Day O2
Kleur: blauw.
Ze had nooit gedacht dat ze zich zo ongelukkig kon voelen op zo'n mooie plek. De blauwe zee waar haar voeten in hingen strekte zich tot de oceaan uit en in de lichtblauwe lucht daarboven bevonden zich enkele verdwaalde witte wolken.
Ze voelde zich niet fijn in dit tropische paradijs, waar de palmbomen ruisten en er hier en daar een papegaai opvloog. Ze wilde hier niet zijn. Ze wilde weer terug naar het land van de stortbuien en de schuimende zeegolven die zich tegen de kust aanwierpen. Ze vroeg zich af of er daar, helemaal aan de andere kant van de oceaan, ook iemand net zo verlangend als zij in de verte keek. Waarschijnlijk niet, maar hopen kon altijd.
Mensen zouden haar raar vinden, wist ze. Ze had hier alles wat ze zich kon wensen, inclusief een fantastisch uitzicht, maar ze had hier niet voor gekozen en het voelde alsof een deel van haar vrijheid ontbrak. Haar vrienden in haar oude thuis kon ze niet missen, want die had ze niet. Het was alleen die ene jongen die het haar moeilijk had gemaakt.
Ze schudde haar hoofd. Ze had zichzelf beloofd dat ze niet meer aan hem zou denken, maar ze wist niet dat liefde zo verwoestend kon zijn.
Zuchtend keek ze naar haar tas die naast haar stond. Als ze het zich nog goed kon herinneren had ze een glazen fles, een kurk en pen en papier meegenomen. Ze haalde haar attributen uit haar tas en keek verslagen naar het witte papier op haar schoot. Haar pen liet ze door haar vingers rollen.
Ze wist niet of het wel een goed idee was. Ze wist alleen dat ze het moest doen.
Allereerst schreef ze zijn naam en vanaf dat moment verschenen de woorden zo op het papier, alsof iemand anders voor haar schreef. Ze schreef en ze schreef en ze schreef en ze verbaasde zich erover dat het zo makkelijk ging. Het luchtte op.
Aan het eind van de brief schreef ze haar naam. Ze las het nog een keer door en besloot toen dat het goed was. Ze draaide er niet omheen en de boodschap zou binnenkomen.
Ze rolde de brief op, schreef op de achterkant nog zijn adres en stopte toen de brief in de fles. De kurk deed ze in de opening.
Ze boog voorover, totdat het blauwe zeewater haar vingers raakte. Ze keek nog één laatste keer naar de fles in haar andere hand en liet toen los.
En terwijl de fles steeds verder weg dreef, stond zij op, pakte haar tas en liep, samen met de hoop dat haar brief zijn bestemming zou bereiken, tevreden over de steiger weg.
Reageer (1)
Schipbreuk?
1 decennium geleden