Dag 27: 24-07-2014
Je moet het zelf weten
‘En daar is hij dan! Billy de… Beuker!
Het publiek juichte, Billy stapte nerveus de ring in en keek naar zijn tegenstander die in grootte niet zo veel met hem verschilde, maar toch zou hij het liefste weer weggaan.
Hij was hier goed in, dat wist hij, maar telkens als er een wedstrijd aanving, werd hij nerveus en wilde hij het liefst ver bij het stadion vandaan zijn. Het was niet de pijn waar hij bang voor was, maar wel het gezicht van zijn tegenstander die weldra geschokt en vol pijn zou zijn als Billy met hem klaar was.
Hij was de beste worstelaar van – hoogstwaarschijnlijk – de hele wereld. Hij had nog geen wedstrijd verloren en iedereen sprak vol lof over hem. Zelfs buiten deze scene was hij bekend en het verbaasde hem dat zo veel mensen op straat zijn naam kenden, al zagen ze er niet uit als worstelfans.
De bel klonk en hij zette zijn handen op de bovenarmen van zijn tegenstander, waarna hij begon te duwen. Hij had besloten de man niet het gevoel te geven dat hij zou winnen, want dat zou zijn verontwaardiging en schrik alleen maar doen groeien.
Maar helaas. Jacky de Jakhals bezweek snel en huilde na afloop als een baby. Billy boog zijn hoofd toen hij uit de ring gesleept werd en er een spoor van bloed achterbleef. Niet zijn bloed. Nee, hij had niets.
Hij liet zich meesleurend oor de presentator, die zijn arm in de lucht wierp zover hij kon en zijn naam brulde naar het publiek. Iedereen juichte, hij kreeg een brede riem om zijn middel gebonden, een trofee in zijn hand en honderden bloemen en knuffels toegeworpen. Billy zag zelfs jonge kinderen in het gedrang voorbij komen.
Billy schudde zijn hoofd, zich afvragend wat hun ouders bezielde om hun kinderen mee te nemen naar een wedstrijd van hem! Hij deed mensen alleen maar pijn. Zo veel vrienden had hij gebroken – letterlijk gebroken – in een omhelzing of bij een handdruk. Hij had meisjes pijn gedaan als hij hen kuste en hij voelde zich intussen zo leeg, dat het wel onmogelijk leek om ooit nog lief te kunnen hebben zonder iemand pijn te doen.
‘Moet je geen feest vieren?’ vroeg een van de schoonmakers na afloop. Billy zat nog steeds in de ring. Bloed kleefde op zijn kostuum, maar dat, samen met zijn tranen, was het enige vocht op zijn lichaam. Hij zweette niet eens. Het was ook totaal geen moeite geweest om zijn tegenstander uit te schakelen.
Billy had het wel graag zachtjes willen doen, maar je kreeg iemand helaas niet zachtjes knock out en als De Jakhals zich nou over had gegeven, had hij minder ernstige verwondingen gehad. Billy wilde niet eens weten hoeveel tanden er zojuist waren opgeveegd. Waar zouden die eigenlijk naartoe gaan? Gewoon de vuilnisbak in?
Hij zuchtte.
‘Nee, ik… Ik blijf nog even.’
‘Zelf weten,’ bromde de man die verder ging met dweilen en hem alleen liet.
Hij moest het inderdaad zelf weten. Of hij hier bleef of wegging, het was zijn keuze. Of hij nou worstelde of niet, het was zijn keuze… Waarom deed hij het dan nog?
Er zijn nog geen reacties.