Five | Afire love
Wat vinden jullie van de lengte van de hoofdstukken? Dit is tot nu toe de langste geweest. Wat vinden jullie fijner met lezen? Lang, kort of gewoon zoals het nu is? Let me knowww! x
Dagen en weken gingen voorbij. Twee keer per week belde ik met Jasper, het werden wekelijkse checks om te horen hoe alles gaat. ‘Heb je al iets gehoord over opa?’ was de vraag waar hij elk gesprek weer mee begon. Tot nu toe heb ik hem aldoor positief bericht kunnen geven, het ging beter met opa. Of het lag aan het weer, waar hij dan voor een paar dagen weer van opknapte weet ik niet. Het was geweldig om te zien dat hij weer stukken door de gangen van het ziekenhuis liep, wel met ondersteuning. Maar hé, het was iets! Vol trots vertelde ik Jasper dan ook weer als ik een kopje koffie met opa had gedronken in het cafeetje van het ziekenhuis. Aan de positieve verhalen die ik kon vertellen over opa merkte ik dat Jasper enthousiaster. Hij vertelde uitgebreid over de trainingen, over de dingen die hij deed met de andere jongens uit de selectie. Er was al ruim anderhalve maand voorbij van de drie maanden die Jasper weg zou zijn. Ik miste hem elke minuut van de dag, maar met het idee dat het goed met hem ging kwam ik makkelijk mijn dagen door. Over twee weken was het dan ook tijd dat ik voor enkel vijf dagen naar Spanje zou vliegen om hem op te zoeken, wat kijk ik daar naar uit! Eindelijk zou ik hem weer kunnen vasthouden en kan ik de hele wereld laten zien hoe veel ik van hem hield.
Het was zaterdag middag, en de klok sloeg twee uur aan. Het was mijn telefoon die de rust in huis verstoorde, het was Nellie. Jaspers moeder. De liefste vrouw op deze aardbol. Toen mijn moeder vier jaar geleden overleed kwam ik al geregeld over de vloer in huize Cillessen. Jasper en ik waren toen die tijd erg goede vrienden, maar van een relatie was nog net niet te spreken. Nellie was er in die moeilijke tijd erg veel voor me, en gaf me de moederliefde die ik op dat moment miste. Voor mij voelde het als mijn tweede moeder, een opvang voor me als het even niet goed ging. En nu de dag nog steeds; als ik ergens mee zit en ik heb moederadvies nodig weet ik waar ik terecht kan. Ze is er altijd geweest voor haar kinderen. De manier hoe ze Thomas en Jasper heeft opgegroeid kan elke moeder van leren. En nog steeds zal ze er altijd voor hun zijn, ook nu ze allebei huize Cillessen hebben verlaten. “Ja?” zeg ik wanneer ik de telefoon op neem. “Ja, met Nellie!” In gedachten moest ik lachen, groot op het beeldscherm van mijn telefoon staat ‘Nellie Cillessen’ wanneer ze belt. Alsof ik dan niet weet met wie ik bel, wat een lieve schat. “Zeg het eens,” “Ik moet vanmiddag nog boodschappen doen, en ik weet dat jij al een lange tijd niks in huis hebt gehaald. Zin om mee te gaan?” Dit bedoel ik dus, voor der kinderen staat ze altijd klaar. Maar ook zeker voor de aanhang van haar twee zoons. “Toevallig, had net mijn spullen in mijn tas gedaan en heb de autosleutels in mijn handen. Zal ik je oppikken?” Een klein zuchtje hoorde ik aan de andere kant van de lijn. “Ik hoopte al dat je zoiets zou vragen,” zegt ze lachend. “Ton heeft de auto meegenomen.” Geen enkel moment dacht ik na en greep ik mijn leren jasje van de kapstok, greep ik mijn mat zwarte Céline tas van de groep en sloeg ik de voordeur achter me dicht. “Ben er met vijf minuutjes.” “Is goed, tot zo!” en ze verbrak de verbinding. Met een versnelde pas liep ik de trappen af naar beneden om vervolgens met een rap tempo de auto in de springen en weg te rijden. Ondanks dat huize Cillessen een paar straten verderop was merkte je dat in je een totaal ander gedeelte van Groesbeek terecht kwam, meer het boeren dorps gedeelte. Ik reed de straat in en parkeerde de auto ruim voor de deur, twee keer toeren en Nellie zou buiten komen. Op de hoge hakjes trippelde ze naar de auto en stapte ze naast me in. Snel greep ik mijn tas van de bijrijders stoel om die vervolgens met een simpele beweging op de achterbank te gooien. Ze gaf me een kus op de wang. “Hoe is het, Faye?” vroeg ze me terwijl ze me glimlachend aankeek. “Goed, rustig. En hier?” antwoordde ik terug terwijl ik met de auto richting het winkelcentrum reed.
Boodschappen waren gedaan en ondertussen had ik de uitnodiging gekregen om te blijven eten die avond. ‘Je bent al zo lang alleen geweest,’ werd me nog een aantal keer goed duidelijk gemaakt. Ze wisten dat ik het niet erg vond om alleen te zijn. Het was de tijd die ik heerlijk voor mezelf had. Ik kon alle dingentjes doen waar Jasper zo’n hekel aan had. Het veranderen van de huiskamer qua in richting, keuken kastjes opnieuw indelen of zelfs mijn nagels lakken. ‘Waar staan de borden nu weer?’ en ‘Waarom stinkt dat spul zo?’ waren termen die ik altijd tegen me aan gegooid kreeg wanneer ik weer iets had gedaan. We gingen er altijd wel lachend mee om, en uiteindelijk vond hij alles ook wel prima. De geur van verse koffie kwam mij tegemoet terwijl ik in de tuin zat te genieten van het lente zonnetje. De kopjes koffie werden op het salon tafeltje gezet, gevolgd door twee bordjes met een flink stuk monchoutaart. “Oma’s oude recept,” vertelde Nellie mij. Al snel nam ik een klein hapje om te proeven. “Hm,” mompelde ik. “Heerlijk!” Ook Ton komt de achtertuin in lopen. “Hey Faye!” roept hij enthousiast. Hij komt naar me toe lopen geeft me een kus op de wang en een aai over mijn hoofd. Meteen daarna fatsoeneer ik mijn haar, Ton deed het altijd expres. Hij wist wat voor een perfectionist ik was als het om mijn haar ging. Nellie was meteen opgestaan toen ze Ton zag aankomen. Hij ging tegen over me zitten en vroeg of ik Jasper alweer gesproken had deze week. Ik vertelde hem dat ik gisteravond even kort voor het slapen gaan met hem gebeld had. Het kleine tijdsverschil tussen Nederland en Portugal was ideaal, er waren tijden geweest dat het anders was. Nellie kwam de tuin weer binnenlopen met een kop koffie en een stukje gebak voor Ton. “Dank je,” zei hij terwijl hij meteen aan zijn gebakje begon. “Zeg,” begin in terwijl ik een klein slokje van mijn koffie neem. “Hoe is het eigenlijk met opa?” Ton zette zijn bordje op de salon tafel en ging achterover in de stoel zitten met zijn kop koffie in zijn handen. “Daar wouden we het nog even met je over hebben,”
Reageer (2)
Spannend^^ hoe is het met opa???
1 decennium geledenErg mooi geschreven!
Dat klinkt niet goed....
1 decennium geleden