Hoofdstuk 4. Een nieuwe vriend.

De zwart witte poes liep over een grasveld. Haar poten waren moe van het lopen, maar haar gedachtes waren vastberaden om nieuwe dingen te kunnen zien. Het grasveld strekte zich tot in de verte uit. Na uren lopen begon de zon onder te gaan. De poes ging zitten. De grond onder haar was zacht door het gras. Ik heb zo veel honger! Zal ik gaan proberen te jagen? dacht de poes. Ach beter dan niks... Stilletjes sloop de poes richting een struik. Haar oren gespitst. Moet ik nu iets bespringen? Of moet ik wachten? Uiteindelijk kreeg de poes een muis in de gaten. Ze zette zich klaar en sprong hongerig naar de muis toe. De muis racete weg, maar Mauw wist de staart van de muis vast te grijpen. Toen gooide ze haar prooi in de lucht die verdoofd van de pijn neerkwam. Toen beet ze het dier dood. Het is me gelukt! Mijn eerste jacht! En het verliep me goed! dacht de poes trots. Gauw at ze haar muis op. Toch had ze nog steeds honger. De poes liep verder. Het was nog steeds zonsondergang. Even later had de zwart witte kat een konijn in de gaten. Het beest maakte eerst een paar sprongen en bleef toen staan. Zou het weten van mijn aanwezigheid? Ze zette zich af en sprong naar het beest. Jammer genoeg wist het blijkbaar al van haar aanwezigheid... De konijn sprintte weg. Mauw schold in stilte.
Ineens hoorde ze een stem achter zich. ''Lukt het?'' Geschrokken draaide de poes zich om. Tegenover haar zat een askleurige kater die ongeveer even oud was als zij. Ze keek hem in z'n ambergele ogen. ''Ja hoor'' loog de poes. Ze wou niet dat het leek alsof ze niks kan. ''Ik merk het'' antwoordde hij. Hij keek geamuseerd. ''Vind je dit grappig?'' Mauw 's stem klonk boos. Ze keek de askleurige kat kwaad aan. ''Windt je toch niet zo op, het zag er best grappig uit'' zei de kater geduldig. Er zat een ondeugende straling in zijn ogen. ''Oke'' gaf Mauw zuchtend toe. ''Maar denk jij dat jij het beter kan euhh hoe heet je?'' daagde Mauw hem uit. ''Ik heet Jamai en ik durf te wedden dat ik beter ben in jagen'' zijn stem was speels en ondeugend, net als zijn blik. ''Hoe heet jij eigenlijk?'' ''Mauw'' antwoordde de poes.