De spiegel
Het was nog vroeg, vijf uur. Maar Roos was al op de vlakte, bij de kudde. Lively stond naast haar in het gras. Roos streek door haar manen en vertelde over Wonder. "Ik mocht de naam zelf kiezen van meneer Brown. Dat had ik nooit verwacht!"
Roos zuchtte diep. Ze had totaal geen zin om vandaag weer naar school te gaan. Vandaag zou het weer hard gaan regenen dus kon ze niet buiten eten. Ze was bang voor wat Avery en haar clubje nu weer voor haar verzonnen hadden. Misschien kon ze op school wel een plekje vinden waar niemand haar zag. Zodra ze haar eten op zou hebben kon ze in de bibliotheek van school gaan zitten. Daar kwam Avery niet. Bijna niemand. Ja, dat zou ze gaan doen. Roos vond het altijd fijn om een plan te hebben.
Het begon te regenen. Het zag ernaar uit dat het niet snel zou gaan stoppen. Roos trok haar regenjack aan. Gisterenavond had de weerman al voorspeld dat het heel erg zou gaan regenen.
Samen met de kudde ging ze schuilen in de grot. Het was er koud maar droog. Rillend zakte Roos neer op een steen.
Het was half zeven. Tijd om weer naar huis te gaan. Roos nam afscheid van de kudde en sprong op haar fiets. Thuis trok ze schone, droge kleren aan. Daarna ging ze naar de keuken om te ontbijten.
Roos at met lange tanden. Ze had écht géén zin in school.
Haar vader kwam in zijn badjas naar benenden en zette een kop koffie. "Goedemorgen Roos. Weer zin in school?"
Roos mompelde wat, en liep naar boven om haar tanden te poetsen.
Aangezien ze nog tijd over had ging ze nog een beetje tekenen.
Ze zakte neer achter haar bureau en schetste de kudde die stond te schuilen voor de regen. Ze tekende ook zich zelf op een steen.
Roos bekeek haar schets. Hij was weer mooi gelukt. Het liefste wilde ze hem mee naar school nemen om hem daar verder uit te werken. Maar dat doet ze toch maar niet. Zeker weer Avery cola over haar tekening heen laten gooien. Nee dankje.
Roos keek op de klok die boven haar slaapkamerdeur hing. Shit! Het was al kwart voor acht! Straks mist ze de schoolbus! Roos griste haar tas van de grond. De trap af stormend, duwde ze nog vlug wat schoolboeken in haar tas.
Ze trok haar jas van de kapstok, en weg was ze.
Ze racet op haar fiets door het bos. Nog geen vijf minuten later is ze het bos al uit. Meestal doet ze er wel tien minuten over.
De gele schoolbus komt net aanrijden. Het scheelde maar een haartje of ze had hem gemist.
Vlug stapte Roos in.
In de pauze zat Roos in de bibliotheek van school. Het was er stil, maar Roos had in ieder geval geen last van haar klasgenootjes.
"Hee, jou heb ik hier niet zo vaak gezien. Meestal komen meisjes zoals jij alleen maar hier, om een werkstuk te maken die ze nog niet afhadden en die ze vandaag al in moeten leveren."
Roos draaide zich geschrokken om. Ze keek recht in het gezicht van een jongen van haar leeftijd. Hij was bruin en best gespierd. Hij had een grote zwarte jampotbril op zijn neus. Maar daarachter lagen de mooiste blauwe ogen die ze ooit had gezien.
"Meisjes zoals ik?" vroeg Roos ietwat beledigd.
De jongen knikte. "Die al beginnen te schreeuwen bij het kleinste beestje, en er een heel drama van maken als hun nageltje breekt."
De jongen praatte redelijk snel, maar dankzij de engelse bijlessen van mevrouw Moore kon ze het wel volgen en wist ze ook meteen wat terug te zeggen. "Ik ben toevallig niet zó'n meisje. Ik ga niet gillen bij een spinnetje. Ik werk namelijk in de stallen van het vakantiepark Sunshine Valley en daar komen wel eens spinnetjes kijken als ik de stallen uitmest. Ken je dat vakantiepark? Ach, een overbodige vraag natuurlijk. Met die stomme bril op je neus zie je er echt uit alsof je de hele dag in stoffige boeken loopt te neuzen, en op internet loopt te surfen en dan ben je dat park vast wel eens tegen gekomen. Het is namelijk een best populair park. Ja, dat heb je goed gehoord ja, po-pu-lair. Moet ik het nog even voor je spellen, want waarschijnlijk heb je er nog nooit van gehoord! En dan nog wat, ik ben géén modepopje! Ik ga niet lopen janken als een kleine baby als mijn nageltje breekt! Dat jij dat nou doet!" raast Roos. Ze kan niet meer stoppen. Alle spanningen van de afgelopen schoolweken komen eruit. Dan begint ze opeens te huilen. Ze kan er niet meer tegen. Het liefste wilde ze dat ze dood was. Of in ieder geval terug naar Nederland kon. Hoe kón haar vader haar dit aandoen. Waarom was haar moeder er niet meer?
"Hee? Shhh..." suste de jongen. "Stil maar. Wat is er?"
Roos schudde haar hoofd. Ze pakte haar tas en rende de bibliotheek uit. Weg hier. Ze vlugte de meiden wc in. Er was niemand. Roos bekeek zichzelf in de spiegel. Ze zag er niet meer uit. Ze had dikke rode ogen van het huilen, en knalblauwe wallen onder haar ogen van het slaapgebrek.
Roos kon er niet meer tegen. Woedend van verdriet en hulpeloosheid sloeg ze de spiegel kapot, die boven de wasbakken hing. De spiegel spatte uit elkaar en bleef in duizenden kleine stukjes op de grond liggen.
Tussen al die glasstukjes zat een verdrietig meisje, die haar moeder miste en hele erge heimwee had...
Reageer (2)
Heftig idd! ;O
1 decennium geledenWow heftig stukje , snel verder
1 decennium geleden