(Hij twijfelde. "Het zou toch kunnen? Jij weet immers niks meer..." Ik was boos, hoe kon Naud nu denken dat ik zoiets vreselijks zou hebben gedaan? Ik weet het, ik weet het, hij was nog lang niet over zijn obsessie voor Inge heen. Daarom kon ik het toen ook relativeren en gunde ik hem niet de - voor hem ondraaglijke - gedachte dat Inge er misschien wel wat mee te maken had. Zoveel hield ik van hem. Ik vergaf hem omdat ik het niet aan zou kunnen zien hem zoveel pijn te doen. "Waarom vertrouw je haar?" vroeg ik terwijl ik dichter tegen hem aan kroop. Naud zuchtte, hij had geen zin in dit gesprek."Wie bedoel je Fion?"

Daan had, zodra hij iets met Inge kreeg, me beloofd dat we nog steeds goede vrienden konden blijven. Maar langzaamaan maakte al mijn afspraken met hem plaats voor afspraakjes met Inge. Ik sprak hem niet meer en op een gegeven moment miste ik hem niet eens meer.
Ik fietste naar zijn huis, niet wetend wat ik daar aan zou treffen. Er lagen twee of drie bosjes bloemen voor de donkergroene voordeur. Ik belde aan, terwijl ik wist dat er toch niemand open zou doen. Bijna direct ging de voordeur van de buurman open, alsof hij me had staan begluren en op het juiste moment wachtte om mij het nieuws (nogmaals, zucht) te vertellen.

Hij is vannacht tussen 2 en half 3 gestorven, doodsoorzaak is bloedverlies. Zijn keel is doorgesneden met een keukenmes uit zijn eigen keuken. Feiten, alleen maar feiten, die de politie tegen de buurman had verteld toen ze vroegen of hij misschien iets gehoord had. De buurman was een oudere man van rond de 70 jaar gok ik, hij droeg een overhemd met bretels die zijn pantalon omhooghielden. "Heeft u iets gehoord?" Ik staarde Daan's buurman aan in zijn grote blauwe felle ogen door de ronde jampotglazen die hij op zijn neus droeg. "Nee, ik slaap nog vaster dan een olifant!" Hij lachte bulderend. Ik gruwelde, deze man genoot duidelijk op zijn oude dag van de opwinding die deze gebeurtenis met zich meebracht. "Kom binnen, zo'n keurig meisje blijft toch niet in de kou staan? Ik zal thee zetten" Aan de ene kant wilde ik wel, misschien zou ik meer te weten komen over wat er met Daan was gebeurd, maar het was duidelijk, deze man had niets gezien of gehoord. Ik bedankte en vertelde hem als smoes dat ik nog boodschappen moest doen - wat ook wel waar was, meer dan brood en pindakaas had ik niet meer in huis - en later nog wel een keer langs zou komen.

Met mijn handen diep in mijn zakken slenterde ik over de straat en schopte tegen een blikje, ik kon de vermoorde Daan niet uit mijn hoofd zetten.

Er zijn nog geen reacties.


Meld je gratis aan om ook reacties te kunnen plaatsen