijk buffet.
Nu pas besefte ik dat ik uitgehongerd was. Ik had sinds de ochtend van mijn ontsnapping niet meer gegeten, die avond had ik nog eens 3dagen geslapen dus dit was de vierde dag. Ik schepte meteen mijn bord vol en begon gulzig te eten.
‘Zo, jij hebt ook honger’ Een meisje kwam naast me zitten. ‘Ik ben Kendra, en dit is trouwens Hugo, mijn tweelingbroer. Dat je in Griffoendor zit betekend toch dat je echt spijt moet hebben.’ Stelde ze zichzelf voor.
‘Aangenaam,je kent me wel al, en ik heb vier dagen niet gegeten sinds mijn nogal uitputtende ontsnapping’ lachte ik en nam nog een hap.
‘Is het waar dat je de prinses bent?’ vroeg ze.
‘Blijkbaar, ik weet het zelf nog maar een half uur’ antwoordde ik.
‘Stoer’ grijnsde Hugo.
‘Niet echt het woord dat ik zou gebruiken.’ mompelde ik.
‘Je koffers zijn al naar de slaapzaal gebracht. Ik wil je morgen even spreken voor speciale bijlessen.’ Ik maakte een sprongetje van schrik, ik had professor Anderling niet horen aankomen.
‘Oké’ antwoordde ik snel en ze vertrok weer.
‘Na het eten breng ik je wel hoor. Ik hoop dat je het bed naast me hebt, dat staat al een maand leeg. In welk jaar zit je? Ik hoop dat je bij ons zit’ ratelde ze door.
‘Zesde jaar’ mompelde ik.
‘Echt? Super! Dan hebben we samen les! Als je hetzelfde lessenpakket hebt natuurlijk.’ Kendra was duidelijk het hypere flapuit typje, maar ik vond haar al direct aardig.
‘Kendra, doe nu even rustig’ lachte Hugo. ‘Morgen gaan we trouwens naar zweinsveld, je kan wel met ons meegaan.’.
‘Dankje, maar ik denk niet dat ik morgen al naar zweinsveld ga. Ik wil liever even bekomen’ antwoordde ik.
Hij knikte begripvol en we aten weer verder.
Reageer (3)
Ik heb dit verhaal echt gemist:D
1 decennium geledenSnel verder!
snel verder
1 decennium geledensnel verder!!
1 decennium geleden