De Zuidelijke Waterstam - 42
“Het was een misdrijf”, zei de commandant. “En ik kon nog begrip opbrengen voor zijn verklaring, prinses, zijn boot was inderdaad beschadigd! Dus ik heb hem voorgesteld om gewoon een boete te betalen en belastingen voor de tijd dat hij hier was, terwijl hij zijn boot kon herstellen en…”
“Commandant, waarom zou iemand uit het Aarderijk in deze stam belastingen moeten betalen?”
“Mij heeft hij dat ook gevraagd, prinses Lizzie”, mengde Yue zich nu ook in de discussie.
“Commandant? Een verklaring graag.”
“Wie hier is maakt gebruik van de faciliteiten van deze stam”, zei hij. “Dan is het logisch dat ze daarvoor moeten betalen. Ik begrijp dat het geval van prinses Yue anders is, aangezien uw zuster haar heeft uitgenodigd, maar…”
“Dit is onzin, commandant, want hun belastingen in hun eigen stam worden intussen ook betaald”, zei ik kalm. “Sicho, nog enige toevoeging?”
“Nee, prinses. Zoals ik al zei, ik ken deze man niet.” Ik knikte en wendde me tot Hayato.
“Wie wilde u hier komen opzoeken?”
“Aoi, een vriend van me.”
“Geweldig”, verzuchtte ik. Aoi was één van de mannen die we deze voormiddag hadden vrijgesproken. “Commandant, hoe lang heeft Aoi hier in de gevangenis gezeten?” Hayato schrok zichtbaar.
“Euhm, drie maanden, geloof ik, prinses.”
“En u, Hayato?”
“Ik denk ongeveer een maand nu”, zei hij aarzelend.
“Dan heeft u uw vriend dus niet eens gezien?”, constateerde ik.
“Nee, de soldaten hebben me gearresteerd toen ik onderweg was naar zijn huis.” Ik zuchtte.
“Yue, wat denk jij?”
“Hoe is het met zijn boot?”
“Oh, die is onherstelbaar beschadigd”, zei de commandant. Hayato schrok zichtbaar.
“Maar, maar…”
“Commandant, u beweerde net dat u hem had aangeboden hier te blijven tot zijn boot hersteld was.”
“Ja, nou, het is verder beschadigd geraakt toen een groep mensen van deze stam de stam uit probeerden te vluchten.”
“Zijn zij daar dan tegen gebotst?”
“Nee, dat waren de soldaten die hen achtervolgden, doordat die mannen hen de pas afsneden.” Ik zuchtte.
“Prinses Yue, uw mening?”
“Vrijlaten.” Ze aarzelde even. “En zorgen dat hij weer thuis raakt. Als u het mij vraagt zou ik voor een nieuwe boot zorgen op kosten van de commandant.”
“Dat lijkt mij redelijk”, zei ik kalm.
“Wat? Maar…”, protesteerde de commandant.
“Geen gezeur, commandant”, zei ik kalm. Ik keek naar Hayato. “U wordt even naar een ruimte gebracht waar u kunt eten en drinken, uw vriend Aoi is daar ook. Ik zoek morgen uit hoe we u zo snel mogelijk weer thuis kunnen krijgen.”
“Nou, euh, dank u.” De man wist duidelijk nog niet goed wat hij van de situatie moest denken, maar ik had geen tijd dat aan iedere individuele gevangene uit te leggen.
Reageer (2)
Dit gaat beter. Tss zomaar mensen opsluiten..
1 decennium geledenhihi, van mij mag hij nog een pak meer uit eigen zak betalen!
1 decennium geledensnel verder