Zeven
Ik word wakker en voel m'n hoofd bonken.
"Auw," mompel ik als ik probeer op te staan. Echt elke beweging is er één teveel. Ik kijk op mijn telefoon en zie dat het inmiddels alweer een uur of twee is. Terwijl ik mijn ogen zoveel mogelijk dicht probeer te houden, ga ik naar beneden op zoek naar een aspirientje.
"Nou goedemiddag," zegt mijn moeder, ze moet lachen als ze ziet dat ik hoofdpijn heb. Ik heb wel eens vaker katers, maar dit is echt een kater der katers, wat een pijn. Gelijk maar twee aspirientjes. Ik ga snel weer naar bed en beloof mezelf nooit weer zoveel te drinken, al heb mezelf dat wel eens vaker beloofd en dit is dan het resultaat, niks dus.
"Yara, zou je er niet eens uit komen?" Ik schrik wakker van mijn moeder haar stem, de hoofdpijn is gelukkig aardig weggetrokken.
"Ja. Ik kom er aan." Ik sta op en zie dat het vijf uur is, genoeg geslapen voor vandaag. Ik app Kate om haar te bedanken voor het thuisbrengen, ten minste, ik denk dat ze dat gedaan heeft.
"We eten toch hopelijk wel pizza of zoiets?" vraag ik als ik beneden ben. Mijn maag snakt naar vet eten, zoals meestal op een katerdag.
"Toevallig wel, had geen zin om eten te koken vandaag," antwoordt mijn moeder. We bestellen de pizza's en ik zap een beetje ongeïnteresseerd langs de kanalen op tv, ik heb weinig zin in iets, ik wil eigenlijk alleen maar terug, naar Viktor.
"Misschien een idee om echt iets te gaan kijken in plaats van alleen maar wat te zappen?" zegt mijn vader lichtelijk geïrriteerd. Ik gooi de afstandsbediening naar hem toe en ga weer terug naar mijn kamer. Ik voel dat ik weer moet huilen maar ik wil het niet. Ik bekijk de foto's van Viktor en mij op mijn telefoon, hij is ook gewoon echt knap, niet een jongen waarvan je zegt, oké leuk, maar gewoon echt heel knap. En lief. En stom.
"Sukkel!" Ik gooi mijn telefoon op mijn bed en hij stuitert er af, natuurlijk. Er zit gelukkig geen barst in het scherm en alles werkt nog. Op dat moment krijg ik ook een berichtje terug van Kate.
No problem... Hoe is het?" Ik stuur haar terug dat het prima gaat, wat natuurlijk niet waar is, maar ik heb even geen zin in therapeutische gesprekken. Als de pizza er is eet ik hem snel op en ga ik daarna op bed liggen, gelukkig val ik snel in slaap, wat een rotdag.
Een week lang was elke dag een beetje zoals dit, ik huilde wat om Viktor, ik ging uit, had een kater, at en sliep. Dat was zo ongeveer alles wat ik deed.
"En nu heb ik er genoeg van!" zegt Kate als ze een week later binnenkomt in mijn kamer en ik nog steeds op bed lig, om 2 uur 's middags. Ik wil gaan protesteren, maar Kate gebaart dat ze het niet wil horen.
"Douchen, kleren aan, make-up op. We gaan gewoon even de stad in, winkelen, terrasje, alles. En waag het niet om te zeggen dat je niet wilt." Ik sta op en houd me stil. hoewel ik het liefste gelijk weer in bed zou kruipen met de dekens over mijn hoofd. Ik voel me zo depressief, ik denk alleen maar aan Viktor en zie hem overal, zo erg dat Kate er helemaal gek van wordt. Ikzelf ook, maar ik zou niet weten hoe ik het moet stoppen. Ik douche snel en doe mijn kleren aan, dat heb ik deze hele week eigenlijk niet gedaan overdag. Alleen als ik uitging deed ik mijn pyjama uit.
"Klaar?" vraagt Kate na een tijdje. Ik ben net klaar met mijn mascara dus ik loop de badkamer uit.
"Ja," mompel ik. Ze steekt haar arm door de mijne en trekt me mee naar beneden, ik kan nog snel mijn tas pakken en voor ik het weet staan we buiten.
"We gaan naar Amsterdam," zegt ze. Ik haal mijn schouders op en volg haar naar de bus. Ik heb echt geen zin om vrolijk te gaan doen. Als we uiteindelijk in Amsterdam zijn sleurt Kate me letterlijk de ene winkel na de andere in.
"Deze zou je vast leuk staan!" zegt ze enthousiast terwijl ze een blauw shirtje omhoog houdt, normaal zou ik het een leuk shirtje vinden, nu niet.
"Ik hoef geen kleren." Kate zucht en hangt het weer terug in het rek.
"We gaan wel een terras op." Ik volg Kate weer naar buiten en we gaan op een terras op het Leidseplein zitten, we bestellen beide een glas rosé en wat borrelhapjes.
"Nou, zeg jij eens welke jongen daar ergens loopt die er leuk uit ziet," beveelt Kate. Ik kijk naar de menigte en zie geen leuke jongens, niemand heeft die leuke uitstraling, dat gekke maar leuke haar, niemand heeft dat lichaam, niemand is Viktor.
"Die, met dat rode shirt," zeg ik dan maar om Kate tevreden te houden.
"Echt? Dat is je type helemaal niet." Ik haal mijn schouders op, ik vind hem ook helemaal niet knap. Kate probeert me steeds aan het lachen te maken terwijl we de bitterballen op eten. Ik ben niet in de stemming om te lachen, hoe erg ik het ook probeer, ik blijf lachen als een boer met hele erge kiespijn. Mijn blik wordt naar een ander tafeltje op het terras getrokken terwijl Kate door blijft ratelen.
"Viktor?" zeg ik zacht. Kate draait zich verbaast om en kijkt zoekend over het terras.
"Waar?" vraagt ze. Ik blijf naar de jongen kijken tot hij zijn hoofd omdraait mijn kant op. Oh, dat is Viktor niet.
"Niks, ik dacht even dat ik hem zag." Ik voel mijn wangen roodkleuren.
"Oh Yara, dit moet echt stoppen. Denk alsjeblieft eens ergens anders aan." Ik weet dat Kate gelijk heeft, maar ik weet niet hoe ik het moet doen. Alles doet me aan hem denken.
"Ik doe heus mijn best," zeg ik zacht terwijl ik voel dat mijn lip begint te trillen.
"Dat weet ik, maar ik denk dat je zijn foto's moet verwijderen en vanaf nu elke keer dat je aan hem denkt jezelf dwingen om aan iets anders te denken. Je moet trouwens ook elke dag wat gaan doen in plaats van de hele tijd op bed liggen. Dat werkt zeker niet."
"Zo makkelijk is dat niet," breng ik er tegen in.
"Nee, maar jij bent wel de enige die er wat aan kan veranderen. Ik neem aan dat je zelf ook wel weer eens wat gezelliger wilt zijn." Ze neemt een grote slok van haar rosé en vraagt de rekening. Ik haal mijn schouders op en sla mijn rosé achterover, gadver, dat is echt vies.
"Kom, we gaan." Kate en ik staan op en lopen richting het station. Ik doe mijn best om aan andere dingen te denken, het lukt niet echt, maar doordat ik het probeer merk ik dat ik me een klein beetje vrolijker voel. Als we op het station staan wachten hoor ik ineens iemand mijn naam zeggen. Ik voel gelijk mijn hart bonzen in mijn keel, ik houd mijn adem in terwijl ik me omdraai. Ik merk hoe mijn knieën het bijna begeven als ik recht in de ogen van Viktor kijk. Ik zeg niks en kijk hem alleen maar aan. Viktor lijkt zich wat ongemakkelijk te voelen en kijkt naar zijn voeten.
"Nou, dan ben jij vast Viktor, je kunt wel weer gaan," zegt Kate dan kwaad. Ik geef haar en stomp.
"Eh, ja, ik moet... gaan," brengt Viktor stamelend uit.
"Nee!" is het eerste woord dat ik zeg. Viktor kijkt me vragend aan. Ik weet weer niet wat ik moet zeggen, ik wil niet dat hij gaat, maar ik weet ook niet wat ik moet doen.
Reageer (2)
Aaaaaah! Snel verder je verhaal is ge-wel-dig!
1 decennium geledenX