Hoofdstuk 74
‘Er moet toch íets zijn wat in elk geval het grootste deel van alle soldaten onschadelijk kan maken voor een uurtje?’ Avery ijsbeerde onrustig door de ruimte heen. Behalve haar voetstappen was er niets te horen in de kamer. Er heerste doodse stilte onder de vijf aanwezigen. Ik had Bloesem meegenomen, omdat Jace een nachtje rust wilde en ze een beetje jengelig was. Ik vond het sneu om haar daar maar alleen te laten liggen. Ook zij leek de spanning te voelen die in de lucht hing en maakte geen enkel geluid.
Iedereen liet zijn hersens werken – behalve Bloesem dan – om een antwoord te vinden op de vraag. We mochten niemand expres blijvende schade toebrengen of ziek maken. Het moest in principe alleen tijdelijk bedwelmen en verdoven en ons daarmee genoeg tijd geven om het plan uit te voeren. De essentie daarvan was eigenlijk heel simpel onder woorden te brengen: neem het centrum over en houdt het verder uit de handen van de Regering. We hadden een compleet plan opgezet met wat improvisatieruimte rondom de tijd die we kregen van het middel wat we in zouden zetten.
‘Ik weet van een paar oude verhalen van mijn ouders dat chloroform vroeger ontzettend veel werd gebruikt om mensen te bedwelmen, maar ze hebben me direct uitgelegd dat het minder simpel is dan het lijkt. Er is meer voor nodig dan je denkt en het ruikt heel scherp, als verassing is het niet echt handig. Dan kan je ze beter een knietje geven.’ Ik lachte zachtjes. ‘Bovendien is het niet echt te krijgen, denk ik.’
Avery ging zitten en het ijsberen werd vervangen door een geluid dat me nog veel meer op mijn zenuwen werkte: het constante trippelen van vingers op de tafel. ‘We hebben het in de ziekenboeg liggen in minuscule doseringen. Het werd gebruikt als goedkoop middel om de Dwalingen onder zeil te brengen bij een medische ingreep, wat maar zelden gebeurt natuurlijk. Tegenwoordig gebruiken ze daar andere dingen voor. Dat ligt allemaal goed weggestopt in de kluis.’
‘Gebruiken ze geen sevorane voor die operaties, nu?’ vroeg Cade. ‘Ik geloof dat ik een paar collega’s er wel eens over heb horen praten. Ze waren nogal verbaast dat dat middel al zo oud was, en er niets nieuws was gevonden in de tussentijd.’
‘O, er is wel iets nieuws gevonden voor dat spul, hoor. Geen idee hoe het heet, maar het was pas geleden nog groots in het nieuws. Weer een prachtige nieuwe medische ontdekking.’ Cams sarcasme was duidelijk te horen. ‘Ik heb er onderzoek naar gedaan op het open netwerk en het was al decennia lang bekend. Ze gebruiken een ouder middel gewoon weer opnieuw, zeg maar. Nogal flauw, niet?’
‘Wat zijn ze toch weer heerlijk origineel,’ schimpte Avery. ‘In elk geval, hoe lang werkt dat spul?’
‘Hangt af van de dosering. Des te meer je erin gooit, des te dieper de slaap. Als ik me niet vergis is de kans op bijwerkingen aanwezig, maar niet groot. Mits de persoon in kwestie geen andere medicijnen slikt, maar dat kunnen we niet uit gaan zoeken. Ik zal kijken hoeveel we nodig hebben voor drie kwartier.’ Hij begon te rammen op zijn toetsenbord. ‘Het is overigens een gas, dus dat scheelt weer druppen in glaasjes water. We moeten alleen inbreken in het gebouw waar de ventilatie geregeld wordt en het gas verspreiden via de luchttoevoer naar het hoofdkwartier.’
‘Jezus, dat klinkt zo simpel,’ mompelde Cade. ‘Alleen denk ik niet dat het zo gemakkelijk is als het klinkt. Volgens mij wordt dat allemaal ongelooflijk geweldig bewaakt.’
‘Dat zou best kunnen, maar ik denk niet dat we op ons dak krijgen voor een paar gekrenkte ego’s en blauwe plekken. Maeve, jij kunt jongens slaan, toch?’ Avery grijnsde naar me en wierp een ondeugende blik op Cade, die volgens mij heel diep van binnen nog steeds last had van dat blauwe oog van een paar maanden geleden.
Ik knikte. ‘Natuurlijk, met alle plezier.’
‘Goed, dan zetten we jou alvast in dat team. Ik denk dat Cade je wel bij wil staan. Misschien kan hij er nog iets van leren.’
De volgende ochtend zat ik klaarwakker op bed met Bloesem en een flesje in mijn handen. Nathaniël en Jace lagen nog op bed, maar waren beide klaarwakker en lagen gebiologeerd naar me te luisteren terwijl ik ze enthousiast vertelde over het plan.
Nadat Camren op de proppen was gekomen met de info over de sevorane hadden we met zijn vieren de rest van het plan uitgezet. We hadden drie soldaten tot onze beschikking (al konden we er daar meer van maken met een beetje dwang), namelijk onszelf, en een handjevol Dwalingen wat wist van het plan. De oppermol, was me verteld, zou anoniem blijven tot de aanval voorbij was. Dit om te voorkomen dat ik hem toch nog zou verklikken en niet alleen de hele operatie zou verknallen, maar ook nog de organisatie op zijn kop zou zetten. Ik kon niet anders dan me schikken in hun maatregelen. Tja, wat kon ik er nog meer over zeggen? Dat het belachelijk was dat ze me niet vertrouwden? Dat was precies wat een verrader zou zeggen om toch de hele boel door de kunnen spelen aan de Commandant.
‘We zetten de missie op gang op een nog onbekende dag, in de avond, wanneer het grootste deel van de soldaten binnen is en niet meer op de been. Dan spuiten we ze plat met anesthetica en nemen we heel stilletjes de boel over door de belangrijkste mensen te gijzelen. We hopen dat op zijn minst een klein deel van de soldaten zich achter ons schaart en ons wil helpen. Daarvoor moet iemand een toespraak gaan geven, maar dat is improvisatie. Ze zijn van mening dat je dat niet van een blaadje af kunt lezen. Het enige wat we daarvan weten is dat we het doen voor iedereen. Het liefst recht in het gezicht van de Commandant en zijn hulpjes.’ Ik had zo’n zin om de blik op hun gezicht te zien wanneer ze zich realiseerden dat ze verslagen waren door een groepje van drie soldaten en een jongen van veertien.
Reageer (2)
Hahaha dat wil ik ok wel zien!
1 decennium geledenWaar ben je naaar toe geweest?
Ik hoop maar dat de missie lukt...
1 decennium geledenSnel verder!