Is it enough for you if I cry.

Ik weet niet wat ik moet zeggen, ik kijk Aden even ongelovig aan. Maar aan de blik in zijn ogen wordt me al snel duidelijk dat hij het echt meent. ‘Aid, ik weet het niet. Ik wil dit niet allemaal weggooien. Onze vriendschap, mijn relatie met Connor.’ Hij knikt en glimlacht gewoon. ‘Weet gewoon dat ik er altijd voor je ben. En het feit dat ik gevoelens voor je heb, heeft daar niets mee te maken. Je bent geweldig en je verdient iemand die je niet kwetst. En ik zeg niet dat ik dat ben, zeker niet. Maar dat is Connor ook niet.’ Ik knik, hij heeft gelijk. Maar negen maanden zijn niet niks. ‘Kom, gaan we nog even terug naar de anderen? Connor vertrekt zo weer naar Essex en wij moeten nog terug naar Manchester.’ Ik lach zachtjes. ‘Ik wil niet weg uit Londen! Het is hier leuk!’ Zeg ik met een pruillipje, Aden lacht en trekt me op. Ik kijk diep in zijn bruine ogen en glimlach flauw. ‘Ik heb je graag Aid, heel graag.’ Hij glimlacht en drukt een zacht kusje op m’n wang.
Ik laat mijn vingers uit Aden’s hand glijden als we het groepje weer naderen. Alexa is druk in gesprek met Amelia terwijl Maika en Connor discussie voeren. Dat is gewoon duidelijk aan de manier waarop ze bewegen. ‘Ally!’ Schreeuw ik blij, ze kijken allemaal op en glimlachen als ze me zien staan. Ik ren richting Ally die ook op staat en neem haar in mijn armen. ‘Ik heb je gemist kiddo!’ Schreeuw ik blij, ze lacht en neemt me steviger vast. ‘Ik jou ook Juliet.’ Ik bloos zachtjes als ik hoor dat ze me Juliet noemt, ze zegt het zo schattig dat ik er altijd van ga blozen. Als ik eindelijk klaar ben met het omhelzen van Ally plof ik neer naast Aid. Hij legt zijn arm over mijn schouder en trekt me tegen hem aan, alweer laat ik mijn hoofd tegen zijn schouder rusten terwijl ik rustig rond de groep kijk. Ze zijn allemaal gewoon weer druk aan het praten. ‘Hoe was het bij Kate?’ Vraag ik met een glimlach, Ally zucht en kijkt me moeilijk aan. ‘We hebben ruzie gekregen, daarom ben ik al terug.’ Ik strek m’n armen voor een knuffel maar ze schud haar hoofd triest. ‘Baby, het komt wel goed, oké. En zo niet, dan is het misschien geen echte liefde.’ Zeg ik, terwijl ik de laatste woorden zeg kruip ik wat dichter bij Aden. Ik voel me veilig als zijn armen om me heen zijn. Hij heeft het duidelijk gemerkt en legt zijn tweede arm rond mijn middel. We krijgen een paar rare blikken toegeworpen van de anderen maar ik vind het niet zo erg.
We staan allemaal op perron negen van het station van Londen, de trein richting Essex vertrekt hier zodadelijk. Het voelt niet goed dat ik afscheid moet nemen van Connor, nu we ruzie hebben. ‘Jule, kunnen we even praten.’ Ik knik en volg hem tot een pilaar. ‘Ik wil geen ruzie met je, dit zou onze dag worden.’ Ik knik en zucht. ‘Wat was er met jou en Aden? Jullie zijn zo close.’ Ik schud mijn hoofd en kijk hem eindelijk aan. ‘Er is niks Con, ik hou van jou. En van niemand anders. En ik weet dat we soms ruzie hebben, maar ik wil gewoon niet dat je in de problemen komt. Je had het me beloofd, Con.’ Het laatste komt er slechts als gefluister uit. Tranen prikken achter mijn ogen als ik hem zie knikken. ‘Ik weet dat ik verkeerd was, maar geef me nog een kans. Zodat ik me kan bewijzen?’ Ik knik en sla mijn armen om hem heen. Hij drukt een kus in mijn nek en meteen voel ik me geweldig. Alsof een bom ontploft in mijn maag. Warmte, kriebels, zoveel gevoelens die ik niet weet te plaatsen. Hij kijkt me aan en drukt een zachte kus op m’n lippen. ‘Jules, je bent de mijne. Al negen maanden, en ik wil je nooit laten gaan.’ Ik glimlach en druk nog een kus op zijn lippen. Langzaam laat hij zijn tong in mijn mond glijden. Onze tongen vechten om de overhand, maar hij wint. ‘De trein vertrekt zo!’ Hoor ik Amelia schreeuwen, ik zucht diep. Zij moet dit moment weer verpesten, zij. Ik rol met mijn ogen en druk nog een kus op Connor’s lippen. Ik voel me niet zo goed, ik moet hem nu weer missen tot vrijdag. En we hebben niet eens iets leuks gedaan dit weekend. ‘Volgend weekend zie ik je het hele weekend, niet één dagje. Dan blijf ik bij jou slapen, het wordt leuk. Ik ga je missen.’ Ik knik en kijk hoe hij opstapt. ‘Ik jou ook Romeo.’ Fluister ik, een glimlach spreidt op mijn lippen als ik Romeo zeg. Daarna wandel ik terug naar de anderen. Ze kijken me lief aan en meteen neem ik plaats in Aden’s armen. ‘Zin in volgend weekend?’ Ik knik hevig. ‘Ik mis ‘m nu al.’ Zucht ik met een pruillipje, ze lachen zachtjes en daarna vertrekken we naar ons eigen spoor. ‘Manchester, here we come!’
Reageer (1)
Ieeeh
1 decennium geleden