Virus
Thnx EvilUnicorn
Met een vrolijk gevoel kwam Roos aan op Sunshine Valley. Ze had er weer zin in.
Vandaag had ze in de pauze weer bijles gehad van James. Hij was echt heel erg geduldig en kon zó goed uitleggen. Ze kon ook geweldig met hem praten. Hij begreep haar precies.
Haar humeur kon gewoon níét naar beneden. Zelfs de kou, en de harde wind tegen maakte haar niet uit.
Roos boog zich voorover over haar fiets heen. Ze deed net alsof ze op Lively haar rug zat, en over de vlakte heen raasden. Borst vooruit. Haar haren wapperden in de wind.
Ondanks de harde wind vloog ze over de weg. Een auto toeterde. Het maakte haar niets uit.
Haar droom was om ooit een keer op Lively te rijden. Maar dat zal wel nooit gebeuren, helaas...
Toen Sunshine Valley in zicht kwam minderde ze vaart. Met slippende banden kwam ze tot stilstand. Met een soepele sprong, kwam ze van haar fiets af. Ze parkeerde haar fiets in de fietsenstalling, zette haar fiets op slot en huppelde, met een appel in haar hand, naar de weide toe.
Roos sprong op het hek. "Wonder! Polly!"
Wonder en Polly kwamen meteen aandraven. Roos keek bezorgd naar Wonder. Meestal was het veulen veel vrolijker.
Roos voerde eerst Polly de helft van de appel. Die was er zo mee weg. Maar toen ze Wonder de andere helft van de appel aanreek, draaide het veulen zijn hoofd weg.
"Toe nou Wonder, dit vind je altijd zo lekker. Ik heb er echt geen gif op gestrooid hoor gekkie," Roos lachte flauwtjes.
Wonder hoeste. Roos werd bleek. "O nee!"
Ze sprong van het hek en haastte zich naar de stallen. Bijna gleed ze uit over wat ijs. Met moeite trok ze de zware staldeuren open. De wind duwde tegen de staldeuren en de onderkant schoof over het dikke pak sneeuw op de grond. Dat maakte de deuren alleen maar zwaarder.
Eenmaal in de stallen rende Roos op Jessey af, die samen met Joey het gangpad aan het vegen was.
Joey werd rood toen hij haar aan zag komen rennen, maar Roos lette er niet op.
"Er is iets met Wonder!" riep ze meteen. "Hij wilde de appel niet eten die ik altijd voor hem meeneem, en hij hoestte ook!"
Jessey en Joey keken haar geschrokken aan.
"Haal haar en Polly uit de weide, en hou ze warm. Ik ga de dierenarts wel waarschuwen," zei Joey, en hij rende weg.
Jessey knikte alleen maar en liep weg om een deken te halen.
Roos pakte twee halstertouwen en haastte zich weer terug naar de weide.
Haar goede humeur was verdwenen als sneeuw voor de zon.
Roos zat in de stal bij Wonder en Polly. Het was al half zes, en Wonder wilde nog steeds niet drinken of eten. De dierenarts, mevrouw Jones, was net bij Wonder geweest. Ze had geconcludeerd dat Wonder griep had. Hij hoestte en had een loopneus. Hij moest goed warm gehouden worden, en geprobeerd
gevoerd te worden.
Roos was bang. Bij de geboorte was hij al heel erg klein en werd er gezegd dat hij erg vatbaar zou zijn voor ziektes. Hij ging net zo goed vooruit. Hij was al bijna net zo groot als de andere veulens die ook een halfjaartje oud waren. Nu leek hij ineens net zo klein als bij de geboorte. Zou alles dan toch voor niks zijn geweest?
De andere stalhulpen, ook Joey en Jessey, waren bezig de andere paarden naar binnen te halen. Mevrouw Jones onderzoekt ze allemaal een voor een.
Al vier andere merries en drie veulens, hebben ook griep.
Bij Wonder is het alleen een paar graadjes erger. Hij kan er zelfs aan overlijden...
Roos begint te trillen. Nee! Dat mag niet! Roos krabbelt overeind en duwt de deken van zich af. Met een fles melk in haar handen kruipt ze op Wonder af.
"Wonder toe nou. Voor mij?" smeekt ze. "Je móét echt wat eten, anders ga je dood en dat wil ik niet!" Roos begint bijna te huilen. Tranen staan in haar ogen.
Wonder briest, en draait haar hoofd weg.
Tranen rollen over Roos haar wangen. Hulpeloos zakt ze neer in het stro. Wonder blijft trillend op zijn benen staan, met zijn dekentje op zijn rug.
Zou Wonder het halen? Of is alles voor niks geweest?
Er zijn nog geen reacties.