``222``
Met een rustige jog ben ik onder weg naar school, ik weet niet hoe het kon maar ik had alweer de bus gemist. Oké misschien wist ik het wel, ik vond het vreselijk om in de bus te zitten, het gepest en plaag, het duwen en trekken, het geluid van de luidruchtige leefdtijdsgenoten maakte me helemaal gek. Ik houd er meer van om dan maar naar school te joggen, niet dat ik niet genoeg lichaamsbeweging kreeg, Hell ik kreeg zelfs meer dan genoeg van mijn ma.
Als ik over wil steken naar de school word er opeens luid getoeterd, mijn ogen schieten naar de auto. Hij is zwart en wat ik alleen kon omschrijven als een beauty. Twee jongens zitten er in, de jongeste kijkt met grote ogen naar mij, hij heeft wat langer haar en lichte ogen. De andere bijt op zijn kaken en is duidelijk verontwaardigd dat ik de auto niet had gezien en over stak. Mijn adem stokt in mijn keel als ik opeens besef wie het zijn. De Winchester.
Snel loop ik naar de school terwijl de auto stopt op een van de parkeerplekken. Wat is er mis met me? Ik loop anders nooit zo maar de straat op, waar dacht ik überhaupt aan? Een klap voor me doet me opschrikken. De mensen uit de bus waren blijkbaar ook al hier. Een van de jongens grijnst wijd naar me terwijl hij de boeken van iemand op de grond gooit.
Zolang ik me kon herinneren probeerde hij al stoer te doen, hij kon elk meisje naar zijn hand zetten behalve mij.
“Ted houdt nou eens op.” Grom ik wat geïrriteerd en sluit mijn kluis.
“alleen als jij met me op een date gaat goldy locks” antwoord hij terug.
Het kost me al mijn geduld hem niet hier en nu aan te vallen als er opeens aan hand om mijn pols sluit. Ik word een beetje gedraaid, zachte lippen drukken op mijn hand. Dean kijkt op naar me en geeft een adembenemende glimlach.
“je rende net zo snel weg, sorry dat ik je niet liet schrikken, maar je renden opeens de straat op. Ik ben nieuw hier” snel haal ik adem als ik besef dat ik die vast had gehouden, zachtjes knik ik.
“Alexandra”
“ Dean” hij kijkt op naar Ted die bij ons komt staan. Hij legt zijn hand over mijn schouder en vernauwt zijn ogen naar Dean.
“ze is van mij.” Gelijk duw ik hem weg.
“ik ben geen prijs! En voor de zoveelste keer Ted. Ik. Moet. Niets. Van. Jou!” de bel gaat en ik loop geïrriteerd weg.
Reageer (1)
Hallelujah!
1 decennium geleden